SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
5 juin 2013 5 juni 2013
________________
Question écrite n° 5-9241 Schriftelijke vraag nr. 5-9241

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Le contrôle de l'application uniforme des délais de prescription tels que prévus par la loi du 14 juillet 1994 De controle op de uniforme toepassing van de verjaringstermijnen zoals bepaald in de wet van 14 juli 1994 
________________
prescription d'action
remboursement
assurance maladie
prestation sociale
verjaring van de vordering
aflossing
ziekteverzekering
sociale uitkering
________ ________
5/6/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
5/6/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3574 Requalification de : demande d'explications 5-3574
________ ________
Question n° 5-9241 du 5 juin 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9241 d.d. 5 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La loi du 14 juillet 1994 prévoit différents délais de récupération. Un délai de deux ans est applicable aux cas 'habituels'. Toutefois, lorsqu'il s'agit d'une fraude, le délai est porté à cinq ans. En cas de faute commise par la mutuelle, le délai de récupération est d'un an. Concrètement, cela signifie qu'en cas de récupération, la mutuelle devra chaque fois déterminer quel délai de récupération doit être appliqué.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le Service du Contrôle Administratif (SCA) contrôle-t-il l'application de ces délais de prescription ? Connaît-on des cas où le service de Contrôle administratif a estimé que la mutuelle avait appliqué un délai de récupération incorrect ?

2) Le SCA vérifie-t-il que les différents organismes assureurs et mutuelles appliquent ces délais de prescription de manière uniforme ? Dans l'affirmative, a-t-on constaté des différences d'application entre les mutuelles et les organismes assureurs ?

 

In de wet van 14 juli 1994 staan verschillende terugvorderingstermijnen. In 'gewone' gevallen geldt een terugvorderingstermijn van twee jaar. Wanneer er echter sprake is van fraude, bedraagt de termijn vijf jaar. Bij een fout door het ziekenfonds bedraagt de terugvordermingstermijn 1 jaar. Concreet wil dit zeggen dat bij elk geval waar moet worden teruggevorderd, het ziekenfonds zal moeten beslissen welke terugvorderingstermijn moet worden gehanteerd.

Graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Oefent de Dienst Administratieve Controle een controle uit op de toepassing van deze verjaringstermijnen? Zijn er gevallen bekend waarin de DAC oordeelde dat het ziekenfonds ten onrechte een verkeerde terugvorderingstermijn hanteerde?

2) Oefent de DAC een controle uit op de uniforme toepassing door de verschillende ziekenfondsen en verzekeringsinstellingen van deze verjaringstermijnen? Zo ja, werden verschillen in toepassing vastgesteld tussen ziekenfondsen of verzekeringsinstellingen?