BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
4 augustus 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3861

de Christine Defraigne (MR)

aan de minister van Justitie
________
Ouderlijke ontvoeringen Belgische Centrale Autoriteit voor internationale kinderontvoeringen Noodnummer Opname in telefoonboek Eventuele bezwaren
________
Centrum voor Vermiste Kinderen
vrijheidsberoving
kind
slachtofferhulp
gemengd huwelijk
________
4/8/2009Verzending vraag
25/11/2009Dossier gesloten
________
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5654
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3861 d.d. 4 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het kader van ouderlijke internationale ontvoeringen weet de ouder die het slachtoffer is van een ontvoering vaak totaal niet welke stappen eerst moeten worden gedaan.

De politie, meestal het eerste aanspreekpunt van die ouders, is voor dergelijke situaties vaak ook niet opgeleid of op de hoogte van het bestaan en de rol van de Centrale Autoriteit of van de Europese dimensie van dergelijke dossiers. Ze hebben vaak zelfs niet de minste opleiding gekregen over het psychologische aspect van de zaken.

Het is nochtans zeker dat, zoals bij alle verdwijningen, de eerste uren, de eerste dagen vaak de belangrijkste zijn om het probleem aan te pakken.

De verenigingen van ontvoerde kinderen, dus ouders die een dergelijke situatie al eens hebben meegemaakt, vragen om het nummer van de Centrale Autoriteit voor internationale kinderontvoeringen op te nemen in de lijst van noodnummers in het telefoonboek.

Heeft de minister bezwaren tegen een dergelijke opname? Zo ja, wegen die bezwaren op tegen de voordelen die de opname van dat nummer kan betekenen voor talrijke ouders die het slachtoffer zijn van ouderlijke ontvoeringen?