SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
30 octobre 2007 30 oktober 2007
________________
Question écrite n° 4-41 Schriftelijke vraag nr. 4-41

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions

aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
________________
Demande de pension des enseignants - Formulaire du Service des pensions du secteur public - Suppression - Simplification administrative Pensioenaanvraag leerkrachten - Formulier van de Pensioendienst voor de overheidssector - Afschaffing - Administratieve vereenvoudiging 
________________
formalité administrative
régime de retraite
enseignant
Service des pensions du secteur public
administratieve formaliteit
pensioenregeling
leerkracht
Pensioendienst voor de overheidssector
________ ________
30/10/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/11/2007)
10/12/2007Antwoord
30/10/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/11/2007)
10/12/2007Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-42 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-42
________ ________
Question n° 4-41 du 30 octobre 2007 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-41 d.d. 30 oktober 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De nombreuses simplifications administratives ont déjà été réalisées au cours de la législature 2003-2007. Mais il reste encore beaucoup à faire. Les enseignants qui veulent prendre leur retraite doivent remplir un formulaire du Service des pensions du secteur public (SdPSP) pour obtenir une estimation de leurs futurs droits concernant leur pension dans le secteur public. Pourtant, le ministère flamand de l’Enseignement et de la Formation dispose déjà de ces données. Les enseignants qui ont travaillé dans plusieurs écoles sont ainsi tenus de récolter beaucoup d’informations alors que celles-ci sont disponibles au ministère susmentionné.

Je souhaiterais dès lors obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. Est-il possible de supprimer ce formulaire et peut-être d’autres formulaires encore à l’occasion de la simplification administrative ? Ou bien trouvez-vous vraiment une utilité à ce formulaire ?

2. Dans quelle mesure les services publics fédéraux et flamands collaborent-ils pour assurer un transfert harmonieux de données entre les différentes administrations et éviter ainsi que les mêmes formalités soient réalisées deux fois ?

 

Tijdens de regeerperiode 2003-2007 werden al heel wat administratieve vereenvoudigingen doorgevoerd. Maar er blijkt nog werk aan de winkel. Leerkrachten die met pensioen willen gaan, dienen een formulier van de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) in te vullen om een raming te ontvangen van hun toekomstige pensioenrechten in de overheidssector. Nochtans heeft het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming perfect de gegevens voorhanden. Leerkrachten die in verschillende scholen hebben gewerkt, dienen zo heel wat informatie bijeen te verzamelen, terwijl deze bestaan bij het bovenvermeld ministerie.

Graag kreeg ik dan ook een antwoord op de volgende vragen:

1. Is het mogelijk om dit formulier, en misschien nog enkele andere, af te schaffen in het kader van administratieve vereenvoudiging? Of ziet u het nut er wel degelijk van in?

2. In hoeverre is er samenwerking tussen federale en Vlaamse overheidsdiensten om informatieoverdracht van de verschillende administraties op elkaar af te stemmen zodat dubbel werk niet hoeft?

 
Réponse reçue le 10 décembre 2007 : Antwoord ontvangen op 10 december 2007 :

En réponse à la question posée par l'honorable membre, je peux porter à sa connaissance que la suppression du caractère obligatoire de l'introduction d'un formulaire de demande en vue d'obtenir une estimation de la pension ne peut être envisagée qu'après 2010.

Conformément à l'article 7 de l'arrêté royal du 12 juin 2006 portant exécution du titre III, chapitre II, de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte entre générations, le SdPSP doit, à partir de cette date, délivrer d'office, à l'âge de 55 ans, une estimation au futur pensionné.

Afin d'atteindre ce but, le SdPSP est tenu, pour 2010, conformément aux articles 9 et 10 de l'arrêté royal précité, de stocker électroniquement les données de carrière des futurs pensionnés et de délivrer d'office, à l'âge de 55 ans, un aperçu de sa carrière.

Les projets en vue de réaliser cet objectif ambitieux, n'ont débuté qu'en septembre 2007.

Actuellement, le SdPSP ne dispose toutefois d'aucune donnée d'identification ou de carrière relative à ses futurs pensionnés. Le service est, par conséquent, dans l'impossibilité de délivrer d'office, à l'âge de 55 ans, une estimation de pension au futur pensionné — qui lui est inconnu —, sans que ce dernier n'introduise lui-même une demande à cette fin.

