SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
23 janvier 2014 23 januari 2014
________________
Question écrite n° 5-10962 Schriftelijke vraag nr. 5-10962

de Fabienne Winckel (PS)

van Fabienne Winckel (PS)

à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw
________________
les propositions de simplification en faveur des petits producteurs artisanaux de voorstellen van vereenvoudiging ten voordele van kleine ambachtelijke producenten 
________________
Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire
entreprise artisanale
formalité administrative
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
ambachtelijk bedrijf
administratieve formaliteit
________ ________
23/1/2014Verzending vraag
26/2/2014Antwoord
23/1/2014Verzending vraag
26/2/2014Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4315 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4315
________ ________
Question n° 5-10962 du 23 janvier 2014 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-10962 d.d. 23 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le 24 octobre dernier, je vous avais relayé le sentiment de mécontentement des agriculteurs et leurs remarques notamment par rapport aux normes sanitaires Afsca jugées trop sévères et non adaptées à leurs réalités professionnelles.

Dans vos éléments de réponse, vous avez déclaré avoir rassemblé l'ensemble des acteurs de la chaîne alimentaire y compris le secteur agricole et vous avez annoncé que des propositions de simplification étaient en voie de finalisation. Vous avez cité l'exemple de la mesure qui permet aux producteurs de faire avaliser par l'Afsca leur projet d'infrastructure a priori et non plus a postériori et qui serait valable 3 ans.

Madame la Ministre,

Quelles sont les autres mesures de simplification que vous avez retenues pour soutenir les petites productions artisanales et quand seront-elles mises en œuvre?

 

Op 24 oktober jongsteleden heb ik u op de hoogte gebracht van het gevoel van onbehagen van de landbouwers en van hun opmerkingen, met name met betrekking tot de sanitaire normen van het FAVV, die ze te streng vinden en niet aangepast aan de werkelijkheid van hun beroep.

In uw antwoord hebt u gezegd dat u alle actoren die betrokken zijn bij de voedselketen, met inbegrip van de landbouwsector, hebt uitgenodigd, en aangekondigd dat de laatste hand werd gelegd aan de voorstellen tot vereenvoudiging. U gaf als voorbeeld de maatregel die het de producenten mogelijk maakt hun infrastructuurproject vooraf te laten goedkeuren door het FAVV in plaats van achteraf en ook dat die goedkeuring drie jaar geldig blijft.

Mevrouw de minister,

Welke andere maatregelen tot vereenvoudiging hebt u aangenomen om de kleine ambachtelijke bedrijven te steunen en wanneer zullen ze worden toegepast?

 
Réponse reçue le 26 février 2014 : Antwoord ontvangen op 26 februari 2014 :

J’attire votre attention sur le fait que, dès 2005, j’avais déjà cosigné l’arrêté ministériel relatif aux assouplissements en matière d’autocontrôle et de traçabilité. Il permettait aux entreprises de moins de cinq ETP de disposer d’un système HACCP allégé entièrement basé sur le guide d’autocontrôle de leur secteur d’activité.

En 2010 et 2012, j’ai consulté les différents secteurs afin qu’ils me fassent des propositions de simplifications.

Sans entrer dans les détails, sur environ 150 propositions, plus de 100 ont été réalisées tous secteurs confondus. Il peut s’agir de réformes importantes comme d’améliorations ponctuelles dans le fonctionnement de notre système.

A titre d’exemple, en avril 2013, les assouplissements destinés aux entreprises de moins de cinq ETP que j’ai évoqués au début de ma réponse ont encore été étendus puisque tous les opérateurs fournissant directement aux consommateurs peuvent maintenant en bénéficier. Cette extension s’est traduite par la publication d’un nouvel arrêté ministériel relatif aux assouplissements en matière d’autocontrôle et de traçabilité.

Depuis plusieurs mois,l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA) met gratuitement sur son site web les guides d’autocontrôle destinés aux opérateurs qui fournissent des produits aux consommateurs, parmi lesquels les producteurs de produits laitiers à la ferme, les boulangers, les bouchers, dont bien sûr les boucheries à la ferme.

Rédigés par les secteurs et approuvés par l’AFSCA, ces guides constituent des outils pratiques pour aider les opérateurs à remplir leurs obligations en matière de sécurité alimentaire.

Ils se focalisent sur une obligation de résultats et non de moyens, ce qui permet aux producteurs de conserver leurs méthodes de travail quand elles sont adaptées.

Le nouvel arrêté ministériel met également en œuvre une simplification en matière de traçabilité qui permet d’alléger la charge administrative.

Les check-lists de contrôle de l’AFSCA commentées ont également été rendues accessibles à tous via internet, elles permettent une interprétation pragmatique et concrète de la législation et des critères de contrôle de l’AFSCA qui en résultent. Il s’agit ici également de faire primer l’obligation de moyens sur celle de résultats.

Depuis le 1er juillet 2013, tous les opérateurs peuvent faire valider gratuitement leurs plans de projets d’infrastructures auprès de l’AFSCA, dans leurs UPC. Cette validation est valable pendant au moins trois ans (à activité et législation égales, en absence de dégradations anormales). Cette disposition permet donc aux producteurs artisanaux d’avoir des garanties que leurs investissements seront réalisés à bon escient et de leur éviter ensuite de mauvaises surprises, suite par exemple à des différences d’appréciation des contrôleurs quant à la conformité des infrastructures.

