SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4539 Schriftelijke vraag nr. 5-4539

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Asiles d'animaux - Possibilités d'accueil - Période d'affluence - Plan directeur Dierenasielen - Opvangmogelijkheden - Piekperiode - Masterplan 
________________
protection des animaux
dierenbescherming
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
24/1/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
24/1/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-2761 Réintroduction de : question écrite 5-2761
________ ________
Question n° 5-4539 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4539 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

On sait très bien que l'été est une période d'affluence dans tous les asiles d'animaux. De nombreux animaux domestiques ne sont manifestement pas compatibles avec les projets de vacances de nombreux concitoyens, et ces derniers ne trouvent guère d'autres solutions que de les déposer dans des asiles d'animaux. Selon divers médias, tous les records semblent être battus cet été, et les asiles peuvent à peine ou ne peuvent plus faire face à l'affluence.

Mes questions sont les suivantes :

1) La ministre peut-elle confirmer que l'été 2011 représente une période d'affluence absolue pour l'accueil d'animaux domestiques dans les asiles d'animaux ? Dispose-t-elle de chiffres et de comparaisons avec les années précédentes ?

2) Observe-t-on des différences territoriales (aux alentours des grandes villes, …) lors de l'affluence d'animaux domestiques indésirables dans des asiles d'animaux ?

3) Confirme-t-elle que les asiles d'animaux belges ont atteint leurs limites cet été ? Dans l'affirmative, comment compte-t-elle intégrer cette évolution dans ses mesures ? À quelles adaptations ou nouvelles mesures ce constat mènera-t-il ?

4) Dispose-t-elle d'un plan directeur relatif aux asiles d'animaux, et quels sont les accents principaux et les priorités pour les prochaines années ?

 

Het is genoegzaam bekend dat de zomer een piekperiode vormt voor alle dierenasielen. Blijkbaar passen vele huisdieren niet in de vakantieplannen van vele medeburgers en vinden zij weinig andere oplossingen dan ze te droppen in de dierenasielen. Volgens diverse media lijkt deze zomer alle records te verbreken en kunnen de asielen de instroom nauwelijks of niet meer bolwerken.

Hierover de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister bevestigen dat de zomer 2011 een absolute piekperiode betekent voor de instroom van huisdieren in de dierenasielen? Hoe verklaart zij deze piek? Beschikt zij over aantallen en vergelijkingen met de vorige jaren?

2) Zijn er territoriale verschillen op te merken (omgeving grootsteden, enz.) bij het pieken van ongewenste huisdieren in dierenasielen?

3) Beaamt zij dat de Belgische dierenasielen deze zomer hun opvanglimieten bereikten? Zo ja, hoe gaat zij deze ontwikkeling in haar beleidsmaatregelen integreren? Tot welke aangepaste of nieuwe maatregelen zal deze vaststelling leiden?

4) Beschikt zij over een masterplan in verband met de dierenasielen en welke zijn de hoofdaccenten en prioriteiten voor de komende jaren?

 
Réponse reçue le 24 janvier 2012 : Antwoord ontvangen op 24 januari 2012 :

1. Les dernières statistiques dont mes services disposent montrent une diminution du nombre d’abandons pour l’année 2010. Les statistiques étant établies sur base annuelle, je ne dispose pas encore des chiffres pour 2011 ni des fluctuations au cours de l’année. Il est probable que de façon récurrente, un pic d’abandons se produise au moment des vacances. Pour diminuer le nombre d’animaux recueillis dans les refuges, une série de mesures ont été prises pour limiter les achats impulsifs et responsabiliser les éleveurs et les acquéreurs d’animaux de compagnie.

Parmi celles-ci : l’interdiction de la vente de chiens et de chats sur les marchés et dans les magasins, l’identification et l’enregistrement obligatoires des chiens, l’imposition de conditions d’agrément aux éleveurs de chiens et chats ainsi qu’aux établissements commerciaux pour animaux.

Il s’agit également de l’interdiction de publicité pour la vente de chiens et chats dans le but de freiner l’élevage clandestin d’animaux par des particuliers et de lutter contre les achats impulsifs. Actuellement, seules des personnes possédant un établissement agréé peuvent faire de la publicité. Les particuliers doivent se limiter aux revues et aux sites internet spécialisés.

2. Les statistiques de l’année 2010 ont été établies par province et on ne constate pas de différences significatives entre les provinces en ce qui concerne l’évolution du nombre d’animaux recueillis.

3. La saturation de la capacité d’accueil diffère d’un refuge à l’autre, notamment en fonction de leur politique en matière d’euthanasie. Certains refuges optent pour l’euthanasie des animaux ayant le moins de chance d’être replacés afin de pouvoir en accueillir de nouveaux. D’autres refuges, ne pratiquant pas d’euthanasie, se voient dans l’obligation de refuser les nouveaux abandons.

