Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1186

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 3 februari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

De onlusten bij een grieks-orthodoxe kerstviering in Rizokarpaso in Noord-Cyprus

Cyprus
Turkije
orthodoxe godsdienst
staatsgeweld
discriminatie op grond van godsdienst
kwestie Cyprus

Chronologie

3/2/2011Verzending vraag
22/2/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-332

Vraag nr. 5-1186 d.d. 3 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op de ochtend van kerstdag 25 december 2010 werd een grieks-orthodoxe misviering verstoord door 'Turkse politiediensten'. Deze vielen kort na de aanvang van de mis de kerk binnen en dwongen de pastoor zijn gewaden uit te trekken en de kerk te ontruimen, waarna de kerk verzegeld werd. Naar verluidt zou geen vergunning zijn verleend voor de viering, wat door de grieks-orthodoxe kerk wordt tegengesproken.

Het is de eerste keer in 36 jaar sinds de bezetting van Noord-Cyprus, dat Turkije de Griekse inwoners belet kerstmis te vieren.

Er is wel onduidelijkheid over de feiten, omdat er bij de bevelhebbers in Nicosia een complete radiostilte heerst. Dervis Eroglu, de facto president van de Turkse Republiek van Noord-Cyprus, heeft nog niet gereageerd op de feiten.

Mijn vragen aan de minister zijn:

Bent u op de hoogte van dit incident in Rizokarpaso?

Kunt u verduidelijking geven over de feiten die zich afspeelden in de kerk van Ayios Synesiou in Rizokarpaso? Heeft u hiervoor reeds contact opgenomen met de Turkse ambassade of de vertegenwoordiger van Turks Cyprus in Brussel?

Wat is het standpunt van de federale regering?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2011 :

1) De informatie waarover U beschikt is correct. Het was de eerste keer in 36 jaar dat de religieuze rechten van de bewoners van de Griekscypriotische enclaves in en rond Rizokarpaso in de zogenaamde “Turkse Republiek Noord-Cyprus” met de voeten getreden werden. De Turkscypriotische politie verwees naar een nieuwe, recente reglementering, die de verplichting zou opleggen om toestemming te vragen voor de organisatie van erediensten in de Griekscypriotische enclaves in het noorden.

2) Volgens de informatie waarover ik beschik kon de kwestie inmiddels uitgeklaard worden en stelt het probleem zich gelukkig niet meer. De interventie door de Turkscypriotische politie was echter hoogst ongepast en is intussen terecht aan de kaak gesteld.

3) Net als mijn Europese collega’s dring ik er bij mijn Turkse en Cypriotische collega’s alsook bij de leider van de Turkscypriotische gemeenschap op aan alles in het werk te stellen om het bijzonder moeilijke intra-Cypriotische onderhandelingsproces, dat onder de auspiciën van de Verenigde Naties gevoerd wordt, te doen slagen en aldus een einde te stellen aan de reeds decennia lang aanslepende verdeling van het eiland. Het spreekt vanzelf dat het er hierbij ook op aankomt incidenten, die een negatieve impact hebben op het politiek klimaat op het eiland, te vermijden; of het nu gaat over de verstoring van een Grieks-orthodoxe eredienst te Rizokarpaso (25 december 2010) of over de agressie door Griekscypriotische supporters tegen de spelers van een Turkse basketbalploeg tijdens een basketbalwedstrijd in Nicosia in het kader van de “Euroleague”–competitie (21 december 2010).