BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
12 november 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10389

de Bart De Nijn (N-VA)

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________
Wereldbank - Rapport "Doing business" - Ondernemingsklimaat - Daling - Maatregelen
________
Wereldbank
ondernemingsgeest
steun aan ondernemingen
economisch beleid
economische hervorming
________
12/11/2013Verzending vraag
2/1/2014Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10389 d.d. 12 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Wereldbank publiceerde onlangs voor de elfde keer een "Doing business-rapport". Op basis van het rapport tracht de Wereldbank beleidsmensen aan te zetten hun regels minder kostelijk of minder complex te maken.

In dat rapport worden elf indicatoren die een invloed hebben op het ondernemingsklimaat voor 189 landen bekeken. In het rapport wordt dus bekeken in hoeverre de overheid zorgt voor een positief of negatief ondernemingsklimaat. Ook wordt per jaar aangegeven of er positieve of negatieve hervormingen werden doorgevoerd. In het geval van België waren er voor dit jaar geen positieve of negatieve hervormingen te bespeuren die het ondernemingsklimaat beïnvloed hebben. Dat is toch opmerkelijk, gezien de uitgebreide lijst van landen in het rapport die positieve hervormingen doorgevoerd hebben. De tien indicatoren die onderzocht worden zijn het gemak om:

- een bedrijf op te starten;

- vergunningen te verkrijgen;

- eigendom aan te geven;

- leningen te krijgen;

- investeerders te beschermingen;

- elektriciteit te verkrijgen;

- belastingen te betalen;

- werknemers aan te stellen;

- insolvabiliteit op te lossen;

- business-zaken af te sluiten.

De Wereldbank plaatste België dit jaar op plaats 36, twee plaatsen lager dan vorig jaar. In 2008 - bij het begin van de financiële crisis - bekleedden we echter nog plaats 19 (op een totaal van 179 weliswaar).

In de resultaten valt op hoe groot de kloof tussen de verschillende landen is. In een mondiale wereld waar bedrijven zich eender waar kunnen vestigen, is het natuurlijk belangrijk om het de bedrijven zo comfortabel mogelijk te maken. Dit mag natuurlijk niet ten koste gaan van het welzijn van werknemers en burgers binnen de samenleving.

Graag had ik de volgende vragen gesteld:

1) Wat zijn zijn volgens de geachte minister de belangrijkste redenen geweest om de opmerkelijke daling van de 19e naar 36e plaats te verklaren?

2) Kan hij de vaststelling van de Wereldbank, namelijk dat er geen positieve of negatieve hervormingen gebeurd zijn, tegenspreken? Zo ja, hoe en aan welke indicatoren is er dan wel gesleuteld?

3) Zullen er maatregelen worden getroffen om de neerwaartse daling tegen te gaan? Zo ja, welke en aan welke indicator zijn ze gerelateerd ?

Antwoord ontvangen op 2 januari 2014 :

1) Vooreerst moet er opgemerkt worden dat deze Doing Business index zijn beperkingen heeft, zoals al aangegeven wordt in de vraag zelf. Deze index beoordeelt namelijk enkel de administratieve procedures in de voornaamste business city van een land. Aangezien België drie regio’s telt met elk hun eigen bevoegdheden inzake een aantal criteria, kan men moeilijk zeggen dat deze index representatief is voor de administratieve procedures in heel België. Tijdens de periode 2008 tot nu is de index daarenboven gewijzigd van samenstelling, dus zijn de resultaten niet geheel vergelijkbaar over de jaren heen. Tenslotte roepen bepaalde resultaten uit de index vragen op. Zo staat Haïti, één van de armste landen in de wereld, voor het element “toegang tot elektriciteit” op de 67ste plaats terwijl Canada hier slechts de 145ste plaats voor zich neemt en zo zijn er nog voorbeelden terug te vinden.

De index weerspiegelt daarnaast de jaarlijkse veranderingen in één welbepaalde economie niet, maar geeft enkel de relatieve positie ten opzichte van andere economieën weer. De Wereldbank introduceerde daarom de Distance to Frontier – measure (DTF) om de jaarlijkse verandering in één welbepaalde economie te kunnen nagaan. Deze schaal van 0 tot 100 toont aan hoe ver een economie gemiddeld verwijderd is van de economie met de beste prestatie op basis van elk element uit de Doing Business index. Een score van 100 betekent dat het land in kwestie de meest efficiënte praktijken en beste regelgevingen toepast. Een vergelijking van de score van de DTF van verschillende jaartallen voor één economie, toont dus beter aan of de regelgeving verbeterd of verslechterd is voor deze welbepaalde economie.

