5-1380/1 | 5-1380/1 |
27 OKTOBER 2011
Wie zwanger is neemt geen drugs. Hierover is eenieder het eens. Een zwangere vrouw rookt niet. Hierover is inmiddels ook iedereen het eens. Zij let op haar voeding. Iedereen akkoord. Maar een zwangere vrouw die een glaasje wijn drinkt, weinigen zullen haar dan een opmerking geven, zolang het natuurlijk met mate gebeurt.
Uit een synthese van verschillende nationale en internationale studies komt naar voor dat maar liefst één op de tien tot bijna één op de vijf (10 à 18 %) van de zwangere vrouwen regelmatig alcohol drinkt. Ongeveer 3 % van de zwangere vrouwen zijn zware drinksters.
Een glaasje wijn per dag lijkt op het eerste zicht onschuldig maar nochtans kunnen de effecten van alcohol op de zwangerschap en dus op de ftus aanzienlijk zijn. Afhankelijk van het stadium van zwangerschap betekent regelmatige alcoholconsumptie een verhoogde kans op groeiachterstand, afwijkende gelaatskenmerken en een slechtere hersenontwikkeling, die kan resulteren in een lager IQ en/of EQ en zelfs in een mentale achterstand (1) . Men mag immers niet vergeten dat de alcohol in het bloed van de moeder rechtstreeks naar de ftus gaat. Dit kan dan ook nog na de geboorte een te langzame groei, moeilijk voedingsgedrag en leer-, gedrags- en geheugenstoornissen op latere leeftijd tot gevolg hebben. In zulke gevallen spreekt men van het ftaal alcoholsyndroom (FAS). Geschat wordt dat in België twee op de duizend baby's met FAS geboren worden.
Minder duidelijke vormen van deze aandoening zijn de alcohol-related birth defects (ARBD), waarbij lichamelijke afwijkingen zoals hart-, bot- en/of orgaanproblemen ontstaan. Bovendien zijn er kinderen die schade oplopen die niet ernstig genoeg is om van een syndroom of een afwijking te spreken. Ze komen relatief normaal over, maar kunnen toch leer- en gedragsstoornissen vertonen.
Alcoholgerelateerde aandoeningen zijn permanent van aard en kunnen de levenskwaliteit tot in het volwassen leven sterk aantasten. Effecten op de baby kunnen zich uiten in veel huilen, slaapstoornissen, het langzamer reageren op prikkels uit de omgeving en het minder snel kalmeren na een moment van opwinding (2) . Op oudere leeftijd kan er sprake zijn van moeilijke sociale omgang, een toegenomen risico van alcoholisme en psychische problemen (3) .
Maar niet alleen lopen vrouwen die alcohol drinken tijdens hun zwangerschap meer risico op aandoeningen bij hun kind. De kans op miskraam, vroeggeboorte of doodgeboren kind verhoogt ook aanzienlijk. Vrouwen die vijf of meer glazen per week drinken lopen een hoger risico op spontane abortus (4) . Een andere studie toont aan dat zelfs een gemiddelde consumptie van minder dan één glas alcohol per dag al genoeg kan zijn om van een verhoogd risico te spreken (5) .
Een andere interessante studie (6) toont aan dat bij kinderen van moeders die één tot drie glazen per week drinken de leerprestaties op veertien jarige leeftijd lager liggen dan gemiddeld. Ook vonden er significante groeiafwijkingen plaats bij kinderen van veertien die tijdens de zwangerschap blootgesteld werden aan één glas of minder per dag (7) .
Ook moet men duidelijk afstappen van de gedachte dat een enkele keer drinken geen kwaad kan voor de ftus. Men weet immers niet in welke fase van ontwikkeling de ftus zich bevindt. Zich eenmalig « bezatten » lijkt onschuldig, maar een hoge alcoholconcentratie in het bloed kan precies aanwezig zijn op het moment van een kritieke fase in de hersenontwikkeling van de ftus.
In ieder stadium van de zwangerschap kan alcoholgebruik de ftus beschadigen. In de eerste drie maanden kan het voornamelijk tot anatomische en organische afwijkingen leiden (8) en in het laatste trimester vooral van invloed zijn op de groeiontwikkelingen (9) . Aangezien het centrale zenuwstelsel gedurende de hele zwangerschap in ontwikkeling is, is blootstelling aan alcohol gedurende de volledige zwangerschap risicovol.
Nog minder bekend zijn de gevaren na de zwangerschap, ingeval de vrouw borstvoeding geeft. De gevolgen van deze combinatie kunnen zijn dat de baby minder wil drinken als gevolg van alcohol in de moedermelk. Ook kan de productie van melk afnemen. Blootstelling aan alcohol via de borstvoeding kan het normale slaap-waakpatroon van de baby tijdelijk verstoren. De effecten treden op vanaf één à twee glazen alcohol bij de moeder, zo blijkt uit een onderzoek (10) van de Nederlandse Gezondheidsraad. De effecten van lagere hoeveelheden zijn hierbij niet onderzocht, waardoor er geen zekerheid over de ondergrens van aantal glazen in het bloed kan gegeven worden. Toch lijkt het veiliger dat een moeder totaal geen alcohol drinkt als ze borstvoeding geeft.
