SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
3 avril 2008 3 april 2008
________________
Question écrite n° 4-684 Schriftelijke vraag nr. 4-684

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen
________________
Peines de travail - Coordinateur communal - Subvention Werkstraffen - Gemeentelijke of stedelijke coördinator - Toelagen 
________________
peine de substitution
commune
exécution de la peine
finances locales
vervangende straf
gemeente
voltrekking van de straf
lokale financiën
________ ________
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
15/5/2008Antwoord
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
15/5/2008Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-299 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-299
________ ________
Question n° 4-684 du 3 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-684 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les juges imposent de plus en plus de peines de travail. La recherche de places pour l’exécution de peines et le suivi de ces dernières ne sont pas toujours simples et exigent du personnel. Certaines villes et communes, telles que Maaseik récemment, engagent dès lors à cet effet des coordinateurs.

D’où mes questions au ministre.

1. Pour combien de ces coordinateurs une subvention est-elle déjà accordée ?

2. Quelles communes ou villes ont-elles déjà introduit une demande pour faire embaucher un tel coordinateur par le SPF Justice ?

3. Quel est le budget global ?

 

Het opleggen van werkstraffen door de rechter is in stijgende lijn. De zoektocht naar plaatsen voor de uitvoering van de straffen en de opvolging ervan is niet steeds eenvoudig en vergt mankracht. Sommige steden en gemeenten, zoals recent nog Maaseik werven hiervoor dan ook coördinatoren aan.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister:

1. Voor hoeveel van zulke coördinatoren wordt er reeds een toelage gegeven?

2. Welke gemeenten of steden deden reeds een aanvraag om zo’n coördinator door de FOD Justitie tewerk te laten stellen?

3. Hoeveel bedraagt het globale budget?

 
Réponse reçue le 15 mai 2008 : Antwoord ontvangen op 15 mei 2008 :

1. En premier lieu, je tiens à préciser que la recherche de lieux de prestation adéquats pour l'exécution d'une peine de travail relève en première instance des missions des maisons de justice. En effet, c'est l'assistant de justice qui est chargé de donner un contenu concret à la peine de travail et d'assurer le suivi de son exécution, ce évidemment sous le contrôle de la commission de probation. Un coordinateur en mesures judiciaires alternatives a été désigné au sein de chaque maison de justice et il a notamment pour tâche de rechercher pareils lieux de prestation adéquats.

Dans le cadre de l'accomplissement de ses missions en matière d'exécution d'une peine de travail, la maison de justice peut faire appel à des organisations susceptibles de recevoir une subvention à cet effet. Pareil subventionnement est possible dans le cadre du Plan global (loi du 30 mars 1994 et arrêtés d'exécution y afférents). Sur la base de ces dispositions de subventionnement, les autorités locales peuvent introduire une demande auprès du ministre de la Justice via la Commission d'évaluation et de suivi de leur arrondissement, laquelle est placée sous la présidence du procureur du Roi. Les agents recrutés par ce biais assurent l'encadrement effectif du travail sur le terrain ou recherchent des lieux de prestation, puis acheminent la personne condamnée à une peine de travail vers ce lieu et l'y encadrent.

En 2007, quatre-vingt-un projets de peine de travail ont été subventionnés par cette voie, dont dix-huit projets d'encadrement sur le terrain et soixante-trois projets d'offre de dispatching.

Pour des informations plus détaillées, je peux d'ailleurs vous renvoyer à. une étude sicentifique récente réalisée à ce sujet par la Vrije Universiteit Brussel et l'Université catholique de Louvain, à la demande du Service public fédéral de programmation (SPP) Politique scientifique en appui à mon département. Le rapport de l'étude a été publié récemment sous le titre Le travail et la formation comme peines et est édité par VUBPress.

2. En 2007, il s'agissait de septante quatre pouvoirs locaux, à savoir:

Amay, Anderlecht, Ans, Anvers, Ath, Auderghem, Bastogne, Beersel, Beringen, Bonheiden, Braine-l'Alleud, Bruges, Bruxelles, Charleroi, Chaudfontaine, Colfontaine, Comines-Warneton, Couvin, Diepenbeek, Dinant, Erpe-Mere, Etterbeek, Eupen, Evere, Forest, Gand, Geel, Genk, Grammont, Hamoir, Hannut, Hasselt, Herentals, Houthalen-Helchteren, Huy, Ixelles, Jette, Jodoigne, La Louvière, Lanaken, Lasne, Liège, Louvain, Maaseik, Maasmechelen, Malines, Marche-en-Famenne, Mol, Molenbeek-Saint-Jean, Mons, Mouscron, Namur, Neerpelt, Ninove, Ostende, Rochefort, Roulers, Saint-Gilles, Sambreville, Schaerbeek, Seraing, Saint-Nicolas, Terrnonde, Temat, Tirlemont, Tongres, Tournai, Turnhout, Verviers, Villers-la-Ville, Vilvorde, Walcourt,Watermael-Boitsfort etWavre-Sainte-Catherine.

