5-606/1

5-606/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

15 DECEMBER 2010


Voorstel van resolutie inzake de administratiekosten van de gezondheidszorg, van administratitis naar @ministratie

(Ingediend door de heren Louis Ide en Piet De Bruyn)


TOELICHTING


Dit voorstel van resolutie neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 30 april 2010 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-1774/1 - 2009/2010).

Administratie, bureaucratie en paperasseren zijn een inherent deel van het gezondheidszorgsysteem geworden. Volgens een onderzoek van de Artsenkrant is een Vlaamse huisarts ongeveer tien uur per week bezig met administratie. De apotheker heeft er dan weer een hele klus aan om de doktersvoorschriften te ontcijferen. Na aflevering van het geneesmiddel volgt dan nog eens een controle van het voorschrift door de tarificatiediensten van de apothekers. Hierna worden de voorschriften ook nog eens steekproefgewijs gecontroleerd door de ziekenfondsen én door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) via Pharmanet.

En wat voor de huisarts en de apotheker geldt, telt evenzeer voor de meeste medische en paramedische beroepen : ook zij worden onder de papieren bedolven.

De ziekenfondsen hebben dan weer een administratie om u tegen te zeggen om al de papieren van artsen, apothekers, tandartsen, kinesitherapeuten, ..., te controleren. Dit jaar wordt er 1 012 057 000 euro vrijgemaakt voor de ziekenfondsen om hun administratiekosten te dekken. Dit is de eerste maal dat men de kaap van één miljard euro overschrijdt. De uitgekeerde bedragen namen tussen 2003 en 2010 met een derde toe (1) . Ook de patiënt ontsnapt niet aan de « administratitis » in de gezondheidszorg. Hij moet zijn doktersbriefjes bewaren, er een ziekenfondsvignet opkleven, ze naar het ziekenfonds opsturen of zich naar het dichtstbijzijnde loket van het ziekenfonds begeven.

Technisch is het perfect haalbaar om de administratitis in de gezondheidszorg om te vormen tot een « @ministratie ». Het volstaat patiënt, arts, tandarts, apotheker, ..., op de elektronische snelweg te laten rijden. De sleutel tot die snelweg is de SIS-kaart of beter het instrument dat er later voor in de plaats zal komen. In 2002 lanceerde N-VA al dit voorstel : « Alle actoren in de gezondheidszorg staan met elkaar in verbinding via het « Vlaams Netwerk Elektronisch Dossier » (VNED). Het VNED is een gesloten netwerk, met als vertrekpunt het elektronisch medisch dossier (EMD) van elke patiënt(e) » (2) . Vandaag is alle technologie beschikbaar om te starten met een gesloten systeem, dat de privacy waarborgt en leidt tot een @ministratie. In 2007 kwamen zowel de auteur van deze resolutie als Geert Bourgeois met een dossier dat de basis vormt van dit voorstel van resolutie.

Door de opvolger van de SIS-kaart is het perfect mogelijk alle papieren doktersattesten en -voorschriften te bannen. De arts kan zijn verrichte raadplegingen elektronisch indienen bij de elektronische loketten van de ziekenfondsen. De patiënten krijgen het bedrag van de raadpleging, verminderd met het remgeld, enkele dagen later al door hun ziekenfonds terugbetaald op hun rekening. Ook de voorschriften worden door de arts elektronisch ingevoerd in het EMD van de patiënt en op het intranet geplaatst dat toegankelijk is voor alle apothekers. Wanneer de patiënt bij de apotheker van zijn keuze binnenstapt, haalt die met de nieuwe SIS-kaart van de patiënt het voorschrift van het intranet. Dit alles kan gerealiseerd worden met een volledig respect voor de privacy van de patiënt, met respect voor de vrije keuze van apotheker. We pleiten er overigens voor dat het systeem dat in de plaats zal komen van de SIS-kaart geïntegreerd wordt in de elektronische identiteitskaart. Ook dit is technisch perfect mogelijk met respect voor de privacy door chip en barcode fysiek te scheiden.

Enkele van deze ingrepen kunnen grote gevolgen hebben op de financiën van de gezondheidszorg.

A. AFSCHAFFING VAN DE PAPIEREN GETUIGSCHRIFTEN

Door middel van de SIS-kaart (of zijn opvolger) kan men de prestaties van artsen en paramedici honoreren. Op die manier komen papieren getuigschriften te vervallen zodat de patiënt niet langer naar het ziekenfonds hoeft te gaan voor terugbetaling. Alles wordt rechtstreeks via de bank geregeld.

Ik heb deze vereenvoudiging uitgerekend.