Une intervention du futur pensionné pour obtenir l'estimation de sa pension reste donc provisoirement indispensable. L'utilisation du formulaire d'estimation de pension mis à la disposition par le SdPSP est l'instrument le plus indiqué. Le formulaire offre, en effet, l'avantage, de requérir les différents éléments qui sont nécessaires pour le traitement d'une telle estimation.

En ce qui concerne l'objection de l'honorable membre en ce qui concerne le contenu de ce formulaire, et plus particulièrement, les données qui y sont demandées, qui sont disponibles auprès du ministère flamand de l'Enseignement et de la Formation, j'attire d'abord son attention sur le fait que, dans ce formulaire, sont également demandées certaines données qui ne sont pas toujours disponibles auprès de cette autorité (telles que par exemple, les services militaires). De plus, je signale que l'indication des données de carrière par le membre du personnel peut, au fond, avoir lieu sans trop de travail de recherche de sa part étant donné qu'il a reçu, à l'âge de 55 ans, un aperçu de sa carrière délivré par le ministère flamand précité.

De plus, ce formulaire offre la possibilité à l'intéressé de déterminer lui-même comment il souhaite, en vue de son estimation de pension, orienter l'évolution future de sa carrière (travailler à temps plein, effectuer des prestations à temps partiel, prendre une mise à la disposition préalable à la retraite, ...).

Enfin, il peut être affirmé que toutes les autorités concernées seront impliquées dans la création d'une banque de données de carrière pour le secteur public.

In antwoord op de door het geachte lid gestelde vraag kan ik haar meedelen dat het afschaffen van het verplichte karakter van het indienen van een aanvraagformulier om een pensioenraming te bekomen, pas kan overwogen worden na 2010.

Overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van titel III, hoofdstuk II van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, moet de PDOS immers vanaf die datum de toekomstige gepensioneerde van ambtswege op 55-jarige leeftijd een pensioenraming opsturen.

Om dit doel te bereiken moet, overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van voormeld koninklijk besluit, de PDOS tegen 2010 de loopbaangegevens van de toekomstige gepensioneerden elektronisch bewaren en de toekomstige gepensioneerde van ambtswege op 55-jarige leeftijd een loopbaanoverzicht opsturen.

Projecten om deze ambitieuze doelstellingen te bereiken, zijn pas in september 2007 gestart.

Momenteel beschikt PDOS evenwel over geen enkel identificatie- of loopbaangegeven van zijn toekomstige gepensioneerden. De dienst kan bijgevolg momenteel onmogelijk, zonder dat daartoe een aanvraag door de toekomstige gepensioneerde ingediend wordt, van ambtswege op 55-jarige leeftijd een pensioenraming aan de — voor hem ongekende — toekomstige gepensioneerde opsturen.

Een optreden van de toekomstige gepensioneerde voor het bekomen van zijn pensioenraming blijft dan momenteel ook onontbeerlijk. Het gebruik van het door PDOS ter beschikking gestelde formulier van de pensioenraming is daartoe het meest aangewezen instrument. Dit formulier biedt immers het voordeel dat daarin gevraagd wordt naar de verschillende elementen die nodig zijn voor de behandeling van een dergelijke raming.

Wat het bezwaar van het geachte lid in verband met de inhoud van dit formulier betreft, en meer in het bijzonder dat daarin gegevens gevraagd worden die beschikbaar zijn bij het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming, wordt er vooreerst de aandacht op gevestigd dat in dat formulier ook gevraagd wordt naar bepaalde gegevens die daar niet altijd beschikbaar zijn (zoals bijvoorbeeld militaire dienst). Bovendien wordt erop gewezen dat het vermelden van de loopbaangegevens door het personeelslid eigenlijk zonder al te vee ! opzoekingswerk van zijnentwege kan gebeuren aangezien hij op de leeftijd van 55 jaar een loopbaanoverzicht ontvangen heeft vanwege voormeld Vlaams ministerie.

Tevens kan erop gewezen worden dat dit formulier de mogelijkheid biedt aan de betrokkene om zelf te bepalen hoe hij met het oog op zijn pensioenraming het verdere verloop van zijn loopbaan wenst uit te stippelen (voltijds werken, deeltijdse prestaties verrichten, terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen nemen, ...).

Ten slotte kan worden gesteld dat alle aangesproken overheden zullen betrokken worden bij de oprichting van een loopbaangegevensbank voor de overheidssector.