Les refuges ont bien évidemment la possibilité de collaborer entre eux afin de trouver des solutions et de mieux se répartir les animaux abandonnés. Il est naturellement important que les asiles puissent disposer de moyens financiers suffisants pour pouvoir remplir leur tâche et pour éventuellement augmenter leur capacité d’accueil. A cet égard, j’ai adressé l’année passée une circulaire rappelant aux autorités communales leur responsabilité en matière d’accueil des animaux errant sur leur territoire. Cette lettre devrait inciter toutes les administrations locales à conclure un accord avec un refuge pour animaux.

4. Il est évident que la surpopulation dans les refuges reste un défi pour les prochaines années. Comme mentionné précédemment, une série de mesures ont déjà été prises pour diminuer l’afflux de chiens et de chats dans les refuges. Il faudra continuer à veiller à ce que l’acquisition d’un animal se fasse de manière responsable, et tenter de dégager des solutions pour diminuer la pléthore de chiens et de chats trop facilement disponibles. Pour endiguer la croissance de la population féline, la stérilisation des chats familiers apparaît comme une solution. C’est pourquoi le Service Bien-être animal de mon département a élaboré un plan pluriannuel, lequel a pour but d’échelonner la stérilisation des chats jusqu’à ce que leur population soit sous contrôle. La stérilisation sera accomplie en phases successives ; d’abord dans les refuges, ensuite chez les éleveurs et enfin chez les particuliers.

1. De laatste statistieken waarover mijn diensten beschikken, laten voor het jaar 2010 een daling zien van het aantal achtergelaten dieren. Aangezien de statistieken op jaarbasis worden opgesteld, heb ik nog geen cijfers voor 2011 of omtrent schommelingen in de loop van het jaar. Het is waarschijnlijk dat er steeds tijdens de vakantieperiode een terugkerende piek is van dieren die worden achtergelaten. Om het grote aantal dieren in de asielen te verlagen werd een reeks maatregelen genomen om impulsaankopen te beperken, en de fokkers en de kopers van gezelschapsdieren op hun verantwoordelijkheid te wijzen.

Het gaat onder meer om het verbod op de verkoop van honden en katten op markten en in winkels, de verplichte identificatie en registratie van honden, het opleggen van voorwaarden voor de erkenning van fokkers van honden en katten en van handelszaken voor dieren.

Ook is er een verbod ingesteld op reclame voor de verkoop van honden en katten, met de bedoeling het illegaal fokken van dieren door particulieren tegen te gaan en impulsaankopen te voorkomen. Momenteel mogen enkel mensen die een erkende inrichting bezitten, reclame maken. Particulieren moeten zich beperken tot gespecialiseerde websites en tijdschriften.

2. De statistieken van het jaar 2010 werden opgesteld per provincie, en er worden tussen de provincies onderling geen significante verschillen vastgesteld in de evolutie van het aantal opgevangen dieren.

3. De verzadiging van de opvangcapaciteit verschilt van asiel tot asiel en hangt met name af van hun beleid inzake euthanasie. Sommige asielen kiezen ervoor euthanasie toe te passen op de dieren die minst kans hebben om opnieuw geplaatst te worden, zodat er plaats is om nieuwe dieren op te vangen. Andere asielen die geen euthanasie willen toepassen, zien zich verplicht om nieuwe achtergelaten dieren te weigeren.

De asielen hebben natuurlijk wel de mogelijkheid om onderling samen te werken teneinde oplossingen te vinden en de achtergelaten dieren beter onder elkaar te verdelen. Vanzelfsprekend is het belangrijk dat de asielen over voldoende financiële middelen beschikken om hun taak te kunnen vervullen en om eventueel hun opvangcapaciteit te verhogen. In het kader daarvan heb ik vorig jaar een omzendbrief gestuurd waarin de gemeentelijke overheden herinnerd worden aan hun verantwoordelijkheid inzake opvang van dieren die op hun grondgebied rondzwerven. Die brief moet alle lokale besturen ertoe aanzetten een overeenkomst af te sluiten met een dierenasiel.

4. Vanzelfsprekend blijft de overbevolking in dierenasielen een uitdaging voor de komende jaren. Zoals hiervoor reeds aangegeven is, werd een reeks maatregelen genomen om de instroom van honden en katten in asielen te beperken. We moeten er blijven op toezien dat dieren op een verantwoorde manier worden aangekocht, en we moeten blijven nadenken over oplossingen om de overvloed aan al te makkelijk verkrijgbare katten en honden te verminderen. Om de groei van de kattenpopulatie te beperken, lijkt sterilisatie van huiskatten een oplossing. Daarom heeft de Dienst Dierenwelzijn van mijn departement een meerjarenplan uitgewerkt om stapsgewijze de sterilisatie van katten in te voeren tot hun populatie onder controle is. De sterilisatie zal eerst plaatsvinden in de asielen, vervolgens bij de fokkers en tot slot bij de particulieren.