SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
24 juin 2011 24 juni 2011
________________
Question écrite n° 5-2637 Schriftelijke vraag nr. 5-2637

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen
________________
Asile et migration - Centres fermés - Procédure de plainte Asiel en migratie - Gesloten centra - Klachtenprocedure 
________________
asile politique
Unia
emprisonnement
migration illégale
Myria
demandeur d'asile
politiek asiel
Unia
gevangenisstraf
illegale migratie
Myria
asielzoeker
________ ________
24/6/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
24/6/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4804 Réintroduite comme : question écrite 5-4804
________ ________
Question n° 5-2637 du 24 juin 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2637 d.d. 24 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À la page 185 du rapport annuel 2010 du Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme (CECLR), le Centre plaide pour que l'on rende la procédure de plainte plus accessible et propose d'appliquer l'arrêté royal du 2 août 2002 fixant le régime et les règles de fonctionnement applicables aux lieux situés sur le territoire belge, gérés par l'Office des étrangers, où un étranger est détenu, mis à la disposition du Gouvernement ou maintenu, en application des dispositions citées dans l'article 74/8, § 1er, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, dans la mesure où il permet au secrétariat permanent de tenir des permanences dans les centres fermés afin de faciliter l'accessibilité pour le résidant et de promouvoir l'indépendance de la procédure.

Le Centre rappelle qu’il demande à être informé, de la manière la plus complète, de la suite réservée aux plaintes introduites par les étrangers détenus en centre fermé, notamment par la réception d’une copie de la plainte et des décisions qui en ont résulté ou, le cas échéant,

du procès-verbal de médiation.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le secrétaire d'État partage-t-il l'avis du CECLR et du Comité des droits de l'homme des Nations unies, selon lequel il y a un problème en ce qui concerne la procédure de plainte dans les centres fermés ? Dans la négative, sur la base de quels arguments réfute-t-il cette critique ?

2) Que pense-t-il de l'avis du CECLR selon lequel le secrétariat permanent devrait tenir des permanences dans les centres fermés ? A-t-il déjà étudié cette possibilité et envisage-t-il une nouvelle initiative en la matière ?

3) Qu'a-t-il entrepris ou que projette-t-il pour rendre la procédure de plainte plus transparente et accessible ?

 

In het jaarverslag 2010, p. 185, van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding (CGKR), pleit het Centrum voor een betere toegankelijkheid van de klachtenprocedures en stelt voor om het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de plaatsen gelegen op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst vreemdelingenzaken, waar een vreemdeling wordt opgesloten, ter beschikking gesteld van de regering of vastgehouden, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, toe te passen daar waar het mogelijkheid biedt aan het permanent secretariaat om in de gesloten centra permanenties te houden, met drempelverlagende effecten en in het voordeel van de onafhankelijkheid van de procedure.

Het Centrum vraagt ook om systematisch en accuraat informatie bij te houden over het gevolg dat wordt gegeven aan klachten van vreemdelingen in de gesloten centra, via het ontvangen van een kopie van de klacht en van de beslissingen die erop volgen of van het proces-verbaal van de bemiddeling.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte staatssecretaris de beoordeling van het CGKR en van het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties, dat er zich een probleem voordoet met de klachtenprocedure in de gesloten centra? Zo neen, met welke argumenten weerlegt hij deze kritiek?

2) Hoe beoordeelt hij het advies van het CGKR om permanenties te houden van het permanente secretariaat in de gesloten centra? Heeft hij deze mogelijkheid al onderzocht en plant hij hieromtrent een nieuw initiatief?

3) Wat ondernam of plant hij om de klachtenprocedure meer transparant en toegankelijk te maken?