SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
23 septembre 2009 23 september 2009
________________
Question écrite n° 4-4497 Schriftelijke vraag nr. 4-4497

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Détenus - Mise au travail dans des ateliers - Nombre - Demande de tiers Gedetineerden - Tewerkstelling in werkplaatsen - Aantallen - Vraag van derden 
________________
établissement pénitentiaire
travail du détenu
strafgevangenis
gedetineerdenwerk
________ ________
23/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
23/9/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-5685 Réintroduite comme : question écrite 4-5685
________ ________
Question n° 4-4497 du 23 septembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-4497 d.d. 23 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans de nombreux établissements pénitentiaires, les détenus ont la possibilité de travailler dans des ateliers à des activités manuelles ou autres. Il ne s'agit pas en l'occurrence de la distribution des repas, du courrier, de livres, etc. mais de tâches spécifiques en ateliers.

Le ministre peut-il me communiquer pour chaque établissement pénitentiaire un aperçu des activités qui y sont organisées : nature des prestations fournies, destinataire (pour un usage interne, pour une autre autorité ou administration, pour une firme privée).

Qui décide en définitive des tâches qui peuvent être accomplies par des détenus ?

La demande émanant de tiers à faire appel à des détenus pour certaines tâches est-elle plus importante que le potentiel des établissements ?

 

In heel wat penitentiaire instellingen krijgen de gedetineerden de kans om tewerkgesteld te worden in de werkplaatsen waar (handen)arbeid verricht wordt. Het gaat hierbij niet over het verdelen van eten, post, leesboeken, en dergelijke, maar over specifieke jobs in de werkplaatsen.

Graag had ik van de geachte minister per penitentiaire instelling een overzicht gekregen van de activiteiten die er plaatsvinden: de aard van de geleverde prestaties alsook de bestemmeling (voor eigen gebruik, voor een andere overheid of bestuur dan wel voor een privé-firma).

Wie beslist uiteindelijk welke opdrachten door gedetineerden mogen uitgevoerd worden?

Is de vraag van derden om gedetineerden in te zetten voor bepaalde opdrachten groter dan het bestaande potentieel in de instellingen?