SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
9 décembre 2008 9 december 2008
________________
Question écrite n° 4-2107 Schriftelijke vraag nr. 4-2107

de Marie-Hélène Crombé-Berton (MR)

van Marie-Hélène Crombé-Berton (MR)

à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
________________
Abattoirs wallons de faible capacité - Obtention de l'agrément européen - Continuation des activités à partir du 1er janvier 2010 Kleine Waalse slachthuizen - Europese erkenning - Voortzetting van de activiteiten na 1 januari 2010 
________________
industrie de la viande
abattage d'animaux
Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire
règlement (UE)
licence commerciale
petite exploitation
vleesindustrie
slachten van dieren
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
verordening (EU)
handelsvergunning
klein landbouwbedrijf
________ ________
9/12/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2009)
5/1/2009Dossier gesloten
9/12/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2009)
5/1/2009Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-2585 Réintroduite comme : question écrite 4-2585
________ ________
Question n° 4-2107 du 9 décembre 2008 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-2107 d.d. 9 december 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

A l'heure actuelle, les abattoirs de faible capacité peuvent, en vertu des anciennes règles, commercialiser leurs produits sur le marché national sans devoir pour cela posséder un agrément européen. Suite au Règlement européen 2076/2005 de la Commission européenne du 5 décembre 2005 portant disposition d'application transitoire des règlements CE no 853/2004, CE no 854/2004 et CE no 882/2004 du Parlement européen et du Conseil et modifiant les règlements CE no 853/ 2004 et CE no 854/2004, tous les abattoirs devront obligatoirement obtenir cet agrément afin de pouvoir continuer leurs activités.

Les établissements devront donc répondre à certaines nouvelles normes au niveau de l'infrastructure et de l'autocontrôle afin d'obtenir le précieux sésame délivré, en ce qui concerne la Belgique, par l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA). S'ils ne savent s'y plier, ils seront obligés de fermer leur exploitation.

Si les normes d'infrastructure ne génèrent habituellement pas de problème aux petits abattoirs, il en va autrement pour la procédure d'autocontrôle. En effet, les exploitants de ces établissements de petite taille, pour la plupart des indépendants, n'ont pas les moyens d'engager une personne uniquement chargée d'effectuer ces contrôles, comme cela se fait généralement dans les grands abattoirs. En outre, ces indépendants, des «manuels» pour la plupart, éprouveront sans nul doute des difficultés à se conformer par eux-mêmes à ces prescrits règlementaires contenant outre des notions légales, des analyses de toutes sortes à effectuer quotidiennement sur la qualité de l'eau ou encore sur les carcasses pour ne citer que ces deux exemples. Laisser ces entrepreneurs se débrouiller seuls (rappelons que les inspecteurs de l'AFSCA ne peuvent que donner quelques conseils, mais ne sont pas habilités à former les personnes travaillant dans les abattoirs), entraînera immanquablement la fermeture de bon nombres de petites entreprises génératrices d'emplois et contribuant à la continuation de l'activité du petit élevage en Wallonie.

Face à ce réel problème, ne serait-il pas possible d'envisager une formation pratique d'une vingtaine d'heures organisée via les institutions de formation dépendantes des classes moyennes afin de préparer au mieux ces exploitants à ces changements obligatoires ?

 

De kleine slachthuizen kunnen momenteel, op grond van een oude verordening, hun producten op de nationale markt verhandelen zonder houder te zijn van een Europese erkenning. Ten gevolge van verordening (EG) nr 2076/2005 van de Europese commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van overgangsregelingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004, moeten alle slachthuizen houder zijn van een Europese erkenning om hun activiteiten te mogen blijven uitoefenen.

De instellingen moeten dus beantwoorden aan nieuwe normen op het gebied van infrastructuur en zelfcontrole om in het bezit te komen van de kostbare erkenning die in België wordt uitgereikt door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Als ze zich niet kunnen aanpassen, zullen ze hun bedrijf moeten sluiten.

De infrastructuurnormen veroorzaken in het algemeen geen problemen voor de kleine slachthuizen, wat niet het geval is voor de zelfcontrole. De uitbaters van die kleine instellingen, meestal zelfstandigen, hebben immers niet de middelen om iemand in dienst te nemen die zich uitsluitend met die controles bezighoudt zoals in de grote slachthuizen meestal het geval is. Die zelfstandigen, meestal handarbeiders, zullen het ongetwijfeld heel moeilijk hebben om zich zonder hulp van derden te conformeren aan die verordeningen, die niet alleen wettelijke bepalingen bevatten, maar ook allerlei dagelijkse analyses opleggen van bijvoorbeeld de kwaliteit van het water of de karkassen. Ik herinner eraan dat de inspecteurs van het FAVV wel een beperkt advies kunnen verstrekken, maar niet gemachtigd zijn om de mensen die in de slachthuizen werken op te leiden. Als die ondernemers zichzelf uit de slag moeten trekken, zal dat overmijdelijk leiden tot de sluiting van talrijke kleine ondernemingen die werkgelegenheid bieden en een bijdrage leveren tot het voortbestaan van de veefokkerij op kleine schaal in Wallonië.

Is het in het licht van dat probleem niet raadzaam om via de vormingsinstellingen die afhangen van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie een praktische opleiding van ongeveer twintig uur te organiseren om die uitbaters voor te bereiden op de noodzakelijke aanpassingen?