SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
19 septembre 2011 19 september 2011
________________
Question écrite n° 5-3092 Schriftelijke vraag nr. 5-3092

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Crime organisé - Priorités - Exploitation sexuelle Georganiseerde misdaad - Prioriteiten - Seksuele uitbuiting 
________________
criminalité organisée
prostitution
traite des êtres humains
georganiseerde misdaad
prostitutie
mensenhandel
________ ________
19/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
19/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4829 Réintroduite comme : question écrite 5-4829
________ ________
Question n° 5-3092 du 19 septembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3092 d.d. 19 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En Belgique, on estime le nombre de prostituées à 23 000, dont 80 % sont victimes d'une forme ou d'une autre d'exploitation. Le chef de la police fédérale, Paul Van Thielen, qualifie ce problème de pire forme de criminalité. Les organisations de terrain confirment cette analyse et illustrent cette exploitation par des exemples poignants. Par ailleurs, elles soulignent que l'intérêt des services de police pour ces phénomènes a fortement baissé, notamment en raison de l'attention accrue accordée à la lutte contre le terrorisme.

Dans ce contexte, M. Paul Van Thielen déclare qu'il présentera cette priorité majeure aux ministres compétents, à la suite de l'Image nationale de la sécurité, résultat d'un groupe d'analystes stratégiques qui ont élaboré des projections quant à l'évolution de la criminalité dans les prochaines années. L'exploitation sexuelle vient en tête de la liste relative au crime organisé. M. Van Thielen espère que les ministres retiendront cette liste de priorités, dont le choix sera arrêté fin 2011.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) La ministre reconnaît-elle que l'exploitation sexuelle est la première priorité en matière de crime organisé ?

2) La ministre préconise-t-elle de garder cette priorité en tête de la liste, de suivre l'avis de la direction de la police fédérale et de dégager les moyens nécessaires ?

3) Quand la ministre, en concertation avec les collègues concernés, arrêtera-t-elle cette liste de priorités ? La ministre considère-t-elle que ce choix relève des compétences d'un gouvernement d'affaires courantes ou s'en remet-elle à un prochain gouvernement fédéral ?

 

Van de naar schatting 23 000 prostituees in België blijkt 80 % het slachtoffer van diverse vormen van uitbuiting. Paul Van Thielen, topman van de federale politie, bestempelt dit probleem als de meeste ernstige vorm van criminaliteit. Hulporganisaties op het terrein bevestigen deze analyse en illustreren deze uitbuiting met schrijnende voorbeelden. Anderzijds beklemtonen zij dat de aandacht van de politiediensten voor dit fenomeen drastisch verminderde, onder andere door de meer doorgedreven aandacht voor de bestrijding van het terrorisme.

In deze context getuigt de heer Paul Van Thielen dat hij deze topprioriteit aan de betrokken ministers zal voorleggen, dit naar aanleiding van het Nationaal Veiligheidsbeeld, het resultaat van een groep strategische analisten die een toekomstvoorspelling uitwerkten met betrekking tot de criminaliteitsevoluties in de komende jaren. Op het lijstje van georganiseerde misdaad prijkt seksuele uitbuiting op de eerste plaats. Van Thielen hoopt dat de ministers deze prioriteitenlijst zullen behouden. De keuze daarvan wordt voor het einde van 2011 afgerond.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beaamt de minister dat de seksuele uitbuiting als hoogste prioriteit op de lijst georganiseerde misdaad prijkt?

2) Is de minister een voorstander om deze prioriteit ook als eerste te behouden, het advies van de top van de federale politie te volgen en daarvoor de nodige middelen te alloceren?

3) Wanneer zal de minister, in overleg met de betrokken collegae, deze prioriteitenlijst afwerken en besluiten? Beschouwt de minister deze keuzes als behorende tot de bevoegdheden van een ontslagnemende regering of schuift zij deze keuzes door naar een volgende federale regering?