SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4382 Schriftelijke vraag nr. 5-4382

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons - Rotation du personnel - Analyse Gevangenissen - Personeelsverloop - Analyse 
________________
établissement pénitentiaire
personnel pénitentiaire
mobilité de la main-d'oeuvre
administration du personnel
travailleur détaché
strafgevangenis
gevangenispersoneel
mobiliteit van arbeidskrachten
personeelsbeheer
gedetacheerd werknemer
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
3/7/2012Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
3/7/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-2952 Réintroduction de : question écrite 5-2952
________ ________
Question n° 5-4382 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4382 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'un des instruments d'une politique de ressources humaines réside dans l'analyse de la rotation du personnel. La durée moyenne de service, les motivations des départs ou des demandes de mutation et le suivi qui y est apporté sont des éléments extrêmement importants .

J'aimerais que le ministre m'éclaire sur la rotation du personnel pénitentiaire.

1) Le service public fédéral Justice (SPF) procède-t-il à intervalles réguliers, à une analyse de la rotation du personnel pénitentiaire ? Dans l'affirmative, quelle est la fréquence de ces analyses ? Qui est impliqué dans cet examen ? Quelles sont les conclusions de la dernière analyse ? Des différences importantes existent-elles entre les différents établissements pénitentiaires ?

2) En cas de départ volontaire d'un agent, procède-t-on systématiquement à un entretien visant à vérifier quelles sont les véritables motivations de son départ ? Qui est chargé de mener cet entretien ? A qui les résultats en sont-ils communiqués ?

Dans la négative, pourquoi cela n'est-il pas prévu ?

 

Een van de instrumenten om een personeelsbeleid te evalueren, is de analyse van het verloop van de medewerkers. Zowel de gemiddelde tijd in dienst, de redenen van vertrek of vraag naar overplaatsing als de manier waarop dit opgevolgd wordt, zijn van groot belang.

Graag verneem ik van de minister hoe het verloop van medewerkers er uitziet binnen onze gevangenissen.

1) Doet Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie op regelmatige tijdstippen onderzoek naar het verloop bij de personeelsleden in onze gevangenissen? Indien ja, wat is de frequentie van dergelijke onderzoeken? Wie wordt betrokken in die onderzoeken? Wat zijn de conclusies van het meest recente onderzoek? Zijn er belangrijke verschillen tussen de verschillende gevangenissen onderling?

2) Wordt bij een vrijwillig vertrek van een medewerker telkens een gesprek voorzien met de betrokkene om na te gaan wat de echte redenen van het vertrek zijn? Door wie wordt dit gesprek gevoerd? Aan wie worden de resultaten meegedeeld.

Indien neen, waarom gebeurt dit niet?

 
Réponse reçue le 3 juillet 2012 : Antwoord ontvangen op 3 juli 2012 :

1. La rotation au niveau des effectifs dans les prisons fait à intervalles réguliers l'objet d'une analyse dans le cadre de la préparation du plan du personnel et du suivi de ce plan de personnel en vue des recrutements.

Ces analyses ont pour but d'établir des statistiques et de calculer des estimations en vue de la programmation des recrutements auprès de Selor.

2. A l'heure actuelle, un entretien n'est pas prévu systématiquement en cas de départ volontaire d'un agent. Les principales raisons pour lesquelles des agents quittent volontairement sont connues au travers d'entretiens informels. Ces raisons ont trait aux conditions de travail spécifiques dans un établissement pénitentiaire. Certains agents découvrent seulement après un petit temps qu'ils ne sont pas faits pour s'occuper de détenus. Il peut parfois aussi devenir difficile pour les agents de supporter la pression psychique et ils recherchent alors un autre emploi. À côté de cela, il se peut également que le travail en équipes, et certainement ses pauses de nuit, commence à devenir lourd à un âge avancé. Ce sont parfois aussi des raisons familiales qui incitent les agents à opter pour un autre emploi où ils sont sûrs d'avoir un service de jour.

Pour des catégories professionnelles autres que les agents de surveillance pénitentiaire, comme les infirmiers, les psychologues, les informaticiens, etc., les conditions de travail et/ou la rémunération peuvent sembler plus attrayantes dans le secteur privé.

Un projet expérimental d'entretiens de sortie est en cours de préparation. Un questionnaire a déjà été élaboré. Il reste à examiner selon quelles modalités et par qui ce questionnaire sera soumis aux personnes concernées. Il en sera fait rapport à la direction régionale et au service central P&O.

1. Regelmatig wordt het verloop bij de personeelsleden in de gevangenissen geanalyseerd in het kader van de voorbereiding van het personeelsplan en de opvolging van dit personeelsplan voor de aanwervingen.

Deze onderzoeken gebeuren om statistieken op te maken en een raming te berekenen om de aanwerving bij Selor te programmeren.

2. Er wordt op dit moment nog niet systematisch een gesprek voorzien bij vrijwillig vertrek van een medewerker. De voornaamste redenen waarom medewerkers vrijwillig vertrekken zijn dankzij informele gesprekken bekend. Deze hebben te maken met de specifieke werkomstandigheden in een penitentiaire inrichting. Sommige medewerkers ontdekken pas na een tijdje dat omgaan met gedetineerden hen niet ligt. Medewerkers kunnen soms moeite krijgen om nog om te gaan met de psychische druk en zoeken een andere job. Daarnaast kan het ook dat het werken in ploegen, met zeker de nachtshiften, op latere leeftijd zwaar begint te wegen. Ook om familiale redenen kiezen medewerkers soms voor een andere job waar zij zeker zijn van een dagdienst.

Voor andere beroepsgroepen dan penitentiaire bewakingsassistenten, zoals verpleegkundigen, psychologen, ICT-ers en dergelijke kunnen de werkomstandigheden en/of de beloning aantrekkelijker overkomen in de privésector.

Er is een proefproject in de voorbereidingsfase om exit-gesprekken te voeren. Een vragenlijst is reeds ontworpen. Er wordt nog bekeken hoe en door wie de vragenlijst zou afgenomen worden. Rapportage zal gebeuren aan de Regionale Directie en de Centrale Dienst P&O.