SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
5 juin 2013 5 juni 2013
________________
Question écrite n° 5-9235 Schriftelijke vraag nr. 5-9235

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
L'application de l'article 17 de la Charte de l'assuré social à l'assurance obligatoire soins de santé De toepassing van artikel 17 van het handvest van de sociaal verzekerde op de verplichte ziekteverzekering 
________________
assurance maladie
remboursement
prestation sociale
ziekteverzekering
aflossing
sociale uitkering
________ ________
5/6/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
5/6/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3565 Requalification de : demande d'explications 5-3565
________ ________
Question n° 5-9235 du 5 juin 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9235 d.d. 5 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Charte de l’assuré social est d'application depuis le 1er janvier 1997 ; elle définit les droits et les devoirs du citoyen d'une part, et des institutions (coopérantes) de sécurité sociale de l'autre. Elle prévoit entre autres qu'un citoyen qui a agi en toute bonne foi ne peut être la victime d'une demande de remboursement de la part d'une institution (ccopérante) de sécurité sociale si la faute est due cette institution elle-même.

C'est une règle très claire qui a été explicitement inscrite dans la Charte. Les travaux préparatoires parlementaires ne laissent aucun doute sur l'intention de cette réglementation spécifique. On peut encore souscrire aujourd'hui à cette intention, à savoir que l'assuré social, qui est totalement de bonne foi, est protégé contre la complexité de la sécurité sociale, les fautes administratives et les imperfections de l'administration.

Cette disposition particulière de la Charte est née à la suite de nombreux cas navrants d'assurés sociaux qui, après plusieurs années, s’étaient vu réclamer des sommes astronomiques uniquement en raison d’une erreur de calcul de l'organisme de paiement. Il s'agissait parfois de plusieurs milliers d'euros par personne.

Les travaux préparatoires montrent que l'on avait tenu compte du fait que l'application de cette mesure pourrait conduire à de lourdes pertes pour la sécurité sociale, et spécialement pour l'assurance maladie obligatoire. On parle même de pertes s'élevant à des milliards de francs belges.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) En tant que ministre des Affaires sociales et de la Santé publique partagez-vous l'objectif précité del'article 17 de la Charte ?

2) Pouvez-vous étudier ce qui s'est passé en ce temps-là, la fin des années 1990, pour que les mutualités et l'INAMI aient nié si expressément la volonté du législateur ? À quel niveau les décisions ont-elles été prises ? Les mutualités ont-elles cherché à leur seule initiative à se faire rembourser ou était-ce une mission que leur avait confiée l'INAMI ou le ministre ?

3) Pouvez-vous, en ce qui concerne les soins médicaux des dernières années, faire une estimation des montants qui ont été récupérés en infraction avec l'article 17 de la Charte ? Ces montants indûment payés seront-ils remboursés aux assurés sociaux dupés ?

4) Êtes vous consciente du fait que certaines institutions de sécurité sociale respectent à la lettre l'article 17 de la Charte alors que d'autres n'en tiennent pas compte (ou en donnent une interprétation toute personnelle) ? Pouvez-vous, et veillerez à ce que les mutualités appliquent l'article 17 de la Charte pour les soins de santé ? Quelles actions entreprenez-vous et dans quel délai pouvons-nous en attendre des résultats ?

 

Het Handvest van de Sociaal Verzekerde is van toepassing sinds 1 januari 1997 en bepaalt de rechten en de plichten van de burger enerzijds en van de (meewerkende) instellingen van sociale zekerheid anderzijds. Er werd onder meer ingeschreven dat een burger die geheel te goeder trouw heeft gehandeld, nooit het slachtoffer mag worden van een terugvordering door een (meewerkende) instelling van sociale zekerheid wanneer deze zelf een fout heeft begaan.

Dit is een zeer duidelijke regel die expliciet neergeschreven staat in het Handvest. De parlementaire voorbereiding liet er ook geen twijfel over bestaan wat de bedoeling van deze specifieke regeling was. Deze bedoeling kan dan ook tot vandaag onderschreven worden, namelijk de sociaal verzekerde, die volledig te goeder trouw is, beschermen tegen de complexiteit van de sociale zekerheid en de administratieve fouten en onvolkomenheden van de administratie.

Deze specifieke bepaling van het Handvest is tot stand gekomen nadat er tal van schrijnende gevallen aan het licht waren gekomen. Sociaal verzekerden die na verloop van enkele jaren plots met torenhoge terugvorderingen geconfronteerd werden die louter te wijten waren aan een fout van de uitbetalingsinstelling. Soms ging het om bedragen van vele duizenden euro per persoon.

Uit de parlementaire voorbereiding blijkt ook dat men er rekening mee heeft gehouden dat het toepassen van deze maatregel tot grote verliezen zou kunnen leiden voor de sociale zekerheid en in het bijzonder in de verplichte ziekteverzekering. Er is zelfs sprake van miljarden Belgische franken verlies.

Graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Staat u als minister van sociale zaken en volksgezondheid achter de bovenvermelde doelstelling van artikel 17 van het Handvest?

2) Kan u nagaan wat destijds - eind jaren 90 - gebeurd is, waardoor ziekenfondsen en RIZIV zo uitdrukkelijk de wil van de wetgever hebben genegeerd? Op welk niveau werden welke beslissingen genomen? Bleven de ziekenfondsen volledig op eigen initiatief toch terugvorderen of kregen ze daartoe de opdracht van het RIZIV of de minister?

3) Kan u met betrekking tot geneeskundige zorg voor de afgelopen jaren een raming maken van de bedragen die door de ziekenfondsen werden teruggevorderd in strijd met artikel 17 van het Handvest? Zullen deze ten onrechte betaalde bedragen terugbetaald worden aan de gedupeerde sociaal verzekerden?

4) Is u zich ervan bewust dat sommige instellingen van sociale zekerheid artikel 17 van het Handvest nauwgezet naleven terwijl andere de bepaling naast zich neerleggen (of een geheel eigen interpretatie geven) ? Kan en zal u ervoor zorgen dat de ziekenfondsen artikel 17 van het Handvest toepassen op het vlak van geneeskundige zorg? Welke acties onderneemt u en op welke termijn mogen we resultaat verwachten ?