Un nouvel arrêté royal du 7 janvier 2014 relatif à l'approvisionnement direct par un producteur primaire du consommateur final ou du commerce de détail local en petites quantités de certaines denrées alimentaires d'origine animale publié au Moniteur belge le 24 janvier 2014 permet de déroger à certaines normes européennes et ainsi rendre plus simple la vente directe de lait, d’œufs, et de certains autres produits de la ferme.

Il s’agit d’assouplissements relatifs à l’infrastructure, la fréquence d’analyses, l’abattage à l’exploitation, le marquage des œufs.

Enfin, j’ai initié à mon cabinet un groupe de travail spécifique « transformation et vente à la ferme » qui est pérennisé à l’AFSCA. Il permet aux représentants des acteurs de ce secteur et des administrations de se concerter, que ce soit pour de nouvelles propositions concrètes ou pour régler des difficultés ponctuelles.

Il s’agit donc d’un travail permanent en vue de trouver le plus juste équilibre possible entre la nécessite de garantir la sécurité alimentaire et permettre aux producteurs artisanaux, comme aux autres, de pouvoir développer leur activité.

Ik vestig uw aandacht op het feit dat ik in 2005 het ministerieel besluit betreffende de versoepeling van de autocontrole en de traceerbaarheid mee heb ondertekend. Door dit besluit kunnen ondernemingen met minder dan vijf VTE’s gebruik maken van een versoepeld HACCP-systeem gebaseerd op een autocontrolegids van hun eigen beroepssector.

In 2010 en 2012 heb ik verscheidene sectoren gecontacteerd met de vraag mij enkele voorstellen van vereenvoudiging over te maken.

Zonder dieper in te gaan op de details, kan ik stellen dat van de 150 voorstellen, er meer dan 100 werden verwezenlijkt. Het kan worden gezien als een belangrijke gerichte verbetering in de werking van het systeem.

Bij wijze van voorbeeld geef ik mee dat in april 2013 de versoepeling voor ondernemingen met minder dan vijf VTE’s die in het begin van mijn antwoord aan bod kwam, nog werden uitgebreid. Alle operatoren die rechtstreeks leveren aan de consument, kunnen nu immers van deze versoepeling genieten. De uitbreiding werd geregeld met de publicatie van een nieuw ministerieel besluit betreffende de versoepeling van de autocontrole en de traceerbaarheid.

Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) heeft enkele maanden geleden de autocontrolegidsen bestemd voor operatoren die producten leveren aan de consument, op zijn website geplaatst. Deze gidsen kunnen gratis worden geraadpleegd door ondermeer producenten van zuivelproducten, bakkers, beenhouwers, waaronder uiteraard beenhouwerijen op de boerderij.

Deze gidsen, die zijn opgesteld door de sectoren en goedgekeurd door het FAVV, vormen een praktisch instrument voor de operator zodat deze zijn verplichtingen inzake voedselveiligheid kan nakomen.

Ze richten zich op een resultaatverbintenis en niet op de middelen zelf, waardoor de producent zijn werkwijze kan behouden, op voorwaarde dat deze voldoen.

Het nieuwe ministerieel besluit voert ook een versoepeling in op het vlak van de traceerbaarheid. Dit moet zorgen voor een verminderde administratieve last.

Ook de checklists inspecties van het FAVV werden met commentaar ter beschikking gesteld van iedereen via het internet. Deze maken een pragmatische en concrete interpretatie van de wetgeving en van de inspectiecriteria van het FAVV die eruit voortvloeien, mogelijk. Ook hier geldt dat de middelenverplichting primeert op de resultatenverplichting.

Sinds 1 juli 2013 kunnen alle operatoren hun ontwerp-infrastructuurplan gratis laten valideren door het FAVV, in de PCE’s. Deze validatie is geldig voor minstens 3 jaar (bij gelijkblijvende activiteit en regelgeving, behoudens ongewone verslechtering). Dankzij deze bepaling kunnen artisanale producenten ervan uitgaan dat hun investeringen doordacht zijn en vermijden ze onaangename verrassingen, als gevolg bij voorbeeld van een verschillende appreciatie van de inspecteurs op het vlak van de conformiteit van de infrastructuur.

Een nieuw koninklijk besluit van 7 januari 2014 betreffende de rechtstreekse levering, door een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 24 januari 2014 maakt het mogelijk af te wijken van bepaalde Europese regels en zo de rechtstreekse verkoop van melk, eieren en andere hoeveproducten te vergemakkelijken.

Het gaat om versoepelingen die te maken hebben met de infrastructuur, de analysefrequentie, het slachten op de boerderij, het merken van de eieren.

Tenslotte heb ik op mijn kabinet een bijzondere werkgroep “verwerking en verkoop op de boerderij” opgericht die een permanent karakter zal hebben binnen het FAVV. Hier kunnen actoren uit de sector en administraties overleg plegen, of het nu gaat om nieuwe concrete voorstellen te bespreken of om een welbepaald probleem te regelen.

Het gaat dus om een permanent werk dat ons in staat moet stellen het meest geschikte evenwicht te vinden tussen het verzekeren van de voedselveiligheid en de artisanale producenten de mogelijkheid te bieden, zoals de anderen, een activiteit te ontwikkelen.