SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
21 avril 2011 21 april 2011
________________
Question écrite n° 5-2163 Schriftelijke vraag nr. 5-2163

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Elections - Membres des bureaux de vote et de dépouillement - Nombre - Refus - Poursuites Verkiezingen - Leden van de stem- en stemopnemingsbureaus - Aantallen - Weigeringen - Vervolgingen 
________________
élection
bureau de vote
décompte des voix
poursuite judiciaire
statistique officielle
verkiezing
stembureau
telling van de stemmen
gerechtelijke vervolging
officiële statistiek
________ ________
21/4/2011Verzending vraag
8/7/2011Antwoord
21/4/2011Verzending vraag
8/7/2011Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-2162 Aussi posée à : question écrite 5-2162
________ ________
Question n° 5-2163 du 21 avril 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2163 d.d. 21 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En Belgique, le vote est obligatoire. Le jour des élections, certains citoyens sont également appelés à participer activement à l'organisation de celles-ci et à remplir ainsi leurs obligations civiques en exerçant la fonction de président, assesseur ou secrétaire d'un bureau de vote ou de dépouillement. Je crains toutefois que par apathie ou en guise de protestation face au malaise politique, de nombreuses personnes décident de ne pas se présenter au bureau de vote ou de dépouillement. Cela ne fera que renforcer considérablement la tendance existante.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1. Combien de citoyens ont-ils été convoqués pour participer à l'organisation des élections du 13 juin 2010 ? Combien d'entre eux ne se sont-ils pas présentés, sans motif valable, le 13 juin ? Le ministre peut-il me fournir une ventilation des chiffres par arrondissement électoral ? Comment explique-t-il et évalue-t-il ces chiffres ?

2. Les différents parquets ont-ils déposé plainte contre les citoyens qui ne se sont pas présentés le 13 juin pour siéger dans un bureau de vote ? Dans l'affirmative, de combien de personnes s'agit-il dans chaque arrondissement judiciaire ? Quel a été le nombre de transactions et de citations directes ? Comment le ministre explique-t-il les différences entre arrondissements judiciaires ?

3. Remarque-t-on des différences entre les chiffres évoqués à la précédente question et les chiffres correspondants de juin 2009 ? Comment le ministre explique-t-il et évalue-t-il cette évolution ?

 

In België geldt een algemene stemplicht. Sommige burgers werden ook opgeroepen om op de dag van de verkiezingen actief mee te helpen aan de organisatie ervan en zo hun burgerplicht te vervullen door de functie van voorzitter, bijzitter of secretaris op te nemen in de stembureaus of stemopnemingsbureaus. Ik vrees echter dat veel mensen geïnspireerd door de politieke malaise uit protest of uit apathie niet komen opdagen. Daarmee zal de bestaande tendens substantieel worden versterkt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel burgers werden opgeroepen om mee te helpen bij de organisatie van de verkiezingen van 13 juni 2010? Hoeveel personen waren er onterecht afwezig op 13 juni 2010? Kan de minister dit opsplitsen per kiesarrondissement? Hoe verklaart en duidt de minister deze cijfers?

2. Legden de verschillende parketten klacht neer tegen burgers die op 13 juni niet zijn komen opdagen om te zetelen in de kiesbureaus? Zo ja, om hoeveel personen ging het dan per gerechtelijk arrondissement ? Hoeveel minnelijke schikkingen en hoeveel rechtstreekse dagvaardingen waren er? Hoe verklaart de minister deze verschillen tussen de gerechtelijk arrondissementen?

3. Hoe verhouden de cijfers als antwoord op voorgaande vragen zich tot soortgelijke cijfers n.a.v. de verkiezingen van juni 2009? Hoe evalueert en duidt de minister deze cijfers?

 
Réponse reçue le 8 juillet 2011 : Antwoord ontvangen op 8 juli 2011 :

L’honorable Membre trouvera ci-après la réponse à sa question

1 et 3. Vous trouverez ci-dessous, pour les élections législatives fédérales du 13 juin 2010 (Chambre) et pour les élections régionales du 7 juin 2009, un tableau établi par province (ou arrondissement administratif) mentionnant le nombre de membres qui ont siégé dans les bureaux de vote (traditionnel ou automatisé) et dans les bureaux de dépouillement.

