SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
25 janvier 2008 25 januari 2008
________________
Question écrite n° 4-249 Schriftelijke vraag nr. 4-249

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

au ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Police fédérale - Chambres d’écoute nationales et d’arrondissement - Engagement d’aveugles et de malvoyants - Évaluation de la période expérimentale Federale politie - Nationale en arrondissementele tapkamers - Inzet van blinden en slechtzienden - Evaluatie van de proefperiode 
________________
police
handicapé physique
intégration des handicapés
organisme de recherche
police judiciaire
protection des communications
évaluation de projet
politie
lichamelijk gehandicapte
integratie van gehandicapten
onderzoeksorganisme
gerechtelijke politie
telefoon- en briefgeheim
projectevaluatie
________ ________
25/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
25/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-590 Réintroduite comme : question écrite 4-590
________ ________
Question n° 4-249 du 25 janvier 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-249 d.d. 25 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À la mi-2007, la police fédérale a mis en œuvre un projet pilote qui devait employer six aveugles et malvoyants durant six mois pour effectuer des écoutes téléphoniques. On part, peut-être à raison, du principe que ces personnes peuvent représenter une importante plus-value pour l’analyse des informations reçues par le biais d’écoutes téléphoniques.

Cette période expérimentale étant terminée, j’aimerais savoir quelle en est l’évaluation et si, sur la base de celle-ci, davantage d’aveugles et de malvoyants seront engagés pour les chambres d’écoute nationales et d’arrondissement.

 

Medio 2007 werd een proefproject opgestart van de federale politie waarbij zes blinden en slechtzienden gedurende zes maand zouden worden ingezet als telefoontapper. Men gaat er – wellicht terecht – van uit dat deze personen een grote meerwaarde kunnen betekenen voor het analyseren van de informatie die via een telefoontap wordt verkregen.

Aangezien deze proefperiode achter de rug is, had ik graag geweten wat de evaluatie is en of er op basis van deze evaluatie meer blinden en slechtzienden aangeworven zullen worden voor de nationale en de arrondissementele tapkamers.