Informatieverslag

Burden-sharing van de klimaatdoelstellingen

21/01/2017

   Lijst informatieverslagen

Lees het verslag (pdf)


Parlementair dossier  

  • Verzoek tot het opstellen van een informatieverslag 6-253/1 6-253/1 (PDF)
  • Verslag namens de commissie 6-253/2 6-253/2 (PDF)
  • Hoorzittingen 6-253/3 6-253/3 (PDF)
  • Aanbevelingen aangenomen door de commissie 6-253/4 6-253/4 (PDF)
  • Amendementen ingediend na de goedkeuring van het verslag 6-253/5 6-253/5 (PDF)

Commissie Transversale aangelegenheden - Gewestbevoegdheden   

Rapporteurs:
de dames Christie Morreale, Véronique Waroux, Güler Turan en de heren Andries Gryffroy, Philippe Henry, Hermes Sanctorum-Vandevoorde, Lode Vereeck, Johan Verstreken

   Lijst informatieverslagen

De klimaatdoelstellingen van de Europese Unie verplichten België de uitstoot van broeikasgassen met 15% te verminderen en ervoor te zorgen dat 13% van het energiegebruik afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Vermits de gewesten en de federale overheid hierin een rol spelen, moeten de doelstellingen worden verdeeld tussen verschillende overheden (burden-sharing). Om te vermijden dat een volgend intra-Belgisch klimaatakkoord opnieuw jaren zou aanslepen, formuleert de Senaat in een informatieverslag aanbevelingen, zoals de oprichting van een interparlementair overlegorgaan of de opwaardering van de Nationale Klimaatcommissie tot een 'center of excellence'.

Tegen 2020 legt de Europese Unie haar lidstaten bindende klimaatdoelstellingen op: de 2020 Climate & Energy Package. Tegen die datum moet ons land de uitstoot van de broeikasgassen ten opzichte van 2005 met 15% verminderen en moet 13% van het totaal energiegebruik afkomstig zijn van hernieuwbare bronnen.

Aangezien de gewesten de belangrijkste rol spelen voor het klimaatbeleid, moest België deze doelstellingen verdelen tussen de federale, Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden: de zogenaamde burden-sharing. Na 6 jaar onderhandelen werd op 4 december 2015 een intra-Belgisch klimaatakkoord bereikt, de basis van het samenwerkingsakkoord van 26 oktober 2016.

Ondertussen heeft de Europese Unie de klimaatdoelstellingen al geactualiseerd tot 2030 en moeten de nieuwe doelstellingen opnieuw worden verdeeld tussen de verschillende entiteiten van ons land, wat nieuwe onderhandelingen vergt. Om deze toekomstige besprekingen efficiënter te maken zodat de discussies niet opnieuw jaren hoeven aan te slepen, heeft de Senaat een informatieverslag opgesteld over het besluitvormingsproces en aanbevelingen te geformuleerd om dat proces te verbeteren.

26 aanbevelingen

Eerst hield de Commissie Transversale aangelegenheden - Gewestbevoegdheden hoorzittingen met experten van de federale, Brusselse, Vlaamse en Waalse overheidsdiensten, alsook met Europese experten, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en het Platform Klimaatrechtvaardigheid (de Klimaatcoalitie). Tegelijkertijd werd de historiek van de onderhandelingen geanalyseerd en werd vergeleken hoe andere federale staten de burden-sharing aanpakken.

De Senaat heeft uiteindelijk een lijst met 26 aanbevelingen aangenomen.

De Senaat pleit daarin voor een grotere parlementaire betrokkenheid en roept op om een interparlementair overlegorgaan op te richten waar leden van de Kamer, de Senaat en de gewestparlemdaarinenten minstens 2 keer per jaar het klimaatbeleid en de al dan niet geboekte vooruitgang bespreken.

Verder beveelt de Senaat aan om de Nationale Klimaatcommissie te versterken en er ook een 'center of excellence' over het klimaat van te maken.

Ten slotte roept de Senaat de gewesten en de federale overheid op om te streven naar maximale coherentie in het klimaatbeleid. Daarbij moet het mutualiteitsprincipe worden toegepast. Hierbij gaat elke entiteit na wat de impact is van een maatregel op het klimaatbeleid van de andere entiteit en handelt zij zodanig dat de effectiviteit van de maatregelen van alle andere beleidsniveaus wordt versterkt.


Hoorzittingen

  • De heer Peter Wittoeck, diensthoofd van de dienst Klimaatverandering van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu [ p. 4 ]
  • De heer Etienne Hannon, Hoofd van de Cel Beleid en Monitoring van de dienst Klimaatverandering van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu [ p. 18 ]
  • De heer André Guns, Conseiller émissions atmosphériques auprès de l'Agence wallonne de l'Air et du Climat [ p. 47 ]
  • De heer Dominique Perrin, Conseiller en politique climatique auprès de l'Agence wallonne de l'Air et du Climat [ p. 46 ]
  • De heer François Cornille, medewerker van het Departement planning Lucht-Klimaat-Energie van het Brussels Instituut voor Milieubeheer [ p. 58 ]
  • Mevrouw Pascale van der Plancke, medewerkster van het Departement planning Lucht-Klimaat-Energie van het Brussels Instituut voor Milieubeheer [ p. 58 ]
  • De heer Bob Nieuwejaers, Afdelingshoofd, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid [ p. 67 ]
  • Mevrouw Annemie Neyens, beleidsmedewerker Klimaat, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid [ p. 67 ]
  • De heer Peter Van Kemseke, kabinet, vice-voorzitter van de Europese Commissie bevoegd voor de Energie Unie [ p. 90 ]
  • De heer Tom Van Ierland, Algemene Directie Actie voor het Klimaat, Europese Commissie [ p. 103 ]
  • Mevrouw Magda Aelvoet, voorzitster van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling [ p. 126 ]
  • De heer Joeri Thijs (Greenpeace), vertegenwoordiger van de Klimaatcoalitie [ p. 138 ]
  • Mevrouw Véronique Rigot (CNCD-11.11.11), vertegenwoordigerster van de Klimaatcoalitie [ p. 138 ]