5-1005/1 | 5-1005/1 |
4 MEI 2011
Door een wetswijziging in 1993 (1) werden de artikelen omtrent bedelarij uit het Strafwetboek gehaald waardoor bedelen niet langer strafbaar is.
Artikel 82 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, voorzag wel nog in een gevangenisstraf van drie maanden tot één jaar voor degene die meermaals een minderjarige doet bedelen (2) maar deze bepaling werd opgeheven bij de wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers.
Voor 2005 was de rechtspraak van oordeel dat het bovengenoemde artikel 82 niet van toepassing was op ouders die bedelden met hun eigen kinderen.
De wetswijziging in 2005 bracht niet veel zoden aan de dijk omdat het aantonen van mensenhandel, met betrekking tot het bedelen met kinderen, vrij moeilijk is en omdat bij het opmaken van de wet werd geoordeeld dat ouders die bedelen met hun kinderen dit niet doen om hen uit te buiten en aldus niet bestraft dienen te worden.
Ouders die bedelen in het bijzijn van hun kinderen worden dus bijna altijd systematisch vrijgesproken. Zo bijvoorbeeld heeft het hof van beroep te Brussel begin 2010 geoordeeld dat bedelen met je kinderen erbij, niet strafbaar is. Een twintigjarige Roemeense werd eerder in eerste instantie veroordeeld omdat ze tijdens het bedelen twee kinderen had meegenomen maar de rechter in beroep was van mening dat een vrouw toezicht moet houden op haar kroost en dat kinderen gebruiken om medelijden op te wekken niet strafbaar is.
Kinderen dienen echter niet om medelijden op te wekken. Daarenboven is er vaak sprake van kinderverwaarlozing, kindermisbruik en zelfs van handel in kinderen waarbij deze te huur worden aangeboden.
De wetgeving ter bestrijding van de mensenhandel schiet, wat betreft het bedelen met kinderen, te kort omdat de uitbuiting en/of mensenhandel vaak moeilijk of niet te bewijzen valt.
De indieners van dit voorstel zijn van oordeel dat bedelen met kinderen niet door de beugel kan en stellen daarom voor het strafbaar te stellen door een duidelijke bepaling in het Strafwetboek.
Bart LAEREMANS Jurgen CEDER Anke VAN DERMEERSCH. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 342 van het Strafwetboek, opgeheven bij de wet van 12 januari 1993, wordt hersteld in de volgende lezing :
« Art. 342. Met gevangenisstraf van een maand tot een jaar wordt gestraft : hij die bedelt met de hulp van een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar niet heeft bereikt. »
29 april 2011.
Bart LAEREMANS Jurgen CEDER Anke VAN DERMEERSCH. |
(1) Wet van 12 januari 1993 houdende een urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving.
(2) Artikel 82.van de wet van 8 april 1965 : « Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden wordt gestraft : 1o hij die er een gewoonte van maakt een minderjarige beneden de volle leeftijd van zestien jaar te doen bedelen; 2o hij die een minderjarige beneden de leeftijd van zestien jaar ter beschikking van een bedelaar heeft gesteld, die zich van deze minderjarige heeft bediend om het openbaar medelijden op te wekken. In geval van herhaling kan de straf worden verdubbeld. ».