Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6229

van Fauzaya Talhaoui (sp.a) d.d. 9 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Gemeentelijk stemrecht voor vreemdelingen in 2012 - Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken - Omzendbrief - Onduidelijkheden

rondschrijven
stemrecht
gemeenteraadsverkiezing
buitenlandse staatsburger
kiesrecht
inschrijving op de kiezerslijst

Chronologie

9/5/2012Verzending vraag
22/6/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6229 d.d. 9 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eerder stelde ik de minister al de schriftelijke vraag 5-5767 over de stand van zaken rond het gemeentelijk stemrecht voor vreemdelingen in 2012. Onze vraag werd beantwoord en blijkbaar werd de kwestie ook snel opgevolgd want op 6 april 2012 werd door de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken een bericht aan de gemeenten verstuurd over de verblijfsdocumenten die in aanmerking komen voor het gemeentelijke stemrecht van vreemdelingen buiten de EU

Uiteraard was ik zeer tevreden met het feit dat snel werk is gemaakt van een dergelijke omzendbrief naar de gemeenten, maar mijns inziens bevat hij enkele fouten en onduidelijkheden.

1) Het bericht zegt dat de bijlage 35 geen wettig verblijf bewijst. Dat is zeer eigenaardig aangezien:

(a) de omzendbrief van 30/1/2006 (die nog steeds geldt volgens het bericht van 6 april 2012) zegt dat de bijlage 35 wel meetelt.

(b) bijlage 35 een wettelijk verblijfsdocument is in het kader van de vreemdelingenwetgeving. Met een bijlage 35 is men ingeschreven in het Rijksregister. Het wordt afgegeven nadat een vreemdeling een attest van immatriculatie heeft gekregen (dit attest van immatriculatie telt volgens omzendbrief 2006 en volgens het bericht van 6 april wel mee als bewijs van wettig verblijf). Het wordt uitgereikt wanneer de verblijfsprocedure met attest van immatriculatie in eerste instantie negatief (voor de vreemdeling) wordt beslist, maar via een schorsende beroepsprocedure wordt aangevochten bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Als dat schorsend beroep positief afloopt voor de vreemdeling, dan krijgt de vreemdeling opnieuw een attest van immatriculatie of een elektronische vreemdelingenkaart.

(c) als de bijlage 35 niet meetelt voor de vereiste termijn van 5 jaar wettig verblijf om te kunnen stemmen, dan verliezen vreemdelingen wiens verblijf eerst onterecht was geweigerd en dan via een schorsend beroep toch toegekend werd, heel wat nuttige jaren die zouden moeten gelden.

(d) op de bijlage 35 staat letterlijk: "gemachtigd in het Rijk te verblijven in afwachting dat op zijn verzoek tot herziening is beschikt”. Dat spreekt voor zich: de bijlage 35 bewijst een wettig verblijf en deze perioden moeten dus meetellen voor de vereiste "5 jaar ononderbroken hoofdverblijfplaats gedekt door een wettelijk verblijf".

2) Het bericht van 6 april 2012 stelt dat de "periode gedekt door een bijlage 19ter" een wettig verblijf bewijst. Maar:

(a) een bijlage 19ter is enkel een bewijs dat een aanvraag tot gezinshereniging werd ingediend, zonder meer. Het wettigt het verblijf niet meteen en er staat ook geen geldigheidstermijn op.

(b) de vermelding van de bijlage 19ter valt alleen te begrijpen indien bijlage 19ter daarna tot een positieve beslissing en afgifte van een vreemdelingenkaart heeft geleid. Onder die voorwaarde zou het verblijf vanaf de afgifte van de bijlage 19ter als wettig kunnen worden beschouwd. (Inzake asielzoekers werd in de omzendbrief van 30/1/2006 een gelijkaardige interpretatie toegepast.)

3) Het bericht van 6 april 2012 vermeldt ook de bijlage 19. Dat is echter verwarrend want:

(a) de bijlage 19 geldt alleen voor EU-burgers en zij moeten geen verblijfsvoorwaarde van 5 jaar vervullen.

