SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
23 octobre 2019 23 oktober 2019
________________
Question écrite n° 7-109 Schriftelijke vraag nr. 7-109

de Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

au vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en Minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen
________________
Reconnaissances frauduleuses - Chiffres - Évaluation Frauduleuze erkenningen - Cijfers - Evaluatie 
________________
filiation
fraude
mariage de complaisance
mariage mixte
parenté
migration illégale
statistique officielle
afstamming
fraude
schijnhuwelijk
gemengd huwelijk
verwantschap
illegale migratie
officiële statistiek
________ ________
23/10/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/11/2019)
20/1/2020Antwoord
23/10/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/11/2019)
20/1/2020Antwoord
________ ________
Lien avec une autre question : question écrite 7-379 Lien avec une autre question : question écrite 7-379
________ ________
Question n° 7-109 du 23 octobre 2019 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-109 d.d. 23 oktober 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le domaine de la Justice, plusieurs matières relèvent à la fois de la compétence de l'autorité fédérale et de celle des entités fédérées.

Le 13 juillet 2017, la Chambre des représentants a adopté un projet de loi modifiant le Code civil, le Code judiciaire, la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers et le Code consulaire en vue de lutter contre la reconnaissance frauduleuse et comportant diverses dispositions en matière de recherche de paternité, de maternité et de comaternité, ainsi qu'en matière de mariage de complaisance et de cohabitation légale de complaisance (doc. Chambre, n° 54- 2529/006), qui est devenu la loi du 19 septembre 2017. Une circulaire du 21 mars 2018 attirait l'attention de plusieurs instances sur l'existence de cette loi, laquelle est entrée en vigueur le 1er avril 2018.

Le ministre pourrait-il me communiquer les informations suivantes:

1) Combien de cas de reconnaissance frauduleuse en matière de paternité ont-ils été portés devant la justice au cours de chacune des trois dernières années? Combien de condamnations ont-elles été prononcées à cet égard (également sur base annuelle)?

2) Qu'en est-il, de même, pour les fraudes en matière de maternité ou de comaternité?

3) Pour les mariages de complaisance?

4) Et, enfin, pour les cohabitations de complaisance?

5) Quelle est, selon le ministre, l'incidence de cette loi sur la problématique en question? Faut-il modifier la loi? Si oui, dans quel sens?

 

Een aantal aspecten van Justitie behoren zowel tot de federale overheid als tot de deelstaten.

Op 13 juli 2017 nam de Kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Gerechtelijk Wetboek, de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het Consulair Wetboek met het oog op de strijd tegen de frauduleuze erkenning en houdende diverse bepalingen inzake het onderzoek naar het vaderschap, moederschap en meemoederschap, alsook inzake het schijnhuwelijk en de schijnwettelijke samenwoning (stuk Kamer, nr. 54 2529/006), die de wet van 19 september 2017 is geworden. Een omzendbrief van 21 maart 2018 vestigde bij een aantal instanties de aandacht op deze wet. De wet zelf trad in werking op 1 april 2018.

Kan de geachte minister meedelen:

1) Hoeveel gevallen van frauduleus vaderschap aanhangig werden gemaakt bij het gerecht gedurende de jongste drie jaar, op jaarbasis? Hoeveel veroordelingen grepen er op dat vlak plaats (eveneens op jaarbasis)?

2) Idem voor frauduleus moederschap of meemoederschap.

3) Idem voor schijnhuwelijken.

4) Idem voor schijnsamenwoning.

5) Hoe evalueert hij het effect van deze wet voor wat de gestelde problematiek betreft? Behoeft deze bijsturing? Zo ja, op welke vlakken?

 
Réponse reçue le 20 janvier 2020 : Antwoord ontvangen op 20 januari 2020 :

1) à 4) Les services ne disposent pas des chiffres demandés. Il est à tout le moins possible de fournir les chiffres suivants relatifs aux mariages de complaisance et aux cohabitations légales de complaisance communiqués par le Registre National. En revanche, le Registre National ne dispose pas de données relatives aux reconnaissances frauduleuses.

Mariages de complaisance

2018

2017

2016

La délivrance de l’accusé de réception de la déclaration du mariage

561

507

549

Le refus de l'établissement de l'acte de déclaration de mariage

31

24

33

Le sursis à la célébration de mariage

408

420

369

Le refus de célébrer un mariage

237

364

278


Cohabitation légale de complaisance

2018

2017

2016

Le sursis à acter la déclaration de cohabitation légale

629

590

456

Le refus d'acter la déclaration de cohabitation légale

401

406

316

5) Jusqu’à présent, ni les officiers de l’état civil ni les parquets ont des indices que le cadre légal actuel applicable aux mariages de complaisance, aux cohabitations légales de complaisance et aux reconnaissances frauduleuses s’avérait insuffisant ou mériterait d’être revu.

1) tot 4) De diensten beschikken niet over de gevraagde cijfergegevens. Wel kunnen volgende cijfergegevens m.b.t. het schijnhuwelijk en de schijn-wettelijke samenwoning meegedeeld door het Rijksregister bezorgd worden. Het Rijksregister beschikt echter niet over gegevens m.b.t. de frauduleuze erkenningen.

Schijnhuwelijken

2018

2017

2016

Afgifte van het ontvangstbewijs van de aangifte van het huwelijk

561

507

549

Weigering tot het opmaken van de akte van huwelijksaangifte

31

24

33

Uitstel van huwelijksvoltrekking

408

420

369

Weigering van huwelijksvoltrekking

237

364

278


Schijn-wettelijke samenwoning

2018

2017

2016

Uitstel van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning

629

590

456

Weigering van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning

401

406

316

5) Noch de ambtenaren van de burgerlijke stand, noch de parketten hebben een indicatie dat het huidig wetgevend kader betreffende de schijnhuwelijken, schijn-wettelijke samenwoning en frauduleuze erkenningen niet zou volstaan of bijsturing nodig zou hebben.