De gevaren van het gebruik van alcohol door vrouwen vóór en na, maar vooral tijdens de zwangerschap zijn onvoldoende gekend. Van alle gewoonten die schadelijk zijn voor de ontwikkeling van de ftus, is het gevaar van alcohol alleszins een van de minst gekende. Daarom willen de indieners met dit voorstel alle verpakkingen van alcoholische dranken voorzien van een waarschuwingspictogram. Frankrijk heeft in zijn wetgeving reeds zulk een bepaling opgenomen.
Waarschuwingspictogram in Frankrijk, een rode cirkel met rode streep met daarin een zwangere vrouw in donkere kleur.
De indieners willen erin voorzien dat in ons land ook zulk een waarschuwingspictogram voorkomt op de etikettering van alcoholische dranken waarvan het alcoholpercentage de 1,2 % overschrijdt. Het spreekt voor zich dat dit pictogram moet voldoen aan de voorwaarden van zichtbaarheid en begrijpbaar moet zijn.
Marleen TEMMERMAN. | |
Christine DEFRAIGNE. | |
Elke SLEURS. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 2, § 1, 8º, van het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen, worden de woorden : « , alsook een waarschuwingspictogram dat wijst op de gevaren van alcoholgebruik bij zwangere vrouwen, »ingevoegd tussen het woord « alcohol-volumegehalte » en het woord « voor ».
Art. 3
Artikel 19 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
« De producten bedoeld in artikel 2, § 1, 8º, die niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit mogen nog verkocht worden tot uitputting van de voorraad, op voorwaarde dat ze op de markt werden gebracht of geëtiketteerd ten laatste één jaar na de bekendmaking van de wet van ... tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen, om te wijzen op de gevaren van alcoholgebruik bij zwangere vrouwen in het Belgisch Staatsblad. »
Art. 4
In hetzelfde koninklijk besluit, bijlage III « Lijst van de voedingsmiddelen waarvan de etikettering één of meer verplichte bijkomende vermeldingen dient te bevatten wordt in de kolom « Categorie voedingsmiddelen » een rubriek « 9. Dranken met een alcoholpercentage van meer dan 1,2 % » toegevoegd en in de tegenoverliggende rubriek « Vermelding » het pictogram :
Art. 5
Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 31 december 2011.
5 juli 2011.
Marleen TEMMERMAN. | |
Christine DEFRAIGNE. | |
Elke SLEURS. |
(1) Streissguth, A.P. et al. (1994b), « Maternal drinking during pregnancy : Attention and short term memory in 14 year old offspring,a longitudinal prospective study », Alcoholism : Clinical and Experimental Research, 18, blz. 248-255.
(2) Kable, J.A. en Coles, C.D. (2004), « The impact of prenatal alcohol exposure on neurophysiological encoding of environmental events at six months », Alcoholism : Clinical & Experimental Research, Vol. 28(3), blz. 489-496.
(3) Streissguth, A.P. et al. (1996). Understanding the occurrence of secondary disabilities in clients with fetal alcohol syndrome (FAS) and fetal alcohol effects (FAE) : Final Report, Seattle : University of Washington School of Medicine, Fetal Alcohol and Drug Unit.
(4) Rasch, V. et al. (2003), « Cigarette, alcohol, and caffeine consumption : risk factors for spontaneous abortion », Acta Obstet Gynecol Scand, 82(2), blz. 182-188.
(5) Kesmodel, U. et al. (2002), « Moderate alcohol intake during pregnancy and the risk of stillbirth and death in the first year of life », Am. J. of Epidemiology, 155(4), blz. 305-312.
(6) Willford, J.A. et al. (2004), « Verbal and visuospatial learning and memory function in children with moderate prenatal alcohol exposure », Alcoholism : Clinical & Experimental Research, Vol. 28 (3), blz. 497-507.
(7) Day, N.L., et al. (2002), « Prenatal alcohol exposure predicts continued deficits in offspring size at 14 years of age », Alcoholism : Clinical & Experimental Research, 26(10), blz. 1584-1591.
(8) Coles, C. (1994), « Critical periods for prenatal alcohol exposure : Evidence from animal and human studies », Alcohol Health and Research World, 18(1), blz. 22-29.
(9) Coles, C., et al. (1991), « Effects of prenatal alcohol exposure at school age : I. Physical and cognitive development », Neurotoxicology and Teratology, 13(4), blz. 357-367.
(10) Gezondheidsraad. Risico's van alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap en borstvoeding, Den Haag, Gezondheidsraad, 2005; publicatie nr. 2004/22.