SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4275 Schriftelijke vraag nr. 5-4275

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Commission nationale d'évaluation chargée d'évaluer l'application des dispositions relatives à l'interruption de grossesse - Commission fédérale de contrôle et d'évaluation de l'euthanasie - Comité consultatif de bioéthique - Frais de fonctionnement Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking - Federale Controle- en Evaluatiecommissie euthanasie - Raadgevend Comité voor Bio-ethiek - Werkingskosten 
________________
Commission nationale d'évaluation en matière d'interruption de la grossesse
Commission fédérale de contrôle et d'évaluation de l'application de la loi relative à l'euthanasie
Comité consultatif de bioéthique
coût de fonctionnement
Nationale Evaluatiecommissie inzake zwangerschapsafbreking
Federale Controle- en Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wet betreffende de euthanasie
Raadgevend Comité voor bio-ethiek
bedrijfskosten
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
15/2/2012Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
15/2/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-2041 Réintroduction de : question écrite 5-2041
________ ________
Question n° 5-4275 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4275 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans notre pays, il existe deux instances fédérales chargées d'évaluer régulièrement la législation abordant des questions d'éthique et qui relèvent de l'autorité du ministre. Il s'agit de la Commission nationale d'évaluation chargée d'évaluer l'application des dispositions relatives à l'interruption de grossesse et de la Commission fédérale de contrôle et d'évaluation de l'application de la loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie. En outre, il existe encore le Comité consultatif de bioéthique, dont la mission principale est de rendre des avis à la demande des différentes autorités sur des problèmes sociaux et éthiques sensibles dans le domaine des soins de santé.

Bien que les compétences de ces instances se chevauchent dans une certaine mesure et que celles ci soient toutes établies dans le même bâtiment, elles disposent chacune d'une base légale distincte. De ce fait, les statuts du cadre administratif et des membres du comité et des commissions diffèrent grandement.

Il est donc utile de se demander s'il s'agit de l'organisation la plus efficace.

J'ai déjà posé cette question antérieurement à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique (voir ma question écrite n° 5 1365). Elle m'a indiqué que le Service public fédéral Justice accordait un soutien financier considérable tant au Comité consultatif de bioéthique qu'à la commission d'évaluation relative à l'interruption de grossesse.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Dans quelle mesure le SPF Justice a t il contribué à une concertation structurée entre les instances précitées (Commission nationale d'évaluation relative à l'interruption de grossesse, Commission fédérale de contrôle et d'évaluation relative à l'euthanasie et Comité consultatif de bioéthique) ? S'agissait il ici principalement d'une concertation avec le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement ? À quelles dates ces réunions ont elles eu lieu ?

2) Quels furent, ces deux dernières années, les frais de fonctionnement et la charge de travail (nombre et nature des dossiers) pour respectivement le Comité consultatif de bioéthique, la Commission nationale d'évaluation relative à l'interruption de grossesse et la Commission fédérale de contrôle et d'évaluation relative à l'euthanasie ? Je souhaiterais obtenir ces chiffres avec une distinction entre les frais de fonctionnement et les frais de personnel par année.

3) Quel fut, ces deux dernières années, le total du budget de fonctionnement et des frais de personnel pour respectivement la Commission " euthanasie " et le Comité de bioéthique ? Quelle est la part du département de la Justice dans ces frais ? Je souhaiterais une ventilation par année.

4) Quelle est l'importance de la charge de travail de respectivement le Comité consultatif de bioéthique et la Commission fédérale de contrôle et d'évaluation relative à l'euthanasie (nombre et nature des dossiers) par rapport aux frais de fonctionnement ?

5) Quelle fut, ces deux dernières années, l'indemnité des membres de respectivement le Comité consultatif de bioéthique et la Commission fédérale de contrôle et d'évaluation relative à l'euthanasie ? À combien s'élèvent les dépenses introduites par ces membres ? S'agit il des dépenses totales ou de la contribution du département de la Justice ? Je souhaiterais une ventilation par année.

6) Quels sont les avantages et les inconvénients d'une fusion (partielle) de ce comité et de ces commissions ? Le ministre estime t il qu'une forme d'agrandissement d'échelle du cadre administratif pourrait aboutir à une organisation plus efficace ?

 

In dit land bestaan er twee federale instanties die de wetgeving in verband met ethische thema's met regelmaat evalueren en die mede onder het gezag van de geachte minister staan. Het betreft hier de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking en de Federale Controle- en Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie. Daarnaast is er ook nog het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Haar voornaamste taak bestaat erin om op vraag van de verschillende overheden advies uit te brengen over ethische en sociale gevoeligheden in het domein van de gezondheidszorg.

Hoewel deze instanties een zekere overlapping vertonen en ze allen gehuisvest zijn in eenzelfde gebouw, beschikken ze elk over een andere wettelijke basis. Hierdoor verschillen de statuten van het administratief kader, en van de leden van de comités en commissies onderling sterk.

Het is dus nuttig zich af te vragen of dit de meest efficiënte organisatievorm is.

Ik heb deze vraag eerder gesteld aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (zie mijn schriftelijke vraag nr. 5-1365). Zij deelde mee dat de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie aanzienlijke financiële ondersteuning biedt aan zowel het raadgevend comité voor bio-ethiek alsook aan de evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) In welke mate heeft de FOD Justitie bijgedragen tot gestructureerd overleg tussen bovengenoemde instanties (Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking, Federale Controle- en Evaluatiecommissie euthanasie en het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek)? Ging het hier voornamelijk om overleg met de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu? Op welke data ging dit overleg door?

2) Wat is sinds de afgelopen twee jaar de werklast (aantal en aard van de dossiers) en werkingskost van respectievelijk het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, de Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking en de Federale Controle- en Evaluatiecommissie euthanasie? Graag had ik deze cijfers verkregen met een onderscheid tussen werkingskosten en personeelskosten per jaar.

3) Welke was in de afgelopen twee jaar het totale werkingsbudget en de totale personeelskost van respectievelijk de Euthanasiecommissie en het Bio-ethisch Comité? Welke is het aandeel dat het departement Justitie hiertoe bijdraagt? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar.

4) Hoe verhoudt de werklast van respectievelijk het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek en de Federale Controle- en Evaluatiecommissie euthanasie (aantal en aard van de dossiers) zich tot de werkingskosten?

5) Wat is in de afgelopen twee jaar voor respectievelijk het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek en de Federale Controle- en Evaluatiecommissie euthanasie de vergoeding voor de leden? Hoe groot zijn de omkosten ingebracht van deze leden? Zijn dit de totale omkosten of de bijdrage van het departement Justitie? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar.

6) Welke zijn de voor- en nadelen van een (gedeeltelijke) samenvoeging van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, de Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking en de Federale Controle- en Evaluatiecommissie euthanasie? Denkt de geachte minister dat er voor wat betreft het administratief kader een vorm van schaalvergroting tot een efficiëntere organisatie zou kunnen leiden?

 
Réponse reçue le 15 février 2012 : Antwoord ontvangen op 15 februari 2012 :

Cette question appartient à la compétence de la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique.

Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.