Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6642

van Christine Defraigne (MR) d.d. 29 januari 2010

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Asielaanvragen - Dossiers ingediend in het Frans en in het Nederlands - Statuut van vluchteling - Erkenning - Aantal - Verschil - Rechtspraak - Uniek karakter - Kamer met drie rechters - Oprichting - Algemene vergadering van rechters - Dossiers in beraad

politiek asiel
Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
taalgebruik
administratieve procedure
asielzoeker

Chronologie

29/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/3/2010)
30/3/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6641

Vraag nr. 4-6642 d.d. 29 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens de niet-gouvernementele organisatie (ngo) Vluchtelingenwerk Vlaanderen, die zich baseert op de statistieken van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, heeft een asielaanvrager meer kans om erkend te worden als hij zijn dossier in het Frans indient. Slechts 0,7 % van de aanvragers die hun dossier in het Nederlands indienen wordt als vluchteling erkend, wat neerkomt op ongeveer 20 op 2600 beslissingen. In de Franse procedure verkrijgt 6,3 % het statuut van vluchteling.

De ngo Vluchtelingenwerk zou willen dat het unieke karakter van de rechtspraak wordt gewaarborgd en vraagt dat er een kamer met drie rechters wordt opgericht of dat de dossiers in een algemene vergadering van de rechters in beraad wordt gebracht.

1. Wat is uw reactie op de verklaringen van de ngo Vluchtelingenwerk?

2. Zult u aan hun wensen tegemoetkomen? Zo ja, aan welke oplossing geeft u de voorkeur?

3. Waarom is er zo'n groot verschil tussen de aanvragen in het Nederlands en in het Frans?

4. Op welke basis worden de beslissingen genomen?

5. Vindt u niet dat een overleg met de verschillende tussenpersonen, onder wie de minister en de staatssecretaris, zou moeten worden georganiseerd om hierover te praten?

Antwoord ontvangen op 30 maart 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1. De Raad heeft kennis genomen van de verklaringen van Vluchtelingenwerk Vlaanderen doch heeft hun opmerkingen niet afgewacht om verschillende projecten op te starten zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 2.

2. De Raad heeft verschillende projecten op stapel gezet (eenheid van de rechtspraak, informatisering van de statistische gegevens) om de verschillen in kaart te brengen, de precieze oorzaken hiervan te bepalen en deze op te lossen. De eerste voorzitter en de voorzitter van de Raad hebben overigens de verwijzing van sommige zaken in algemene vergadering bevolen om de eenheid van de rechtspraak te waarborgen.

3. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kan momenteel geen definitieve uitleg verschaffen over de verschillende erkennings- en verwijzingsratio tussen de twee taalrollen. De redenen zouden talrijk kunnen zijn: het land van herkomst van de verzoekers zou er één van kunnen zijn, aangezien de asielzoekers met eenzelfde nationaliteit meestal in dezelfde proceduretaal worden behandeld. De Raad heeft verschillende projecten op stapel gezet (eenheid van de rechtspraak, informatisering van de statistische gegevens) om de verschillen in kaart te brengen, de precieze oorzaken hiervan te bepalen en deze op te lossen. De eerste voorzitter en de voorzitter van de Raad hebben overigens de verwijzing van sommige zaken in algemene vergadering bevolen om de eenheid van de rechtspraak te waarborgen.

4. Elk beroep wordt individueel behandeld door een onafhankelijke rechter en dit in alle onpartijdigheid, ongeacht de taalrol waartoe de rechter behoort.

5. De minister wil het geachte lid eraan herinneren dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een onafhankelijk administratief rechtscollege is en dat elke tussenkomst van de minister dus dient te worden uitgesloten.

De minister wil eraan herinneren dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen verschillende projecten op stapel heeft gezet (eenheid van de rechtspraak, informatisering van de statistische gegevens) om de verschillen in kaart te brengen, de precieze oorzaken hiervan te bepalen en deze op te lossen. De eerste voorzitter en de voorzitter van de Raad hebben overigens de verwijzing van sommige zaken in algemene vergadering bevolen om de eenheid van de rechtspraak te waarborgen.