Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4606

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 30 september 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Louis Pasteur - Taalkaders - Gebrek aan evenwicht tussen Franstaligen en Nederlandstaligen - Maatregelen

Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Louis Pasteur
Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik

Chronologie

30/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4607
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5293

Vraag nr. 4-4606 d.d. 30 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het jaarverslag van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht voor het jaar 2008 blijkt dat zich bij het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Louis Pasteur meerdere scheeftrekkingen voordoen.

Op het niveau van de directiebetrekkingen is er een evenwichtsverstoring op de tweede trap (10 Franstaligen - 8 Nederlandstaligen).

Voor de lagere trappen, met een verhouding van 47% Franstaligen tot 53% Nederlandstaligen, is er een belangrijke evenwichtsverstoring op de derde trap (42 Franstaligen - 33 Nederlandstaligen, met een verhouding van 56% Franstaligen tot 44% Nederlandstaligen). Voorts is er een evenwichtsverstoring op de vierde trap (28 Franstaligen - 36 Nederlandstaligen, verhouding 43,75% Franstaligen tot 56,25% Nederlandstaligen). Er is een belangrijke evenwichtsverstoring op de vijfde trap (24 Franstaligen - 14 Nederlandstaligen, verhouding 63,15% Franstaligen tot 36,85% Nederlandstaligen) alsook op de zesde trap (41 Franstaligen - 40 Nederlandstaligen, verhouding 50,61% Franstaligen tot 49,39% Nederlandstaligen).

Op de trappen 3, 5 en 6 zijn deze scheeftrekkingen in het nadeel van de Vlamingen. Op trap 4 zijn ze in het nadeel van de Franstaligen. Maar de globale balans blijft zeer sterk in het voordeel van de Franstaligen: zij krijgen 135 banen op de lagere trappen, tegen slechts 123 voor de Vlamingen. De reële verhoudingen zijn dus 52,33% Franstaligen tot 47,67% Nederlandstaligen. Dat ligt zeer ver af van de vereiste verhouding 47% Franstaligen tot 53% Nederlandstaligen. Bijna 14 banen die bestemd waren voor Nederlandstaligen, werden ten onrechte aan Franstaligen toegekend.

Zijn deze scheeftrekkingen intussen rechtgezet? Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om soortgelijke evenwichtsverstoringen te voorkomen?