SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
19 novembre 2009 19 november 2009
________________
Question écrite n° 4-5037 Schriftelijke vraag nr. 4-5037

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Plan fédéral de lutte contre la pauvreté - Proposition 27 - Projet pilote dans les hôpitaux - Médiateurs de terrain Federaal Plan Armoedebestrijding - Voorstel 27 - Pilootproject in ziekenhuizen - Ervaringsdeskundigen in de armoede 
________________
pauvreté
établissement hospitalier
médiateur
armoede
ziekenhuis
bemiddelaar
________ ________
19/11/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
19/11/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-5338 Réintroduite comme : question écrite 4-5338
________ ________
Question n° 4-5037 du 19 novembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-5037 d.d. 19 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 4 juillet 2008, le Conseil des ministres a approuvé le Plan fédéral de lutte contre la pauvreté. Dans l'accord de gouvernement fédéral, le gouvernement s'engage en effet à « mener un plan ambitieux de réduction de la pauvreté et d'augmentation du pouvoir d'achat, visant en priorité les plus vulnérables de notre société » (Accord de gouvernement fédéral, p. 20). Certaines des cinquante-neuf mesures que propose le plan relèvent des compétences du ministre.

Une politique ciblée de lutte contre la pauvreté doit absolument intégrer les expériences et idées des personnes qui vivent ou ont vécu dans la pauvreté. Le Rapport général sur la pauvreté (1994) contient déjà des recommandations sur l'association des médiateurs de terrain à la politique. Une formation pour les médiateurs de terrain a été développée depuis lors et des médiateurs de terrain ont été engagés pour de nouveaux projets au sein notamment de différentes administrations fédérales.

Dans le domaine spécifique des soins de santé, les médiateurs de terrain peuvent aussi contribuer à améliorer la politique relative à l'offre et à l'accessibilité des soins de santé aux personnes vivant dans la pauvreté.

Quant à l'association de médiateurs de terrain à la politique de lutte contre la pauvreté dans les hôpitaux, le Plan prévoit : « La Ministre de la santé intégrera, via un projet pilote, des médiateurs de terrain dans le domaine des soins de santé (hôpitaux) afin de permettre aux personnes vivant dans la pauvreté d’être comprises dans leurs démarches et d’accéder plus facilement aux services existants. Et ce dans le cadre des budgets octroyés aux hôpitaux » (Proposition 27, p. 27).

1. Combien de projets pilotes relatifs à des médiateurs de terrain chargés des problèmes de pauvreté dans les hôpitaux ont-ils été lancés ? La ministre peut-elle me donner un aperçu par province des hôpitaux associés à ces projets ?

2. Quelle est la durée des projets ? De quelle manière sont-ils suivis et évalués ?

3. Quel est le nombre total de médiateurs de terrain qui sont actifs dans les projets ? Sous quel statut sont-ils occupés ?

4. Quelle est la description de la fonction de médiateur de terrain ? Quelles tâches accomplissent-ils ? Quelle position occupent-ils au sein de l'organisation ?

 

Op 4 juli 2008 heeft de Ministerraad het Federaal Plan Armoedebestrijding goedgekeurd. In het federale regeerakkoord verbindt de regering zich er immers toe “ een ambitieus plan uit te voeren inzake terugdringen van armoede en verhoging van de koopkracht, met voorrang aan de meest kwetsbaren van onze samenleving ” (Federaal regeerakkoord, blz. 20). Een aantal van de negenenvijftig maatregelen in het plan vallen onder de bevoegdheid van de geachte minister.

Een doelgericht armoedebeleid moet de ervaringen en de inzichten van mensen die in armoede leven of geleefd hebben, absoluut integreren. Het Algemeen Verslag over de Armoede (1994) bevat reeds aanbevelingen over de inschakeling van ervaringsdeskundigen in het beleid. Sindsdien is er een opleiding voor ervaringsdeskundigen ontwikkeld en zijn in nieuwe projecten bij onder andere verschillende federale administraties ervaringsdeskundigen in dienst genomen.

Ook op het specifieke domein van de gezondheidszorg kunnen ervaringsdeskundigen een bijdrage leveren om het beleid inzake het aanbod en de toegankelijkheid van zorg voor mensen in armoede te verbeteren.

Over het betrekken van ervaringsdeskundigen bij de armoede in ziekenhuizen stelt het Plan: “ De minister van Volksgezondheid zal pilootprojecten van “ ervaringsdeskundigen ” in de ziekenhuizen opstarten om de personen die in armoede leven beter te begrijpen en makkelijker toegang te geven tot de bestaande diensten, en dit in het kader van de middelen toegewezen aan de ziekenhuizen ” (Voorstel 27, blz. 33).

1.Hoeveel pilootprojecten voor ervaringsdeskundigen in de armoede in ziekenhuizen werden er opgestart? Kan de geachte minister een overzicht geven van de ziekenhuizen die hierbij betrokken zijn, graag per provincie?

2.Wat is de looptijd van de projecten? Op welke manier worden ze opgevolgd en geëvalueerd?

3.Hoeveel ervaringsdeskundigen zijn er in het totaal bij de projecten actief? In welk statuut zijn ze tewerkgesteld?

4.Wat is de functieomschrijving van de ervaringsdeskundigen? Welke taken verrichten ze? Welke positie nemen ze in binnen de organisatie?