BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2011-2012 | ||||
________ | ||||
15 mei 2012 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6261 | ||||
de Fauzaya Talhaoui (sp.a) |
||||
aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden |
||||
________ | ||||
De ondersteuning van de initiatieven van de vierde pijler van de ontwikkelingssamenwerking | ||||
________ | ||||
ontwikkelingshulp |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2152 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6261 d.d. 15 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
In de Vlaamse ontwikkelingssector is al lange tijd sprake van de zogenaamde "vierde pijler"-initiatieven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om individuen die een weeshuis, dat ze toevallig op reis hebben bezocht, verder blijven steunen, om scholen die uitwisselingsbanden aangaan met schooltjes in het zuiden, om migrantenorganisaties die sociale projecten in het thuisland steunen, en dies meer. In Vlaanderen zijn naar schatting meer dan 1100 van dit soort initiatieven voor ontwikkelingssamenwerking actief. 30.000 tot 60.000 Vlamingen steken via een eigen project geregeld de handen uit de mouwen voor het Zuiden. Jaarlijks zouden deze initiatieven in Vlaanderen 47 tot 68 miljoen euro inzamelen om projecten te steunen. Deze cijfers komen uit een onderzoek uit 2007 van het HIVA (Hoger Instituut voor de Arbeid - KUL), uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Overheid. Daaruit bleek een tendens naar een 'vermaatschappelijking' van ontwikkelingssamenwerking. De studie stelt vast dat ontwikkelingssamenwerking steeds minder alleen een zaak is van de traditionele spelers op dit gebied, zoals de overheid, de internationale organisaties en de niet-gouvernementele organisaties. Steeds meer burgers, bedrijven, organisaties, scholen enz... gaan zelf aan de slag en zetten eigen projecten in het Zuiden op. Dit 'fenomeen' werd in de studie van het HIVA de '4de pijler' gedoopt. Dit om deze initiatieven te onderscheiden van de andere drie pijlers: de 1ste pijler is dan de ontwikkelingssamenwerking die uitgaat van de overheid, de 2de pijler is de zogenaamde multilaterale ontwikkelingssamenwerking die uitgaat van internationale instellingen zoals de Europese Commissie of de Verenigde Naties en de 3de pijler bestaat uit traditionele en door de overheid erkende niet-gouvernementele organisaties (ngo's) en de universiteiten. In Vlaanderen werd vanaf januari 2009 een Vlaams 4de-pijlersteunpunt uitgebouwd als een initiatief van het Vlaamse Agentschap voor Internationale Samenwerking (VAIS), in samenwerking met de 11.11.11 - koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging. In de beleidsnota van de minister wordt over deze 4de pijler echter met geen woord gesproken. Nochtans beperkt dit fenomeen zich zeker niet tot de Vlaamse gemeenschap. Daarom wens ik de minister hierover toch enkele vragen te stellen: 1) Heeft de minister een zicht op de cijfers van 4de pijler-initiatieven in het gehele land? En indien die er niet zijn, is de minister dan bereid om hier een onderzoek naar te laten verrichten, in navolging van het onderzoek van het HIVA? 2) Waarom nam de minister de 4de pijler niet op in zijn beleidsnota? Hecht hij er dan geen belang aan? En zo niet, wat is daarvoor de motivatie? 3) In welke mate wil de minister koepelorganisaties of steunpunten van 4de pijler-organisaties ook vanuit het federale niveau ondersteunen? |
||||
Antwoord ontvangen op 17 juli 2012 : | ||||
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden. De initiatieven van de vierde pijler getuigen van de kracht en de belangstelling van onze medeburgers van het Noorden voor de problemen en uitdagingen waarvoor de ontwikkelingslanden zich geplaatst zien. Ze zijn een vorm van “democratisering” van de ontwikkelingssamenwerking en verdienen dan ook de aandacht en de steun van de overheid.
|