SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4254 Schriftelijke vraag nr. 5-4254

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Expérimentations sur la personne humaine - Loi du 7 mai 2004 - Comité de bioéthique - Bonnes pratiques cliniques - Chiffres Experimenteren op de menselijke persoon - Wet van 7 mei 2004 - Bio-ethisch Comité - Goede klinische praktijken - Cijfers 
________________
expérimentation humaine
recherche médicale
Comité consultatif de bioéthique
bioéthique
statistique officielle
répartition par âge
proefneming met mensen
medische research
Raadgevend Comité voor bio-ethiek
bio-ethiek
officiële statistiek
leeftijdsverdeling
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-3273 Réintroduction de : question écrite 5-3273
________ ________
Question n° 5-4254 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4254 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La loi du 7 mai 2004 relative aux expérimentations sur la personne humaine a créé un cadre légal clair pour l'ensemble de ces expérimentations. Le nécessaire consentement préalable du patient occupe une position centrale dans cette loi. Ce consentement peut difficilement être obtenu auprès des mineurs et des personnes atteintes de démence. Ils doivent pourtant aussi faire l'objet d'un examen responsable. C'est à cette seule condition que pourront être développés, par exemple, les médicaments adéquats.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le Comité de bioéthique a-t-il déjà été sollicité pour un avis en matière de « bonnes pratiques cliniques » lors d'expérimentations médicales ?

2) Où en est l'arrêté d'exécution qui réglemente les « bonnes pratiques cliniques » lors d'expérimentations sur l'être humain ?

3) La ministre estime-t-elle que conformément à l'exemple néerlandais, les comités d'éthique locaux doivent faire rapport de leurs activités auprès d'une instance centrale ?

4) Combiens d'individus font-ils, par an, l'objet d'expérimentations médicales ? J'aimerais obtenir une pyramide d'âge de ces patients pour les trois dernières années pour lesquelles des données chiffrées sont disponibles, avec une ventilation par an, par région et par pathologie.

5) La ministre a-t-elle une idée du nombre de personnes incapables (mineurs, mineurs prolongés et personnes atteintes de démence) qui ont fait l'objet d'expérimentations médicales depuis l'entrée en vigueur de la loi du 7 mai 2004 ? Peut-elle donner un aperçu de l'identité des personnes qui ont signé l'accord pour ces patients ?

6) Combien d'études cliniques ont-elles, en Belgique, été effectuées sur des enfants au cours des cinq dernières années ? Quels médicaments et combien de patients étaient-ils concernés en l'occurrence ? Quel pourcentage d'études avait-il trait à des études également menées dans d'autres pays ?

 

De wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon, creëerde een duidelijk wettelijk kader voor alle experimenten. Centraal in deze wet staat de noodzaak dat de patiënt zijn voorafgaande geïnformeerde toestemming geeft, alvorens het onderzoek van start gaat. Deze toestemming kan moeilijk zijn bij minderjarigen en dementerende personen. Toch is verantwoord onderzoek ook bij hen nodig. Enkel op deze manier kan men bijvoorbeeld adequate geneesmiddelen voor hen ontwikkelen.

Geachte Minister, graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Werd het Bio-ethisch Comité reeds gevraagd naar een advies inzake "goede klinische praktijken" bij medische experimenten?

2) Wat is de stand van zaken van het uitvoeringsbesluit dat de "goede klinische praktijken" bij experimenten op de mens regelt?

3) Is de geachte minister van mening dat naar Nederlands voorbeeld, de lokale ethische comités hun werkzaamheden moeten rapporteren aan een centrale instantie?

4) Op hoeveel unieke personen worden per jaar medische experimenten uitgevoerd? Graag had ik een leeftijdspiramide van deze patiënten verkregen voor de afgelopen drie jaar waarvoor cijfermateriaal beschikbaar is, opgesplitst per jaar, per gewest en per pathologie.

5) Heeft zij een idee op hoeveel wilsonbekwamen (minderjarigen, verlengd minderjarigen en dementerenden) er sinds de inwerkingtreding van de wet van 7 mei 2004 medische experimenten werden uitgevoerd? Kan zij me een overzicht bezorgen van wie de instemming voor deze patiënten tekende?

6) Hoeveel klinische studies werden er in België reeds uitgevoerd op kinderen de laatste 5 jaar? Welke geneesmiddelen betrof dit en om hoeveel patiënten ging het hier? Hoeveel procent van deze studies betroffen studies die ook in andere landen werden uitgevoerd?

 
Réponse reçue le 23 avril 2012 : Antwoord ontvangen op 23 april 2012 :

1. À la connaissance de l’Agence fédérale des médicaments et des produits de santé (AFMPS), aucun avis n’a encore été demandé au Comité consultatif de Bioéthique en matière de Bonnes Pratiques cliniques en cas d’expérimentations médicales.

2. Deux inspecteurs ont été formés et chargés par l’AFMPS de l’inspection des Bonnes Pratiques cliniques en cas d’essais cliniques. Ils font leurs inspections conformément à la directive 2005/28/CE fixant des principes et des lignes directrices détaillées relatifs à l’application de bonnes pratiques cliniques en ce qui concerne les médicaments expérimentaux à usage humain, ainsi que les exigences pour l’octroi de l’autorisation de fabriquer ou d’importer ces médicaments et sont en étroite collaboration avec l’European medicinal Agency.

3. Non, actuellement, l’indépendance des Comités d’éthique locaux est prévue dans la loi du 7 mai 2004. L’Accord de coopération du 15 janvier 1993 portant création d’un comité consultatif de bioéthique, prévoit toutefois qu’un aperçu des activités des comités d’éthique doit être publié chaque année.

4. Une estimation approximative, sur base des données qui sont indiquées par le demandeur, est disponible. Le nombre de participants prévus aux essais cliniques qui ont été approuvés durant la période de 2008 à 2010 est le suivant :

Année d’approbation

Participants prévus

2008

+/- 36.000

2009

+/- 21.000

2010

+/- 20.500

5. Non, aucune information n’est disponible à ce sujet au niveau de l’AFMPS. Ces données ne peuvent être demandées aux Comités éthiques que moyennant une enquête détaillée

6. Non, aucune information n’est disponible à ce sujet.

Durant la période de 2006 à 2010, 199 essais cliniques, incluant des enfants, ont été approuvés. Le nombre exact de participants de moins de 18 ans ne peut être fixé, vu que ces essais ne sont souvent pas exclusivement effectués sur des enfants. 81 % de ces études étaient multinationales.

1. Voor zover bekend bij het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG) is er nog geen advies gevraagd aan het Raadgevend Comité voor Bio-Ethiek inzake Goede Klinische Praktijken bij medische experimenten

2. Er werden door het FAGG twee inspecteurs opgeleid en belast met de inspectie van de Goede Klinische Praktijken bij klinische proeven. Ze inspecteren volgens Richtlijn 2005/28/EG van de Commissie van 8 april 2005 tot vaststelling van beginselen en gedetailleerde richtsnoeren inzake goede klinische praktijken wat geneesmiddelen voor onderzoek voor menselijk gebruik betreft en tot vaststelling van de eisen voor vergunningen voor de vervaardiging of invoer van die geneesmiddelen en staan in nauw contact met het European Medicinal Agency.

3. Neen, momenteel wordt de onafhankelijkheid van de lokale Ethische Comités vastgelegd in de Wet van 7 mei 2004. Het Samenwerkingsakkoord van 15 januari 1993 houdende oprichting van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, voorziet echter wel dat jaarlijks een overzicht moet gepubliceerd worden van de activiteiten van de ethische comités.

4. Een ruwe schatting, gebaseerd op de gegevens die de indiener opgeeft, is beschikbaar. Het aantal voorziene deelnemers aan de klinische proeven die in de periode 2008 tot 2010 werden goedkeurd is als volgt:

Jaar van goedkeuring

Voorziene deelnemers

2008

+/- 36.000

2009

+/- 21.000

2010

+/- 20.500

5. Neen, hierover is geen informatie beschikbaar op het niveau van het FAGG. Deze gegevens kunnen enkel mits een gedetailleerde enquete opgevraagd worden bij de Ethische comités.

6. Neen, hierover is geen informatie beschikbaar.

In de periode 2006 tot 2010 werden 199 klinische proeven bij kinderen goedgekeurd. Het exacte aantal deelnemers jonger dan 18 jaar is niet vast te stellen, vermits deze proeven vaak niet uitsluitend op kinderen worden uitgevoerd. 81 % van deze studies was multinationaal.