In 2008 nam België een prominente plaats in de Doing Business index voor zich en scoorde het beter dan de buurlanden Duitsland, Nederland en Frankrijk in de ranking. Deze goede prestatie kan toegewezen worden aan het feit dat België reeds voor 2008 zware inspanningen leverde om de administratie te vereenvoudigen. Een analyse per criterium dat opgenomen is in de Doing Business index, toont ons het volgende:

Een onderneming opstarten:

  • Hoewel België in deze ranking heel wat plaatsen verliest, is er toch een positieve evolutie waarneembaar als de DTF bekeken wordt. België begon in 2008 al vanuit een sterke positie als één van de economieën met de meest efficiënte praktijken en regelgeving, maar kon toch nog een lichte stijging noteren.

Bouwvergunningen verkrijgen:

  • België daalde in deze ranking, maar aan de hand van de DTF kan er een lichte verbetering waargenomen worden.

Eigendom registreren:

  • In deze ranking daalde België enkele plaatsen, maar de DTF toont ook weer een verbetering. Daarnaast moet de opmerking gemaakt worden dat de vereiste clean soil certificaten (bodemattesten) als negatief gepercipieerd worden door deze index en de score dus negatief beïnvloeden.

Krediet verkrijgen:

  • Ondanks een daling in deze ranking, bevindt België zich volgens de laatste editie van de Doing Business index op hetzelfde niveau als Nederland. De DTF-score toont daarnaast dat de situatie in België stabiel blijft, ondanks de financiële crisis.

Investeerders beschermen:

  • België scoorde op dit criterium in 2008 al zeer sterk en verloor slechts enkele plaatsen in de ranking. De DTF-score toont aan dat België stabiel is gebleven.

Belastingen betalen:

  • België verloor in deze ranking enkele plaatsen. Dit criterium is het enige waar België een lichte daling noteert wat betreft de DTF-score. Het fiscale systeem in België dat gebaseerd is op een hoog nominaal tarief en daarop vele aftrekmogelijkheden voorziet, is hier de oorzaak van.

Handelen over de grenzen heen:

  • België steeg in deze ranking en ook de DTF-score toont een verbetering aan.

De naleving van contracten afdwingen:

  • België steeg in deze ranking en ook de DTF-score toont een verbetering aan.

Het sluiten van een onderneming:

  • Ondanks de reeds zeer sterke prestatie, steeg België nog enkele plaatsen in de ranking. Ook de DTF-score noteerde een verbetering.

Toegang tot elektriciteit:

  • Dit criterium werd pas in 2012 pas opgenomen in de Doing Business index en een beoordeling van de evolutie is daarom niet aan de orde. België behaalt een 90ste plaats, terwijl Haïti hier de 67ste plaats bekleedt.

Op basis van voorgaande beschrijving van de evolutie voor alle criteria uit de Doing Business index afzonderlijk en op basis van de algemene DTF-score voor België die licht gestegen is, kan er besloten worden dat de administratieve regelgeving in België erop vooruit ging.

2) De laatste editie bevestigt dat er geen enkele administratieve hervorming is doorgevoerd. Dit is echter geen uitzonderlijke vaststelling, gezien de methodologie zich beperkt tot administratieve procedures in slechts tien domeinen. Daarnaast is het niet omdat er in een bepaald jaar geen hervormingen doorgevoerd werden, er ook daadwerkelijk geen inspanningen geleverd worden om administratieve procedures te herzien. Hervormingen zijn daarenboven cyclisch van aard. In een periode van financiële crisis bijvoorbeeld gaat de aandacht uit naar andere zaken.

3) De Kafka-test die reeds in 2004 werd ingevoerd, beperkt de administratieve lasten van elke nieuwe regelgeving. Deze test brengt namelijk de impact van de nieuwe regelgeving op de omvang van de administratieve lasten in kaart en laat toe om een toename of afname ervan in te voeren. Er worden dus steeds inspanningen geleverd om de administratieve lasten van elk nieuw voorstel tot regelgeving te beperken.