(b) de omzendbrief en het bericht gelden alleen voor niet-EU vreemdelingen. Het is wel wenselijk dat voor EU-burgers verduidelijkt wordt of zij kunnen stemmen met alleen een bijlage 19, maar dan is dat in uitvoering van de omzendbrief van 15/5/1999, zonder vereiste verblijfsperiode en enkel met voorwaarde van inschrijving in het Rijksregister.

Kan de minister meer duidelijkheid verschaffen over deze punten ?

Zal zij eventuele rechtzettingen en verduidelijkingen ook zo snel mogelijk doorsturen naar de gemeenten?

Antwoord ontvangen op 22 juni 2012 :

Mijn administratie heeft inderdaad op 6 april 2012 een bericht – in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 – over de inschrijving van burgers van vreemde origine van een Staat die geen lid is van de Europese Unie, verstuurd aan de gemeenten en gepubliceerd op de website www.verkiezingen.fgov.be.

Een van de voorwaarden voor inschrijving voor de gemeenteraadsverkiezingen van de burgers van vreemde origine van een Staat die geen lid is van de Europese Unie, is het ononderbroken verblijf in België sinds vijf jaar (bewezen door een wettelijke verblijfstitel die dit vaststelt).

1. a).Gelet op de evolutie, sinds 2006, van de wetgeving over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zijn de voorbeelden betreffende het verblijf in België met een wettelijke verblijfstitel die dit vaststelt, die vermeld worden in de omzendbrief van 30 januari 2006 (betreffende de inschrijving van vreemdelingen die in België verblijven en die geen onderdanen zijn van een Lidstaat van de Europese Unie als kiezers voor de gewone vernieuwing van de gemeenteraden) achterhaald. Het was dus nodig om de voorbeelden in deze omzendbrief van 30 januari 2006 te updaten, welke omzendbrief nog steeds van toepassing is.

Het bericht van 6 april 2012 stelt de nieuwe elementen voor die nodig zijn inzake wettelijke verblijfstitels en inzake onderbreking van de wettelijke verblijfsperiode voor de inschrijving voor de gemeenteraadsverkiezingen van burgers van vreemde origine van een Staat die geen lid is van de Europese Unie.

Deze elementen werden opgesteld door mijn administratie, die bevoegd is wat artikel 1ter van de gemeentekieswet betreft, dit na raadpleging van de Dienst Vreemdelingenzaken met betrekking tot de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

De elementen van antwoord hieronder hebben eveneens betrekking op de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, waarvoor de Dienst Vreemdelingenzaken bevoegd is. Op grond van mijn bevoegdheid inzake artikel 1ter van de Gemeentekieswet, werden deze elementen overgenomen wat wettelijke verblijfstitels en onderbreking van de periode van legaal verblijf betreft, voor de inschrijving voor de gemeenteraadsverkiezingen van de burgers van vreemde origine van een Staat die geen lid is van de Europese Unie.

b, c en d) De bijlage 35 wordt afgegeven in toepassing van art 111 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 (betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen), aan personen die bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een beroep met volle rechtsmacht indienen overeenkomstig de gewone procedure, of bij deze Raad een annulatieberoep indienen tegen een beslissing vermeld in artikel 39/79, § 1, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Kort samengevat gaat het om beroepsprocedures (in annulatie) tegen beslissingen tot weigering van de erkenning van het recht op verblijf, weigering om een machtiging tot verblijf of tot vestiging of die een einde maken aan dit recht of machtiging tot verblijf/vestiging met inbegrip van het ministerieel besluit tot terugwijzing dat getroffen wordt tov van vreemdelingen, die niet in het Rijk gevestigd zijn en die feiten van openbare orde hebben gepleegd of die de aan zijn verblijf gestelde voorwaarden niet heeft nageleefd.

Het is dus verkeerd om er vanuit te gaan dat de bijlage 35 steeds volgt op een legaal verblijf waaraan een einde werd gesteld door een beslissing van de Dient Vreemdelingenzaken.