En outre, différentes communes ont introduit une nouvelle demande de subvention auprès de la Commission d'évaluation et de suivi de leur arrondissement. Ces propositions feront l'objet d'un avis de la part de mon administration et seront ensuite soumises au Conseil des ministres, comme le prévoit la réglementation.

3. Pareils projets sont financés par des moyens inscrits au Fonds de sécurité pour le subventionnement des mesures judiciaires alternatives. Le Service public fédéral (SPF) Justice dispose chaque année d'un budget de 5 497 338,12 euros à cet effet, lequel est partiellement complété par une partie des moyens issus de la loi du 6 décembre 2005 relative à l'établissement et au financement de plans d'action en matière de sécurité routière.

1. Vooreerst wens ik op te merken dat het zoeken naar geschikte prestatieplaatsen voor de uitvoering van een werkstraf in eerste instantie een opdracht is van de justitiehuizen. Het is immers de justitieassistent die instaat voor de concrete invulling én de opvolging van de werkstraf, vanzelfsprekend onder toezicht van de probatiecommissie. Binnen elk justitiehuis werd een coordinator alternatieve gerechtelijke maatregelen aangesteld die ondermeer als taak heeft dergelijke prestatieplaatsen te zoeken.

Bij de uitvoering van haar opdrachten in het kader van de uitvoering van een werkstraf, kan het justitiehuis beroep doen op organisaties die hiervoor een subsidie kunnen ontvangen. Een dergelijke subsidiëring is mogelijk in het kader van het zogenaamde Globaal Plan (wet van 30 maart 1994 en bijhorende uitvoeringsbesluiten). Lokale overheden kunnen op basis van deze subsidiereglementering een aanvraag indienen bij de minister van Justitie, via de arrondissementele Evaluatie- en Opvolgingscommissie onder voorzitterschap van de procureur des Konings. De hiermee aangeworven personeelsleden staan ofwel in voor de effectieve werkbegeleiding op de werkvloer ofwel voor het zoeken naar prestatieplaatsen en de werkgestrafte daar naartoe leiden en omkaderen.

In 2007 werden binnen dit subsidiekanaal eenentachtig werkstrafprojecten gesubsidieerd waarvan achttien projecten een werkvloerbegeleiding aanbieden en drieënzestig projecten in een dispatchingsaanbod voorzien.

Voor meer gedetaileerde informatie kan ik trouwens verwijzen naar een recent wetenschappelijk onderzoek dat hieromtrent werd verricht door de Vrije Universiteit Brussel en de Université catholique de Louvain, in opdracht van de Federale Programmatorische overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid ter ondersteuning van mijn departement. Het onderzoeksrapport werd recent gepubliceerd met als titel Werken en leren als straf en uitgegeven bij VUBPress.

2. In 2007 ging het om vierenzeventig lokale overheden, met name :

Aat, Amay, Anderlecht, Ans, Antwerpen, Bastenaken, Beersel, Bergen, Beringen, Bonheiden, Brugge, Brussel, Charleroi, Chaudfontaine, Colfontaine, Comines-Warneton, Couvin, Dendermonde, Diepenbeek, Dinant, Doornik, Eigenbrakel, Elsene, Erpe-Mere, Etterbeek, Eupen, Evere, Geel, Geldenaken, Genk, Gent, Geraardsbergen, Hamoir, Hannuit, Hasselt, Herentals, Hoei, Houthalen-Helchteren, Jette, La Louvière, Lanaken, Lasne, Leuven, Luik, Maaseik, Maasmechelen, Marche-en-Famenne, Mechelen, Moeskroen, Mol, Namen, Neerpelt, Ninove, Oostende, Oudergem, Rochefort, Roeselare, Sambreville, Schaarbeek, Seraing, Sint Niklaas, Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Katelijne-Waver, Ternat, Tienen, Tongeren, Turnhout, Verviers, Villers-la-Ville, Vilvoorde, Vorst, Walcourt en Watermaal-Bosvoorde.

Bovendien hebben verscheidene gemeenten een nieuwe subsidieaanvraag ingediend bij de arrondissementele Evaluatie- en Opvolgingscommissies. Deze voorstellen zullen door mijn administratie worden geadviseerd en nadien worden voorgelegd aan de Ministerraad zoals voorzien in de reglementering.

3. De financiering van dergelijke projecten gebeurt via middelen binnen het Veiligheidsfonds voor de subsidiëring van de alternatieve gerechtelijke maatregelen. Jaarlijks is hiervoor 5 497 338,12 euro ter beschikking van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, gedeeltelijk aangevuld met een gedeelte van de middelen die voortvloeien uit de wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid.