SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
19 novembre 2009 19 november 2009
________________
Question écrite n° 4-5064 Schriftelijke vraag nr. 4-5064

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Intérêts notionnels - Amélioration du capital de base - Procédure en manquement européenne Notionele intrestaftrek - Verbetering van kapitaalbasis - Europese inbreekprocedure 
________________
déduction fiscale
impôt sur les sociétés
aide à l'investissement
belastingaftrek
vennootschapsbelasting
investeringshulp
________ ________
19/11/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
19/11/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-5206 Réintroduite comme : question écrite 4-5206
________ ________
Question n° 4-5064 du 19 novembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-5064 d.d. 19 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Commission européenne a lancé en février 2009 une procédure en infraction contre la déduction des intérêts notionnels, le cheval de bataille de notre pays pour attirer des investissements étrangers.

Cela permet aux entreprises de déduire un intérêt fictif sur fonds propres de leurs bénéfices imposables. Selon l'Europe, c'est contraire à la libre circulation des capitaux et à la liberté d'établissement étant donné que les entreprises situées en dehors de notre pays ne peuvent pas utiliser ce système. La déduction des intérêts notionnels a précisément été créée parce que l'Europe avait interdit le régime fiscal préférentiel des centres de coordination étrangers établis dans notre pays.

Malgré la grande popularité des intérêts notionnels auprès de nos entreprises, l'insécurité fiscale actuelle n'encourage pas les entreprises étrangères à s'établir dans notre pays.

Les intérêts notionnels sont censés permettre aux entreprises d'améliorer la structure de leur capital, ce qui leur permet de mieux résister en ces temps de pénurie de crédit et de crise économique.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. Le ministre a-t-il pu vérifier si les entreprises ont amélioré la structure de leur capital grâce aux intérêts notionnels ?

2. Où en est la procédure européenne en infraction ?

3. Quels arguments fait-il valoir pour défendre les intérêts notionnels ?

4. Cherche-t-il, dans l'hypothèse d'une condamnation future, une autre manière de privilégier fiscalement les entreprises étrangères qui s'établissent dans notre pays et a-t-on déjà anticipé l'issue de la procédure de la Commission européenne en ce qui concerne les intérêts notionnels ? Dans l'affirmative, de quelle manière ?

 

De Europese Commissie opende in februari 2009 een formele inbreukprocedure tegen de notionele intrestaftrek, het paradepaardje van ons land om buitenlandse investeringen aan te trekken.

Het laat bedrijven toe een fictieve intrest op het eigen vermogen af te trekken van hun belastbare winst. Volgens Europa is dat strijdig met het vrije kapitaalverkeer en de vrijheid van vestiging aangezien bedrijven buiten ons land er geen gebruik van kunnen maken. De notionele intrestaftrek is net ontstaan omdat Europa het fiscale gunstregime verbood voor in ons land gevestigde buitenlandse hoofdkwartieren.

De huidige fiscale onzekerheid kan buitenlandse ondernemingen ertoe aanzetten toch niet voor ons land te kiezen, ondanks de grote populariteit van de notionele intrestaftrek bij onze bedrijven.

De notionele intrestaftrek wordt geacht de bedrijven aan te zetten tot het verbeteren van hun kapitaalbasis, wat hen in tijden van kredietschaarste en economische crisis weerbaarder maakt.

Daarom deze vragen:

1.Heeft de geachte minister zicht op het feit of bedrijven hun kapitaalbasis verbeterd hebben door de notionele aftrek?

2.Hoe ver staat de Europese inbreukprocedure?

3.Welke argumenten voert hij aan ter verdediging van de notionele intrestaftrek?

4.Zoekt hij bij een veroordeling in de toekomst een andere manier om buitenlandse bedrijven die zich in ons land vestigen fiscaal te bevoordelen en wordt daar nu reeds op geanticipeerd, gelet op de stappen die gezet zijn door de Europese Commissie inzake de notionele interestaftrek? Zo ja, hoe?