SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
25 novembre 2011 25 november 2011
________________
Question écrite n° 5-3797 Schriftelijke vraag nr. 5-3797

de Karl Vanlouwe (N-VA)

van Karl Vanlouwe (N-VA)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Création d'une agence européenne de lutte contre le terrorisme De oprichting van een Europees contra-terrorisme agentschap 
________________
terrorisme
terrorisme
________ ________
25/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
25/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3798
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1108
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4305
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3798
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1108
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4305
________ ________
Question n° 5-3797 du 25 novembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3797 d.d. 25 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dernièrement, au parlement européen, Olivier Luyckx, directeur de la politique de lutte contre le terrorisme de la Commission européenne, a fourni des éclaircissements concernant le projet de création d'un nouvel organe interne de sécurité.

Il s'agirait d'une nouvelle agence qui grouperait les agences de sécurité existantes – Cepol, Cosi, Eurojust, Europol et Frontex – sous la direction du coordinateur de la lutte contre le terrorisme, Gilles de Kerckhove. L'agence serait basée sur le modèle du SEAE, Service européen pour l'action extérieure, de Catherine Ashton, qui gère les crises extérieures. La Commission est convaincue de l'utilisé d'un organe similaire pour le traitement de crises internes.

Olivier Luyckx cite la directive V relative à la coordination opérationnelle de la récente stratégie interne de sécurité, selon laquelle il faut dépasser la situation actuelle où les centres de crise des États membres échangent des contacts et des informations sur une base volontaire. La coopération devrait être renforcée et ce, en dehors des traités européens.

Dès 2004, l'accent avait été mis été mis sur cette proposition par la Belgique et l'Autriche à l'occasion de l'attentat à la bombe dans une gare madrilène mais elle fut rejetée par les grands États membres, lesquels ne sont toujours pas disposés à partager les éléments principaux de leurs services de renseignement avec d'autres États membres

Voici mes questions.

Ce sujet a-t-il été abordé récemment lors des rencontres européennes?

Quels sont les points de vue qui divisent les États membres ?

La Belgique est-elle encore toujours partisane de ce projet ? Pour quelle raison?

La collaboration entre les États membres au sujet de l'échange d'informations internes sur le terrorisme et autres activités criminelles est-elle actuellement satisfaisante?

 

Onlangs werd in het Europees parlement door Olivier Luyckx, directeur van het contraterrorisme beleid van de Europese Commissie, toelichting gegeven over de plannen om een nieuw intern veiligheidsorgaan op te richten.

Het zou gaan om een nieuw agentschap dat de bestaande veiligheidsagentschappen Cepol , Cosi , Eurojust, Europol en Frontex zou bundelen, onder leiding van de contraterrorisme coördinator Gilles de Kerckhove. Dit zou gebaseerd zijn op het model van de EDEO van Catherine Ashton. Men is bij de commissie overtuigd van het nut van een orgaan dat net als de EDEO de buitenlandse crisissen behandelt, er ook nut is aan een orgaan dat de interne crisissen waarneemt.

Luyckx citeert de Richtlijn V over Operationale Coördinatie van de recente Interne Veiligheidsstrategie waarin gesteld wordt dat men verder moet gaan dan de huidige situatie waarin crisis centra van lidstaten op vrijwillige basis contacten en informatie uitwisselen. De samenwerking moet beter kunnen en dat zonder de EU verdragen

Dit voorstel werd reeds in 2004 naar voren gebracht door België en Oostenrijk naar aanleiding van de bomaanslag in een Madrileens treinstation, maar dit werd afgeschoten door de grote lidstaten omdat deze nog altijd niet bereid zijn belangrijke delen van hun inlichtingendiensten te delen met andere lidstaten.

Mijn vragen aan de minister zijn:

" Werd dit onderwerp recent nog aangekaart op Europese bijeenkomsten?

" Wat zijn opinies die de lidstaten verdelen over dit onderwerp?

" Is België nog steeds een voorstander van dit project? Waarom wel of waarom niet meer?

" Verloopt de samenwerking tussen Europese lidstaten over de uitwisseling van interne informatie over terroristische en andere criminele activiteiten tegenwoordig naar behoren?