Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6702

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 9 juli 2012

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw

Faillissementen - Stijgend aantal - Graydon - Werkloosheid - Preventieve maatregelen

faillissement
startende onderneming
betalingstermijn

Chronologie

9/7/2012Verzending vraag
1/8/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6702 d.d. 9 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik heb deze week kennis genomen van een rapport van het studiebureau Graydon over het aantal faillissementen in België. In juni gingen in België 990 bedrijven failliet; dat is goed voor de slechtste junimaand van de jongste decennia. Hiermee werd dit jaar voor de vierde keer een maandrecord opgetekend. Het aantal faillissementen loopt daarmee in het eerste halfjaar op tot 5 558 of 3 % meer dan tijdens het eerste semester van vorig jaar.

Hoewel het aantal startende ondernemingen stijgt, toont het rapport een groeiende kans op faillissement. Vóór de financiële en economische crisis ging 1 op 110 ondernemingen failliet. In 2011 was dat 1 op 85. Diverse indicatoren voorspellen de komende maanden geen verbetering. Voornamelijk de horeca en de bouwsector zijn kwetsbare sectoren. De horeca is zelfs goed voor één zesde van het totale aantal faillissementen. Beide sectoren slagen er moeilijk in om het productie- en omzetpeil weer op het niveau van vóór de crisis te tillen. Daarnaast zijn betalingsproblemen van klanten een belangrijke oorzaak.

Het stijgende aantal faillissementen heeft vanzelfsprekend gevolgen voor het aantal werklozen. Sinds januari werden 12.052 werknemers, of een stijging van 10 %, werkloos ten gevolge van een faillissement.

1) Welke preventieve maatregelen zal de minister nemen om het grote aantal startende ondernemingen te behoeden voor een faillissement?

2) Hoe zal zij vermijden dat bedrijven in de problemen komen door betalingsproblemen van klanten? Is het voorstel van het betalingsbevel in dit opzicht een mogelijke oplossing?

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2012 :

1. Er bestaat geen magische oplossing om jonge ondernemingen voor een faillissement te behoeden. Op 20 juli heb ik aan de regering het KMO-plan voorgelegd dat maatregelen bevat ter versterking van de basis van de jonge ondernemingen. Wat de financiering betreft, vaak cruciaal voor starters, wil ik de rechten en de plichten van de banken en de KMO’s opnieuw in evenwicht brengen, waarbij met name wordt gewaakt over de verduidelijking en de beperking van de wederbeleggingsvergoedingsclausules, en over de verplichting van de banken om voldoende informatie te geven wanneer zij een krediet weigeren, zodat de ondernemer weet hoe hij zijn dossier kan verbeteren. De overdraagbaarheid van bankgaranties evenals de invoering van duidelijke vergoedingen in geval van eenzijdige kredietverbreking, zijn twee andere maatregelen die worden overwogen, net als de mogelijkheid voor een niet-bancaire schuldeiser om een pand te nemen op een handelsfonds. Dit zou de starters in staat moeten stellen om gemakkelijker financiering te vinden buiten het bankcircuit. Ik ben ook van plan om een berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen voor te stellen die beter strookt met de financiële realiteit van jonge ondernemingen, zodat er ook een betere overeenkomst ontstaat met de activiteitencyclus en de reële conjunctuur. Aangezien het geachte lid het faillissement aanhaalt, lijkt het me op dit vlak enerzijds belangrijk om een gefailleerde die te goeder trouw is zich snel te laten herpakken door hem onder meer toegang te verlenen tot de collectieve schuldenregeling en door anderzijds de gebruiksmodaliteiten van de sociale verzekering in geval van faillissement te verbeteren. Ten slotte lijkt het me nodig om alle formules te stimuleren die een starter enigszins hulp bieden. Bovendien heeft de evaluatie van de S-BVBA me getoond dat er slechts vijf stopzettingen werden opgetekend op de ongeveer 1 500 bedrijven die sinds twee jaar werden opgericht. De financiële begeleiding van de S-BVBA’s lijkt dus efficiënt te zijn.

2. Wat de summiere procedure van rechterlijk bevel tot betalen betreft, wil ik dat het regeerakkoord zo snel mogelijk wordt uitgevoerd en dat er een oplossing wordt gevonden om dit dossier te regelen. Het zal aan mijn collega bevoegd voor Justitie zijn om een initiatief in dit opzicht te nemen. Hetzelfde geldt voor de omzetting van de richtlijn betreffende de betaaltermijnen, die het mogelijk zal maken om het Europese kader inzake termijnen en boetes voor laattijdigheid te harmoniseren, zowel tussen ondernemingen als ten opzichte van de overheid. Dit zal een positieve impact hebben op de financiën van de KMO’s.