Zo kan ook een vreemdeling, die jaren in illegaal verblijf was, die veroordeeld werd voor feiten van openbare orde en bijgevolg betekening krijgt van een ministerieel besluit tot terugwijzing, een annulatieberoep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen indienen en ten gevolge hiervan een bijlage 35 ontvangen. Dit betekent dus niet dat deze persoon in toepassing van art 9 (van de wet van 15 december 1980) tot verblijf gemachtigd wordt en de bijlage 35 heeft dus niet dezelfde waarde als bijvoorbeeld een A-kaart .

Bovendien schorst het indienen van het beroep de negatieve beslissing niet . De negatieve beslissing blijft bestaan tot aan de uitspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Het indienen van het beroep heeft enkel tot gevolg dat er niet tot een gedwongen verwijdering mag worden overgegaan. (art. 39/79 van de wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen).

De betrokkene beschikt dus niet over een verblijfsmachtiging overeenkomstig de bepalingen van de wet en bijgevolg is de bijlage 35, vanuit het oogpunt van de wet van 15/12/1980 dus geen verblijfsdocument in de ware zin van het woord. Het is enkel een toelating om hier te verblijven in afwachting van een beslissing.

Zolang de vreemdeling onder bijlage 35 op het grondgebied gedoogd wordt, kan men dus niet stellen dat hij in legaal verblijf is overeenkomstig de wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Wordt de beslissing van Dient Vreemdelingenzaken door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen bevestigd dan wordt een einde gesteld aan het legaal verblijf op de datum waarop de beslissing van weigering van verblijf/vestiging aan de betrokkene werd betekend en niet op de datum van de uitspraak door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

Enkel in het geval dat de beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken (beslissing tot weigering van erkenning van het verblijfsrecht) geannuleerd wordt door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, wordt deze geacht nooit te hebben bestaan en wordt de periode waarin de betrokkene op het grondgebied verbleef met dekking van een bijlage 35 beschouwd als een legaal.

Dit element zal verduidelijkt worden aan de gemeenten van het Rijk.

2. De bijlage 19ter wordt enkel beschouwd als een legaal verblijf als ze vervolgens geleid heeft tot een positieve beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken en de uitreiking van een vreemdelingenkaart.

Aangezien er tussen de datum van afgifte van de verblijfskaart of het verblijfsdocument en de datum waarop de indiening van de vraag tot vestiging, vastgelegd in de bijlage 19ter, een verschil kan zijn, wordt voor de berekening van de duur van het legaal verblijf door Dienst Vreemdelingzaken vertrokken vanaf de datum van de indiening van de aanvraag die het vestigingsrecht heeft geopend, dus vanaf de datum van afgifte van de bijlage 19ter ook al bepaalt de datum van afgifte van de verblijfskaart een latere datum.

Worden meerdere opeenvolgende bijlagen 19ter ingediend, dan wordt er gerekend vanaf de datum van de laatste bijlage die het verblijfsrecht heeft geopend.

Dit element zal verduidelijkt worden aan de gemeenten van het Rijk.

3. Bijlage 19 heeft wel degelijk betrekking op de burgers van de Europese Unie.

Om zich te kunnen inschrijven als kiezer bij de gemeenteraadsverkiezingen, moeten de Europese burgers ingeschreven zijn in het bevolkingsregister (of vreemdelingenregister).

Deze inschrijving in het bevolkingsregister (of vreemdelingenregister) onder dekking van een bijlage 19 is geldig onder voorbehoud van het akkoord achteraf van de Dienst Vreemdelingenzaken en de afgifte van een verblijfstitel.

De inschrijving als kiezer van een Europese burger is dus wel degelijk geldig als hij ingeschreven is in het bevolkingsregister van een gemeente. Als de Dienst Vreemdelingenzaken nadien echter de inschrijving in het bevolkingsregister weigert, zal de Europese burger eveneens geschrapt moeten worden van de kiezerslijst.

De vermelding van bijlage 19 in het bericht van 6 april 2012 had betrekking op dit punt in het bijzonder. Dit element zal verduidelijkt worden aan de gemeenten van het Rijk.