SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
20 juillet 2011 20 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2818 Schriftelijke vraag nr. 5-2818

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Les économies dans le remboursement de l'oxygénothérapie Het besparen op terugbetalingen van de zuurstoftherapie 
________________
assurance maladie
coût de la santé
ticket modérateur
thérapeutique
oxygène
ziekteverzekering
kosten voor gezondheidszorg
remgeld
geneeswijze
zuurstof
________ ________
20/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
20/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-1062
Réintroduite comme : question écrite 5-4543
Requalification de : demande d'explications 5-1062
Réintroduite comme : question écrite 5-4543
________ ________
Question n° 5-2818 du 20 juillet 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2818 d.d. 20 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Lorsqu'à la suite d'un dysfonctionnement pulmonaire, le sang vient à manquer d'oxygène, le métabolisme se met à fonctionner au ralenti ou trop lentement. Pour y remédier, on utilise l'oxygénothérapie. En 2009, celle-ci a coûté 42 millions d'euros à l'assurance-maladie. Après examen, le Centre fédéral d’expertise des soins de santé (KCE) a constaté que cette thérapie pouvait être prescrite et entièrement remboursée à tout un chacun, sans guère de restrictions, pour toute une série d'affections. On observe en même temps une augmentation significative depuis qu'une entreprise a acquis, en 2007, le monopole de la distribution de l'appareillage nécessaire. C'est pourquoi le KCE plaide pour une autre approche, qui passe notamment par des adjudications publiques tout en renforçant les conditions de remboursement de cette thérapie. Cela pourrait représenter une économie de 24 millions d'euros.

Comment la ministre évalue-t-elle l'analyse plutôt accablante du Centre fédéral d'expertise des soins de santé sur la manière dont l'oxygénothérapie est utilisée chez nous en étant, qui plus est, remboursée par l'assurance-maladie ?

La ministre reconnaît-elle que l'augmentation sensible de ces remboursements résulte d'une situation de monopole inacceptable, liée à une absence de restrictions préalables au remboursement ? La ministre est-elle prête à appliquer les recommandations du Centre fédéral d'expertise, par exemple en passant par une adjudication publique ? La ministre instaurera-t-elle des restrictions en subordonnant le remboursement de l'oxygénothérapie à certaines indications cliniques ? Dans l'affirmative, quand la ministre donnera-t-elle des directives à ce sujet et à partir de quand les économies nécessaires attendues seront-elles perceptibles ? Dans la négative, quels arguments la ministre avance-t-elle pour ne pas traduire les recommandations en mesures politiques ?

 

Disfunctionerende longen veroorzaken een tekort aan zuurstof in het bloed, met als gevolg dat het volledig metabolisme lager of te laag begint te functioneren. Men verhelpt dit door een zuurstoftherapie. Deze kostte de ziekteverzekering in 2009 42 miljoen euro. Het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg (KCE) bestudeerde dit en stelde vast dat deze therapie zonder veel restricties aan zowat iedereen voor een hele rist aandoeningen kan worden voorgeschreven tegen een volledig terugbetalingstarief. Tevens valt een opmerkelijke stijging vast te stellen sinds één firma in 2007 het monopolie verwierf op de verdeling van de noodzakelijke voorzieningen. Het KCE pleit daarom voor een andere aanpak, met o.a. openbare aanbestedingen en een hogere drempel alvorens deze therapie wordt terugbetaald. Dit zou een besparing van 24 miljoen euro kunnen betekenen.

Hoe evalueert de Minister de eerder vernietigende analyse van het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg over de wijze waarop de zuurstoftherapieën in ons land toegepast en vooral ook worden terugbetaald door de ziekteverzekering?

Beaamt de Minister dat de forse stijging van deze terugbetalingen wordt veroorzaakt door een onaanvaardbare monopolievorming, gekoppeld aan het ontbreken van noodzakelijke drempels alvorens tot een terugbetaling te beslissen? Is de Minister bereid om de aanbevelingen van het Kenniscentrum, o.a. door een openbare aanbesteding, toe te passen. Zal de Minister eveneens drempels inbouwen die de terugbetaling van zuurstoftherapie koppelen aan klinische vereisten? Zo ja, wanneer zal de Minister hieromtrent richtlijnen geven en vanaf welk moment zullen de te verwachten en noodzakelijke besparingen merkbaar zijn? Zo niet, met welke argumenten beslist de Minister om de aanbevelingen niet in concrete beleidsvoering om te zetten?