Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10460

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 26 november 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Syrië en het geweld tegen de Koerden

Syrië
Koerdische kwestie
Turkije

Chronologie

26/11/2013Verzending vraag
21/1/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3953

Vraag nr. 5-10460 d.d. 26 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Islamistische militie van Al-Nusra zou een sektarisch conflict begonnen zijn tegen de Koerden. Eind augustus zijn er in de Koerdische gebieden in Syrië honderden doden gevallen waarin specifiek de Koerdische bevolking het doelwit was. Al-Nusra maakt deel uit van de diverse rebellengroeperingen die het leger van Bashar al-Assad bestrijden maar is eveneens verbonden aan Al-Qaeda.

De Koerdische PYD (Kurdisch Democratic Union Party), die dicht aanleunt bij de PKK, meldde dat honderden Koerdische burgers omgebracht werden in Tel Aran en Tel Hasel door het Vrije Syrische leger (FSA) en de Jabhat al-Nusra milities. De PYD staat al langer kritisch tegenover de westerse steun die het Vrije Syrische Leger geniet om het leger van president Assad te bestrijden.

Getuigenissen hebben het over aansporingen tot anti-Koerdisch geweld door Imams en moefti's. Het nieuws werd bekend gemaakt door Russische en Iraanse media die zoals bekend tegen de rebellen van het FSA zijn en er alle belang bij hebben om de internationale steun voor de rebellen te laten wankelen. Volgens de Russische minister Lavrov zouden 450 Koerden gedood werden, maar dat wordt niet bevestigd door de PYD of het Amerikaanse State Department.

Er wonen ongeveer 2,2 miljoen Koerden in Syrië, waarvan er nu naar schatting 250.000 op de vlucht zijn geslagen. De Koerdische regio was voorlopig gespaard gebleven van de hevigste gevechten.

Over de territoria van Turkije, Iran, Irak en Syrië wonen in totaal 36 miljoen Koerden. Zij zijn de grootste bevolkingsgroep ter wereld zonder een eigen staat.

Mijn vragen aan de minister zijn:

1) Wat is uw reactie op de berichten dat bepaalde extremistische milities van het Vrije Syrische Leger de Koerdische minderheid terroriseren?

2) Kan u bevestigen dat er werd opgeroepen tot etnische zuiveringen tegen de Koerdische bevolking in Syrië? Wie is daarvoor verantwoordelijk?

3) Heeft u weet van andere gewelddadigheden tegen de Koerdische bevolking in Syrië?

4) Hoe staat u tegenover de geruchten dat Turkije de hand heeft in dit anti-Koerdisch geweld door de rebellen van het Vrije Syrische leger te steunen?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2014 :

De situatie in Syrië, inbegrepen in het Koerdisch deel, is zeer complex. Men moet vermijden een amalgaam te maken van bepaalde gewapende groepen en het Vrije Syrische Leger dat samengesteld is uit tientallen rebellengroepen met soms uiteenlopende politieke agenda’s. Extremistische groepen zoals het Al-Nusra-front en ISIS (Islamitische Staat voor Irak en Sham) behoren niet tot het Vrije Syrische Leger. Ook andere groepen hebben zich ervan gedistantieerd.

Ik heb ook de berichten vernomen dat een aantal van die extremistische groeperingen slaags zouden geraakt zijn met Koerdische groepen, meer bepaald de gewapende milities van de PYD. De PYD lijkt de intentie te hebben om een autonome zone in Syrië te willen afbakenen en het schuwt daarbij niet altijd het gebruik van geweld. Bovendien heeft de PYD zich nooit expliciet gedistantieerd van het Assad-regime, wie het Vrije Syrische Leger en die extremistische groepen bekampen.

De Turkse regering steunt het Vrije Syrische Leger maar voert tevens een intern pacificatiebeleid met de PKK, waaraan de PYD gelinkt zou zijn. PYD-leider Saleh Muslim is de voorbije zomer herhaaldelijk in Ankara uitgenodigd voor overleg en Turkije heeft de PYD opgeroepen zich te distantiëren van Assad en geen bedreiging te vormen voor Turkije. Turkije heeft eventuele steun aan deze extremistische groepen altijd ontkend en ook PYD-leider Muslim heeft bevestigd dat die steun, als die er al geweest is, werd stopgezet.

Ten slotte dien ik nog te vermelden dat de PYD een “constituant assembly” heeft opgericht die een eerste stap zou moeten zijn naar een Koerdische interim-regering. Ik wil daarbij opmerken dat de PYD niet het alleenrecht heeft om te beslissen over de toekomst van het Koerdische volk in Syrië. Er zijn immers vele andere Syrisch, Koerdische partijen waarvan een aantal zich verenigd hebben in de Koerdische Nationale Raad, die toegetreden is tot de Syrische Oppositie Coalitie, een belangrijke element om diens legitimiteit te verhogen in de aanloop naar het Genève II-proces.