Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3905

van Christine Defraigne (MR) d.d. 11 augustus 2009

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Internationaal Strafhof Samenwerking van de Afrikaanse landen

Internationaal Strafhof
Afrikaanse Unie
Soedan
oorlogsmisdaad
misdaad tegen de menselijkheid

Chronologie

11/8/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/9/2009)
25/9/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3905 d.d. 11 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op 2 juli, ter gelegenheid van de dertiende top van de Afrikaanse Unie, heeft een vijftiental staatshoofden te Syrte beslist om niet met het Internationaal Strafhof samen te werken in het dossier Omar al-Bashir. Anders gezegd, het Internationaal Strafhof kan niet op hen rekenen om de Soedanese president te arresteren, terwijl die wordt beschuldigd van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

Hoe moet die beslissing worden begrepen, aangezien het vooral Afrikaanse landen waren die met aandrang de oprichting van dat Hof hebben gevraagd?

Bovendien verplicht de ondertekening van het Statuut van Rome de landen de clausules ervan te eerbiedigen. Een daarvan heeft juist betrekking op de samenwerking inzake vervolging van oorlogsmisdadigers. Is er dan geen sprake van een flagrante schending door die landen van de door het Verdrag opgelegde verplichtingen?

Luis Moreno-Ocampo, procureur van het Internationaal Strafhof, heeft opgeroepen om de beschuldiging van genocide te handhaven ten laste van de Soedanese president Omar al-Bashir. De beroepskamer gaat daarover in de komende maanden een standpunt moeten innemen.

Moet deze nieuwe episode in de procedure voor het Internationaal Strafhof geen bijkomende motivering zijn om een einde te maken aan de machinaties van de Soedanese president?

Antwoord ontvangen op 25 september 2009 :

In zijn antwoord van 8 juli laatstleden op de mondelinge vraag van kamerlid mevrouw Lieve Van Daele betreffende "de resolutie van de Afrikaanse Unie wat betreft de aanklacht tegen de president van Soedan" (nr. 14280), heeft de minister van Ontwikkelingssamenwerking het Belgische standpunt ten aanzien van het Internationaal Strafhof herbevestigd: “België steunt het Internationaal Strafhof volledig, dat zullen we ook duidelijk maken op internationale fora en in onze bilaterale relaties”.

De beslissing van de dertiendeTop van de Afrikaanse Unie getuigt inderdaad van een weinig coöperatieve houding ten aanzien van het Internationaal Strafhof in de zaak betreffende de Soedanese president Omar Al-Bashir. Onder meer de manier waarop de Libische leider Kadhafi, één der voornaamste financiers van deze regionale organisatie, de vergadering voorzat, heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. De Libische visie om over te gaan tot terugtrekking uit het Internationaal Strafhof werd echter niet gevolgd. Bovendien hebben een aantal Afrikaanse landen zich van dit standpunt gedistantieerd. Eén maand eerder, tijdens een vergadering in Addis Abeba van de dertig Afrikaanse landen die zich hebben aangesloten bij het Strafhof, stelde deze groep zich veeleer positief op met betrekking tot de strijd tegen de straffeloosheid en de rol van het Internationaal Strafhof.

In een ruimere context dient men eveneens oog te hebben voor een aantal positieve stappen die de Afrikaanse Unie in de loop van de voorbije jaren heeft gezet in de strijd tegen de straffeloosheid. Zo werd specifiek met betrekking tot de situatie van straffeloosheid in Darfour een “Panel op Hoog Niveau” opgericht. Het rapport van dit Panel wordt in de loop van de komende weken verwacht en zal adviserend zijn voor de toekomstige houding van de Afrikaanse Unie.

Rekening houdende met de intern-Afrikaanse discussie rond dit thema, heeft België samen met de overige EU partners ervoor geopteerd om geen publieke verklaring af te leggen betreffende deze beslissing van de Afrikaanse Unie. Wel zal België, zoals in het verleden, het Internationaal Strafhof volledig blijven steunen, onder meer op internationale fora en in het kader van de bilaterale relaties.

Los van de acties waarover het Internationaal Strafhof in volledige autonomie beslist, zal België steun blijven geven aan initiatieven die streven naar het vinden van een duurzame politieke oplossing voor het geweld in Darfour, alsook ter ondersteuning van een vreedzame en volledige implementatie van het “Globaal Vredesakkoord” met betrekking tot de kwestie Noord – Zuid.