Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5275

van Christine Defraigne (MR) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Ziekte van Alzheimer - Behandeling met medicijnen - Relatieve doeltreffendheid - Terugbetaling - Wijziging - Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg - Studie - Informele Verzorgers - Professionele ondersteuning - Eventuele studie

Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
ziekte van het zenuwstelsel
ziekteverzekering
geneesmiddel
mantelzorg

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
17/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4403

Vraag nr. 4-5275 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens een recente studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg zou de doeltreffendheid van de geneesmiddelen die thans ter beschikking zijn voor de behandeling van de ziekte van Alzheimer, beperkt zijn.

De langdurige professionele ondersteuning van informele verzorgers zou nochtans een positief effect hebben en de opname van de betrokken patiënten in instellingen uitstellen.

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg pleit in zijn analyse voor een beperkt gebruik van antipsychotica. Er zou een verhoogde mortaliteit zijn vastgesteld. Uit studies over acetylcholinesterase-inhibitoren blijkt dat slechts één op tien patiënten er beter van wordt.

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg heeft ook vragen bij de terugbetaling van sommige gebruikte geneesmiddelen (Ginkgo biloba, memantine en monotherapie), die slechts in beperkte mate doeltreffend zouden zijn.

Momenteel lijden er in België meer dan 130.000 mensen aan een of andere vorm van dementie. De ziekte van Alzheimer zou de meest voorkomende oorzaak zijn.

Een langdurige professionele ondersteuning van de informele verzorgers zou een efficiënt middel zijn om de opname van alzheimerpatiënten in instellingen uit te stellen. Daarom beveelt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg de regering aan een grootschalige studie te bestellen over de meest efficiënte ondersteuning van de informele verzorgers.

Ik had van de minister graag vernomen :

- wat zij vindt van de studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg;

- of ze de opdracht voor een studie over de meest efficiënte vorm van steun aan de informele verzorgers ondersteunt;

- of er wordt gedacht aan een wijziging in de terugbetaling van de geneesmiddelen waarvan de doeltreffendheid door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg in twijfel wordt getrokken.

Antwoord ontvangen op 17 december 2009 :

In antwoord op uw vraag, kan ik u het volgende meedelen :

De ondersteuning van informele verzorgers is één van onze grootste zorgen. Het is trouwens één van de expliciete doelstellingen van de vernieuwende projecten voor alternatieve zorgen en ondersteuning voor zorgen voor ouderen die voorzien zijn door het 3de Protocol dat afgesloten is tussen de Federale regering en de gedefedereerde entiteiten betreffende het gezondheidsbeleid ten opzichte van ouderen; op 13 juni 2005. Die projecten genieten van een belangrijk budget (42 miljoen euro in 2010 en 2011). Op het vlak van ondersteuning van de mantelzorger worden bijvoorbeeld projecten mogelijk om nieuwe respijtvormen te creëren, maar eveneens om aan de hulpverleners en mantelzorger een psycho-sociale ondersteuning of raadgevingen, opleidingen om de oudere waar zij zich over ontfermen, beter te verzorgen. Wij zijn momenteel in het stadium van de inleiding van de projecten. De weerhouden projecten zullen in de loop van het 1ste trimester van 2010 opstarten.

De vraag om ondersteuning aan de mantelzorgers betreft bovendien niet alleen de hulpverleners van personen die de ziekte van Alzheimer hebben. Er moet een globale overweging gebeuren betreffende de mantelzorgers van afhankelijke personen, chronisch zieken of personen met een handicap. Als sommige aspecten van ondersteuning aan naaste hulpverleners een communautaire bevoegdheid zijn, heeft de federale overheid hierin ook een rol te spelen.

Daarom heeft mijn collega, Jean-Marc Delizée, Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap een studie besteld bij de “Facultés ND de la Paix” te Namen om te bepalen welke de elementen van de federale bevoegdheid zijn die zouden toestaan om de mantelzorgerss beter te ondersteunen en de haalbaarheid van een statuut. Deze studie met een duur van zes maanden is midden oktober aangevangen.. Ik zie niet in waarom er gelijklopend nog een studie zou moeten gelanceerd worden.

Ik bevestig u dat ik op de hoogte ben van de door het federaal Kenniscentrum uitgevoerde evaluatie van de effectiviteit van de geneesmiddelen gebruikt in het kader van de behandeling van de ziekte van Alzheimer en van het feit dat deze evaluatie eveneens werd besproken in het Bureau van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen. Op dit ogenblik lijkt een invraagstelling van de terugbetaling van deze geneesmiddelen niet opportuun, de zowel medische, sociale als financiële impact voor de patiënten en hun omgeving.

We moeten echter andere therapeutische strategieën ontwikkelen dan alleen die welke op medicatie berusten.

Daarom heb ik voor het verbeteren van de opvang van de patiënten met dementie door de zorgverleners van de eerste lijn besloten om volgende maatregelen te lanceren:

1) Er is een budget van 175 000 euro voorzien voor de opleiding van de huisartsen betreffende dementie en de opvang van de patiënten en een budget van 50 000 euro wordt ook gewijd aan de opleiding van de thuisverpleegkundigen. Momenteel zijn er opleidingsmodules via e-learning in voorbereiding en ze zullen in de loop van 2010 beschikbaar zijn.

2) De terugbetaling van de gespecialiseerde diagnose van dementie zal uitgebreid worden tot jongere patiënten. Het zal ambulant kunnen gebeuren door een gespecialiseerde arts (geriater, maar ook neuroloog of neuropsychiater), buiten de context van het geriatrisch dagziekenhuis. Deze maatregel, waarvoor een budget van 1,26 miljoen euro is vrijgemaakt, zal uiterlijk begin 2010 in werking treden.

3) Er zal een tiental “geheugenklinieken” gefinancierd worden via een budget van 1 050 000 euro om de financiële toegankelijkheid te garanderen tot een kwalitatieve multidisciplinaire opvang. Deze klinieken zullen na de diagnose de opdracht hebben om de mogelijkheden van cognitieve revalidatie van de patiënt te evalueren, om in overleg met de behandelende arts en de bestaande structuren van eerste lijn een behandelingsplan op te stellen en adequate maatregelen in te voeren om het behouden van de patiënt thuis te bevorderen.