Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8117

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 14 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

Agressieve verkoopsmethodes - Nederlandse Consumentenzaken - Vaststellingen

bescherming van de consument
teleshopping
concurrentiebeperking
ongevraagde elektronische reclame

Chronologie

14/2/2013Verzending vraag
25/3/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8117 d.d. 14 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eén van de opvallende vaststellingen van de Nederlandse overheid met betrekking tot consumentenzaken, zoals vastgesteld in de ConsuWijzer, is de grote toename van meldingen over misleidende en/of agressieve verkoop. Wat betreft de meldingen over misleidende en agressieve verkoop in 2012 gingen deze vooral over:

- het ongewild overzetten naar een andere aanbieder,

- het ongevraagd toezenden van producten,

- het bellen met consumenten die staan ingeschreven bij het "bel-me-niet register" en spam.

Vooral de benadering via de telefoon ervaren consumenten als agressief. Daarom heeft de ConsuWijzer het afgelopen jaar campagne gevoerd om consumenten weerbaarder te maken aan de telefoon onder het motto 'Een beleefd nee is ook oké!'. Onder andere aan de hand van voorbeeldzinnen en geluidsfragmenten van een telemarketinggesprek, kunnen consumenten zich net zo goed voorbereiden als de verkoper die hen belt.

Gezien het voorgaande kader dat ik schetste, kreeg ik van de geachte minister graag een antwoord op de volgende vragen :

1) Hoeveel maal werden de diensten van de minister aangesproken door consumenten voor respectievelijk 2010, 2011 en 2012 wat betreft misleidende of agressieve verkoopsmethodes via telefoon? Is er sprake van een tendens en zo ja, welke maatregelen acht de minister aangewezen?

2) Welk zijn de drie meest voorkomende producten die via agressieve telefooncampagnes worden gesleten?

3) Welk zijn de meest voorkomende methodes van agressieve verkoop? Betrof het net als in Nederland het ongewild overzetten naar een andere aanbieder, het ongevraagd toezenden van producten en het bellen met consumenten die staan ingeschreven bij het "bel-me-niet register" en spam? Kan de minister dit gedetailleerd en cijfermatig toelichten?

4) Wat vindt de minister van de Nederlandse weerbaarheidscampagne en is hij bereid gelijkaardige initiatieven in ons land te organiseren? Kan hij dit uitvoerig toelichten naar projecten en timing toe?

Antwoord ontvangen op 25 maart 2013 :

Ziehier mijn antwoord op de vraag van het geachte lid:

1) De diensten van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling werden in 2011 aangesproken bij 128 dossiers en in 2012 bij 136 dossiers betreffende misleidende en/of agressieve oneerlijke praktijken waarbij gebruik werd gemaakt van de techniek van telemarketing. De meldingen in verband met die praktijk duiden dus op een stabiele tendens. We beschikken niet over het cijfermateriaal wat betreft de meldingen in 2010 aan de diensten van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling, aangezien de indicator (databank waar alle signalen zijn gecodeerd) aangepast werd aan de Europese nomenclatuur in 2011 om verkoops- en reclamemethoden toe te voegen en om een aantal verduidelijkingen te maken wat betreft de wetgeving.

2) De drie activiteitensectoren waarop de aanklachten het vaakst betrekking hebben, zijn respectievelijk de meubelsector, de telecommunicatiesector en de sector van ondernemingen die actief zijn in postorderverkoop (boeken, kleding, …).

3) Van de meldingen die in 2011 en 2012 werden ontvangen:

4) De Federale Overheidsdienst (FOD) Economie heeft al regelmatig gewaarschuwd voor bepaalde soorten van telemarketing, met name tijdens de jaarlijkse campagnes van de “Fraud Prevention Month” en via zijn website. Bovendien werd de wetgeving aangepast, met de wijziging van artikel 100 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, door de telefoonoperatoren te responsabiliseren. Die bepaling, die in augustus laatstleden in werking is getreden, stelt met name dat de telefoonoperator aan zijn abonnees de mogelijkheid moet bieden om zich te verzetten tegen het gebruik van hun telefoonnummer voor direct marketing. De abonnee oefent dat recht op verzet gratis uit en kan dat minstens per telefoon, per brief of per e-mail melden.

Wat de vraag inzake de Nederlandse weerbaarheidscampagne betreft, verwijs ik het geachte lid naar het antwoord op haar vraag nr. 5-8118.