SYNTHESE :

— Impact is vooral kwantitatief : 105,7 miljoen euro voor patiënt, ziekenfondsen en voor de artsen (3) ;

— In uren : 4 493 272 uren, waarvan 253 968 uren voor artsen (= 1,015 miljoen consultaties (4) en 3 277 777 uren voor patiënten (= 374 mensjaren of 1 899,9 productieve arbeidsjaren (5) );

— Ook kwalitatieve voordelen.

1. Kwantitatieve voordelen (6)

Voor berekening van standaardtijden, out-of-pocketkosten en standaarduurtarieven zoals opgenomen in het SKM (Standaard Kosten Model). Zie handleiding « Meten om te weten » (www.wetsmatiging.be/downloads/Handleiding_Metenomteweten_herwerkteversie_jan2006.pdf).

Voor berekening van standaardtijden, out-of-pocketkosten en standaarduurtarieven zoals opgenomen in het SKM (StandaardKostenModel). Zie handleiding « Meten om te weten » (www.wetsmatiging.be/downloads/Handleiding_Metenomteweten_herwerkteversie_jan2006.pdf)

a) Uitgangspunt : aantal prestatiegetuigschriften

— De Vlaamse huisartsen zien gemiddeld 16,2 personen per dag en werken 250 dagen per jaar (7) . Op 250 dagen zien de Vlaamse huisartsen (9 768) dus 39,56 miljoen (niet unieke) personen (8) .

— Prestatiegetuigschriften worden per (gewoon) « huishouden » bijgehouden. Er zijn 2,5 miljoen huishoudens in Vlaanderen.

— Gemiddelde : 39,56 miljoen, gespreid over 2,5 miljoen huishoudens = 15,82 getuigschriften/huishoudens/jaar.

b) Effect voor de arts

— Bestelling « doktersbriefjes » en (wachten op) ontvangst : standaardtijd forfaitair 1 uur (9) per jaar aan standaarduurtarief « management » sector gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening : 53 euro/uur.

Totaal : 53 euro × 9 768 huisartsen = 0,517 miljoen euro.

In uren : 9 768 uren.

— Uitschrijven van getuigschrift : geen tijdwinst bij het uitschrijven zelf, wel effect op de nabehandeling (boekhouding, bijhouden prestaties in patiëntendossier, klassement boekjes ...). Forfaitair geschat op 0,5 uur/week aan standaarduurtarief van 53 euro/uur.

Totaal : 26,5 euro × 9 768 huisartsen × 48 weken (10) = 12,424 miljoen euro.

In uren : 234 432 uren.

— Uitschakeling gevolgen stockbreuk (11)  : forfaitair geschat op 1 uur tijdverlies per arts per jaar aan standaarduurtarief van 53 euro.

Totaal : 53 euro × 9 768 artsen = 0,517 miljoen euro.

In uren : 9 768 uren.

— Algemeen totaal : 13,460 miljoen euro.

In uren : 253 968 uren.

c) Effect voor de verzekerde (12) bij indiening van het getuigschrift bij het ziekenfonds

De zogenaamde « opportuniteitskost ». Handleiding « Meten om weten » : « Er is uitgegaan van het begrip opportuniteitskosten : wat zijn de opportuniteitskosten voor de Belgische economie van de tijd die burgers besteden aan het vervullen van informatieverplichtingen. Die opportuniteitskosten bepalen we als de gemiddelde bijdrage van elke Belg aan het bruto binnenlands product (bbp) van België ».

— Hypothese : één huishouden dient alle getuigschriften van alle gezinsleden bij eenzelfde ziekenfonds in (13) .

— De getuigschriften worden gegroepeerd ingediend, 4 maal per jaar (18,2 getuigschriften per jaar, of 3,95 per indiening);

— 1/3e van de huishoudens dient de getuigschriften persoonlijk bij het ziekenfonds in.

• Standaardtijd gelijkgesteld met « andere prestatie » gemeentehuis : 35 minuten (inclusief verplaatsing en wachttijd) aan standaarduurtarief « burgers » : 17,2 euro/uur = 10,03 euro;

Out-of-pocketkost van de verplaatsing : verplaatsingskosten 0,16 euro/km; aanname 3 kilometer heen en terug = 0,48 euro;

• Totaal : 10,51 euro (out-of-pocket parkeerkosten niet in rekening gebracht) × 4 indieningen × 1/3e van 2,5 miljoen huishoudens = 35,033 miljoen;

• In uren : 1 944 444 uren.

— 2/3e van de huishoudens dient de getuigschriften in via de post.

• Standaardtijd gelijkgesteld met « handtekenen en posten » van dossierbehandeling zonder verplaatsing : 12 minuten aan standaarduurtarief burgers : 17,2 euro/uur = 3,44 euro;

Out-of-pocketkost van de verzending : 0,46 euro.

