Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1519

van France Masai (Ecolo-Groen) d.d. 11 maart 2022

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Programma «Born in Belgium Professionals» - Doelstelling - Project «Born in Brussels» - Evaluatie - Conclusies - Overleg met de deelstaten -Resultaat - Gegevensbescherming - Eventueel probleem - Kwetsbare situatie - Opvolging - Oplossingen

gezondheidsbeleid
moederschap
gegevensbescherming
gezinsbeleid

Chronologie

11/3/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/4/2022)

Vraag nr. 7-1519 d.d. 11 maart 2022 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het gezondheidsbeleid is een gedeelde bevoegdheid van de federale overheid en de gewesten. Het toezicht op de zorg voor opgroeiende kinderen is een bevoegdheid van de deelstaten. Daarom gaat deze vraag over een transversale materie.

Op 17 januari 2022 verklaarden verschillende actoren uit de sector van de geboorte- en kinderzorg dat ze zich zorgen maken over het feit dat het programma «Born in Belgium Professionals» haaks staat op een gepersonaliseerde opvolging.

In een reactie van het Collège des gynécologues obstétriciens de langue française de Belgique, de Union professionnelle des sages femme de Belgique en de Association francophone des sages femmes catholique evenals van de Office de la naissance et de l'enfance, hekelen die organisaties dat programma omdat het volgens hen kan zorgen voor een minderwaardige opvolging van de zwangerschap voor de aanstaande moeders en de weg kan voorbereiden voor nieuwe besparingen in de gezondheidszorg ten koste van zwangere vrouwen. Ik deel die bekommernis.

Ik wil u ook enkele vragen stellen om bijkomende informatie in te winnen.

1) Welke doelstelling wil u met dit project bereiken?

2) Werd er al een evaluatie gemaakt van het project «Born in Brussels»? Zo ja, wanneer? Door wie en volgens welke methode? Is er een verslag van die evaluatie beschikbaar? Wat zijn daarvan de conclusies? Was het mogelijk om zo de impact te meten van het project zoals het in Brussel werd uitgerold? Werden er verbeterpunten aangereikt? Zo niet, waarom niet?

3) Werd er overleg georganiseerd met de ministers in de deelstaten bevoegd voor de organisatie van de zorg, het preventiebeleid of de steun aan gezinnen met jonge kinderen? Onder welke vorm? Wat is het standpunt van al die betrokken partijen?

4) Er werd door de professionals uit de sector ook enige bezorgdheid geuit over de eigendom van de gegevensdatabank, maar ook over het recht om vergeten te worden en over het feit dat kwetsbare personen niet mogen gestigmatiseerd worden. Wat kan u daarover zeggen?

5) Welke plaats wordt in het voornoemde project gegeven aan de deskundigheid van professionele hulpverleners in de perinatale zorg en aan de begeleiding op langere termijn, die verder reikt dan de diagnose?

6) Situaties van kwetsbaarheid die momenteel niet worden opgespoord doen zich voor bij vrouwen die geen prenatale opvolging krijgen en zich ver houden van medische hulp. De ondertekenaars stellen vast dat dit instrument daar geen oplossing voor biedt. Wat is uw analyse?