Sociale Zekerheid - Afstand van terugvordering - Onverschuldigde betalingen
sociale zekerheid
sociale uitkering
officiële statistiek
aflossing
29/2/2012 | Verzending vraag |
2/5/2012 | Antwoord |
Conform artikel 22 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde, kan de bevoegde instelling van sociale zekerheid, binnen de voorwaarden bepaald door zijn beheerscomité en goedgekeurd door de bevoegde minister, afzien van terugvordering van het onverschuldigde:
1. In behartigenswaardige gevallen of categorieën van gevallen en mits de schuldenaar te goeder trouw is;
2. Wanneer het terug te vorderen bedrag gering is;
3. Wanneer blijkt dat de terugvordering onzeker of te duur is vergeleken met het bedrag dat teruggevorderd moet worden.
Bovendien wordt, behoudens in geval van bedrog of arglist, ambtshalve afgezien van de terugvordering, bij overlijden van degene aan wie ze betaald zijn, indien hem op dat ogenblik nog geen kennis was gegeven van de terugvordering.
Om een inzicht te verwerven over de hoegrootheid van deze afstand van vordering in de sector, had ik graag
- per Federale Overheidsdienst (FOD), per Openbare instelling van sociale zekerheid (OISZ) en per meewerkende instelling van sociale zekerheid die onder uw bevoegdheid vallen;
- per sociale prestatie;
- voor de periode van 2007 tot en met 2011 (opgesplitst per jaar);
- per gewest;
een overzicht gekregen van:
1) het aantal aanvragen tot verzaking;
2) het aantal beslissingen waarbij verzaking werd toegestaan;
3) het aantal sociaal verzekerden voor wie een verzakingsbeslissing genomen werd;
4) het bedrag waarvoor verzaking werd gevraagd versus het bedrag waarvoor verzaking werd toegestaan;
5) het aantal gevallen alsook het bedrag waarvoor werd afgezien van terugvordering in geval van overlijden.
Er zijn aangaande deze problematiek geen gedetailleerde statistische gegevens voor handen.