Zelfstandige jonge moeders - Moederschapshulp - Gratis dienstencheques - Onderbenutting - Informatiecampagne
meewerkende echtgenoot
moederschapsuitkering
moederschap
zelfstandig beroep
bijkomend voordeel
bescherming van moeder en kind
bewustmaking van de burgers
23/11/2012 | Verzending vraag |
13/12/2012 | Antwoord |
De moederschapshulp werd in 2006 in het leven geroepen om de vrouwelijke zelfstandige in staat te stellen het gezins- en beroepsleven beter op elkaar af te stemmen. Deze regeling kent 105 gratis dienstencheques toe om de zelfstandige moeders te helpen bij de huishoudelijke taken. De zelfstandige moet bij haar sociaal verzekeringsfonds een aanvraag indienen ten vroegste vanaf de zesde maand van de zwangerschap en uiterlijk vóór het einde van de vijftiende week die volgt op de bevalling. De moederschapshulp wordt voor elke bevalling toegekend indien het pasgeboren kind ingeschreven is op het adres van de moeder, in België, sedert de geboorte tot op het ogenblik dat de dienstencheques worden afgegeven.
Bij het begin van de activiteit wordt ze toegekend aan de vrouwelijke zelfstandige in hoofdberoep en de meewerkende echtgenote die onderworpen is aan het maxi-statuut. In de definitieve regeling wordt ze toegekend aan de vrouwelijke zelfstandige in hoofdberoep, de vrouwelijke zelfstandige in bijberoep en de meewerkende echtgenote die onderworpen is aan het maxi-statuut en voor zover ze haar activiteit voortzet na haar bevallingsrust.
Nochtans zouden blijkbaar maar weinig vrouwelijke zelfstandigen die bevallen de dienstencheques waarop ze recht hebben aanvragen, omdat ze geen weet hebben van de maatregel.
Mevrouw de minister,
Bevestigt u deze informatie? Zo ja, wordt overwogen een informatiecampagne te voeren?
In antwoord op de vraag met betrekking tot het gebrek aan informatie betreffende de moederschapshulp aangeboden aan de vrouwelijke zelfstandigen die bevallen en die dienstencheques kunnen vragen, kan ik het volgende meedelen.
Uit een vergelijking tussen de gegevens van het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekeringen (RIZIV) betreffende de vrouwelijke zelfstandigen die moederschapsrust opnemen en de gegevens van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) betreffende de vrouwelijke zelfstandigen die de moederschapshulp vragen, blijkt dat in 2011, twee derde ofwel 66 % van de vrouwelijke zelfstandigen die zijn bevallen moederschapshulp gevraagd hebben.
Het valt op te merken dat dit percentage nooit 100 % kan bedragen, want de moederschapshulp wordt slechts toegekend aan de vrouwelijke zelfstandige die een zelfstandige activiteit herneemt na haar moederschapsrust. Een vrouwelijke zelfstandige die haar activiteit beëindigt om zich bezig te houden met haar kinderen kan genieten van de moederschapsrust, maar niet van de moederschapshulp.
Wat een informatiecampagne betreft, hebben de sociale-verzekeringsfondsen als opdracht om hun aangeslotenen te informeren en om hen begeleiding te verlenen wat hun verplichtingen en rechten betreft binnen het sociaal statuut van de zelfstandigen en dit krachtens artikel 20, paragraaf 1, b) van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.
In het kader van de moederschapshulp werden richtlijnen verstrekt aan de sociale-verzekeringsfondsen om hun aandacht te vestigen op het feit dat zij de verplichting hebben hun aangeslotenen behoorlijk te informeren.
Het informeren van de zelfstandigen omtrent de dienstencheques kadert in de algemene informatieplicht van de sociale-verzekeringsfondsen.
Tot slot wijs ik erop dat de zelfstandigen in bijberoep geen moederschapshulp kunnen genieten, in tegenstelling tot wat wordt aangegeven.