SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2012-2013 | Zitting 2012-2013 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
29 janvier 2013 | 29 januari 2013 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-7995 | Schriftelijke vraag nr. 5-7995 | ||||||||
de Muriel Targnion (PS) |
van Muriel Targnion (PS) |
||||||||
à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice |
aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Étranger en séjour illégal - Fausse identité - Expulsion vers le pays d'origine impossible - Bénéfice d'un statut d'apatride - Régularisation éventuelle | Illegale vreemdeling - Valse identiteit - Uitzetting naar het land van herkomst onmogelijk - Genot van het statuut van staatloze - Eventuele regularisatie | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
éloignement migration illégale apatride asile politique demandeur d'asile |
verwijdering illegale migratie staatloze politiek asiel asielzoeker |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-7995 du 29 janvier 2013 : (Question posée en français) | Vraag nr. 5-7995 d.d. 29 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Frans) | ||||||||
Lorsqu'un étranger est expulsé vers son pays d'origine sur pied d'un ordre de quitter le territoire parce que se trouvant en séjour illégal, il y a vérification préalable des conditions d'accueil auprès du pays vers lequel il est éloigné. Or, il arrive que, sans doute parce que l'identité déclarée à l'arrivée en Belgique est fausse, il n'est pas possible de l'expulser puisque l'État de destination ne le reconnaît pas comme un de ses ressortissants. Il est alors, in fine, inexpulsable. Dès lors, il pourrait, ai-je appris, bénéficier d'un statut d'apatride qui pourrait lui permettre d'être régularisé. Je souhaiterais savoir dans quelle mesure cette disposition est fondée et quelles seraient vos intentions à ce sujet. |
Als een vreemdeling wordt uitgezet naar zijn land van herkomst op grond van een bevel om het grondgebied te verlaten, wordt vooraf nagetrokken in welke omstandigheden betrokkene in het land van bestemming kan worden opgevangen. Het valt echter voor dat betrokkene die bij aankomst wellicht een valse identiteit heeft opgegeven, onmogelijk kan worden uitgezet, omdat de staat van bestemming betrokkene niet als een van zijn onderdanen erkent. Dientengevolge zou betrokkene, naar ik verneem, het statuut van staatloze kunnen genieten, wat de weg opent naar een regularisatie. Ik zou graag willen weten in welke mate de maatregel gegrond is en wat u hieromtrent voornemens bent? |
||||||||
Réponse reçue le 25 février 2013 : | Antwoord ontvangen op 25 februari 2013 : | ||||||||
L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Selon la Convention de New York du 28 septembre 1954 relative au statut d’apatride, est apatride toute personne qu’aucun État ne considère, en application de sa législation, comme l’un de ses ressortissants. Il s’agit donc d’une personne dont il est établi qu’elle ne possède juridiquement aucune nationalité. Ce n’est que lorsqu’un étranger ne se voit plus reconnaître par les autorités de son pays de naissance ou de résidence comme un de ses nationaux, par exemple, suite à l’éclatement de son pays, qu’il est en droit d’introduire une requête auprès du Tribunal de Première Instance en vue de se faire reconnaître le statut d'apatride. Par contre, ce statut n’est pas applicable s’agissant d’une personne qui délibérément agit de manière à ce qu’il ne puisse être identifié; ce n’est pas là, la vocation du statut d’apatride. De plus, les personnes qui ne collaborent pas à leur identification pour éviter leur éloignement, ne sont pas forcément « inexpulsables », car l’Office des Étrangers peut tenter malgré leur opposition de les identifier et ce notamment sur la base de leur dossier. |
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag. Volgens het Verdrag van New York betreffende de status van staatlozen van 28 september 1954 is een staatloze een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd. Het gaat dus om een persoon waarvan het juridisch vaststaat dat hij geen enkele nationaliteit bezit. Een verzoek indienen bij de Rechtbank van Eerste Aanleg om de erkenning als staatloze te bekomen is bijgevolg enkel geoorloofd indien de vreemdeling niet meer erkend wordt door de overheden van zijn land van geboorte of verblijf als zijnde een van hun onderdanen, bijvoorbeeld door het uiteenvallen van zijn land. Het statuut van staatloze is daarentegen niet toepasbaar met betrekking tot een persoon die bewust handelt zodat hij niet identificeerbaar zou zijn, dit is niet de bedoeling van het statuut van staatloze. Bovendien zijn personen die niet meewerken aan hun identificatie om hun verwijdering te vermijden, niet noodzakelijk “onuitzetbaar”, aangezien de Dienst Vreemdelingenzaken hen, ondanks hun tegenwerken, toch kan trachten te identificeren, namelijk op basis van hun dossier. |