Il faut rappeler qu’un bureau de vote traditionnel ou un bureau de dépouillement est composé d’un président, d’un secrétaire et de quatre assesseurs et qu’un bureau de vote électronique est composé d’un président, de deux secrétaires et de cinq assesseurs.

 

Bureaux de vote traditionnel

Bureaux de dépouillement

Bureaux de vote automatisé

 

2010

2009

2010

2009

2010

2009

Anvers

786

786

528

528

10072

10072

Limbourg

2262

2256

1536

1524

3288

3288

Flandre orientale

7632

7614

5124

5112

2312

2312

Brabant flamand

3090

3084

2076

2076

4448

4448

Flandre occidentale

7674

7668

5160

5160

328

328


 

 

 

 

 

 

Arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale

0

0

0

0

5600

5600

 

 

 

 

 

 

 

Hainaut

8358

8388

5520

5544

184

184

Liège

2610

2604

1752

1740

4528

4528

Luxembourg

2082

2064

1248

1272

64

64

Namur

3678

3684

2256

2268

0

0

Brabant wallon

2532

2532

1692

1692

0

0

Le nombre de personnes effectivement convoquées par les présidents des bureaux de canton pour parvenir à composer entièrement les bureaux de vote et de dépouillement et atteindre les chiffres mentionnés dans le tableau ci-avant diffère par canton mais il faut au minimum convoquer quatre personnes supplémentaires par bureau.

2. Conformément aux dispositions du Code électoral, le président, l'assesseur ou l'assesseur suppléant qui n'aura pas fait connaître ses motifs d'empêchement à l’exercice d’une fonction dans un bureau électoral dans le délai fixé ou qui, sans cause légitime, se sera abstenu de remplir les fonctions conférées peut être poursuivi

Concernant le nombre de poursuites et les éventuelles condamnations prononcées, j’invite monsieur le ministre de la Justice à vous transmettre ces informations dans le cadre de votre question n° 5-2162.

Het geachte Lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1 en 3. U vindt hieronder, voor de federale wetgevende verkiezingen van 13 juni 2010 (Kamer) en voor de regionale verkiezingen van 7 juni 2009a een tabel die per provincie (of per administratief arrondissement) werd opgesteld, met vermelding van het aantal leden dat gezeteld heeft in de (traditionele of geautomatiseerde) stembureaus en in de stemopnemingsbureaus.

Ter herinnering: een traditioneel stembureau of een stemopnemingsbureau bestaat uit een voorzitter, een secretaris en vier bijzitters en een elektronisch stembureau bestaat uit een voorzitter, twee secretarissen en vijf bijzitters.

 

Traditionele stembureaus

Stemopnemingsbureaus

Geautomatiseerde stembureaus

 

2010

2009

2010

2009

2010

2009

Antwerpen

786

786

528

528

10072

10072

Limburg

2262

2256

1536

1524

3288

3288

Oost-Vlaanderen /

7632

7614

5124

5112

2312

2312

Vlaams-Brabant

3090

3084

2076

2076

4448

4448

West-Vlaanderen

7674

7668

5160

5160

328

328

 

 

 

 

 

 

 

Administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad

0

0

0

0

5600

5600

 

 

 

 

 

 

 

Henegouwen

8358

8388

5520

5544

184

184

Luik

2610

2604

1752

1740

4528

4528

Luxemburg

2082

2064

1248

1272

64

64

Namen

3678

3684

2256

2268

0

0

Waals-Brabant

2532

2532

1692

1692

0

0

Het aantal personen dat effectief opgeroepen wordt door de voorzitters van de kantonbureaus om de stem- en stemopnemingsbureaus volledig te kunnen samenstellen en om de cijfers in de hierboven vermelde tabel te bereiken, verschilt per kanton, maar men moet minstens vier extra personen oproepen per bureau.

2. Overeenkomstig de bepalingen van het Kieswetboek, kan de bijzitter of plaatsvervangende bijzitter die zijn redenen van verhindering voor de uitvoering van een functie in een kiesbureau niet binnen de vastgelegde termijn heeft doen kennen, of die, zonder wettelijke reden, de toegekende functies niet heeft vervuld, vervolgd worden.

Wat het aantal vervolgingen en eventueel uitgesproken veroordelingen betreft, verzoek ik de heer minister van Justitie om u deze informatie te verschaffen in het kader van uw vraag nr. 5-2162.