Totaal : 3,90 euro × 4 indieningen × 2/3e van 2,5 miljoen huishoudens = 26,000 miljoen.

— In uren : 1 333 333 uren;

— Totaal : 61,033 miljoen.

In uren : 1 944 444 + 1 333 333 = 3 277 777 uren.

d) Effect voor de ziekenfondsen

— Het verwerken van een getuigschrift aan het loket duurt 2 minuten per getuigschrift (hypothese — inclusief uitleg, sociaal contact en klassement) (14) , aan standaarduurtarief uitvoerend administratief medewerker (sector gezondheidszorg en maatschappelijke voorzieningen) : 30 euro/uur = 1 euro;

1/3e van 39,56 miljoen getuigschriften = 13,18 miljoen = 13,180 miljoen euro.

In uren : 439 555 uren.

— Het verwerken van een per post opgestuurd getuigschrift duurt 1 minuut per getuigschrift (hypothese — inclusief klassement) aan standaarduurtarief ondersteunend administratief medewerker (sector gezondheidszorg en maatschappelijke voorzieningen) : 26 euro/uur = 0,43 euro.

2/3e van 39,56 miljoen getuigschriften = 26,37 miljoen × 0,43 = 11,340 miljoen.

In uren : 439 555 uren.

— Beperkingen fouten (bijvoorbeeld verkeerde nomenclatuurnummers);

• Hypothese : 2,5 % fouten (= 989 000) wordt verminderd naar 1,25 % (15) (reductie met 494 500);

• Hypothese : natrekken juiste gegevens door ziekenfonds : 10 minuten per getuigschrift aan standaardkost 30 euro/uur = 5 euro;

• Totaal : 494 500 × 5 euro = 2,472 miljoen euro;

• In uren : 82 416 uren.

— Totaal : 86,992 miljoen (16) (17) .

In uren : 961 527 uren.

e) Totaal kwantitatief effect

— 13,460 miljoen + 61,033 miljoen + 26,992 miljoen = 101,485 miljoen euro;

— In uren : 253 968 (dokters) + 3 277 777 (patiënten) + 961 527 (ziekenfondsen) = 4 493 272 uren.

2. Kwalitatieve voordelen (kwantitatieve effecten niet becijferd)

a) Effect voor de patiënt

— Geen verloren getuigschriften via post.

b) Effect voor de arts

— Alle door de huisarts geleverde prestaties kunnen automatisch in het elektronisch patiëntendossier worden opgenomen;

— Geen foute bestellingen bij het bestellen van de doktersbriefjes bij Financiën;

— Geen stockbreuk in hetzelfde geval.

c) Effect voor de ziekenfondsen

— Geen foute ingave van nomenclatuurnummers bij ziekenfondsen zelf (los van foute nomenclatuurnummers op de getuigschriften).

B. INVOERING VAN ELEKTRONISCHE VOORSCHRIFTEN

Niet alleen het beter inschakelen van de SIS-kaart kan voor een administratieve vereenvoudiging zorgen. Zo kan de arts ook elektronische voorschriften gaan aanmaken, ze opslaan in het elektronisch medisch dossier (EMD) van de patiënt en ze op het intranet parkeren dat toegankelijk is voor alle apothekers. De patiënt kiest zijn apotheker en die haalt het voorschrift van intranet. De financiële- en tijdwinst worden hieronder becijferd.

SYNTHESE

— Belangrijke kwalitatieve impact voor patiënten, dokters en apothekers;

— Kleine kwantitatieve impact voor dokters en apothekers (14,3 miljoen euro);

— In uren : 318 245 uren, waarvan 232 935 voor dokters (= 931 740 consultaties van 15 minuten).

1. Kwantitatieve voordelen (18)

Standaardtijden, -uurtarieven en out-of-pocketkosten.

Standaardtijden, -uurtarieven en out-of-pocketkosten.

a) Aantal voorschriften

— Over het aantal geneesmiddelenvoorschriften is geen statistische informatie bekend;

— Per hypothese wordt aangenomen dat een huisarts aan 2 op de 3 patiënten die op bezoek komen (of thuisbezoeken) een voorschrift aflevert (ook voor niet voorschriftplichtige medicijnen);

— Het aantal klantencontacten is 39,56 miljoen/jaar (19) waarbij in 2/3 de van de gevallen een geneesmiddelenvoorschrift wordt afgeleverd = 26,37 miljoen voorschriften.

b) Effect voor de arts

— Uitschrijven geneesmiddelenvoorschrift : geen tijdwinst bij het uitschrijven zelf, wel effect op de nabehandeling (overschrijven gegevens in patiëntendossier);

Geschatte tijdwinst per voorschrift : 0,5 minuut per voorschrift aan standaardkost 53 euro/uur = 0,44 euro

Totaal : 11,646 miljoen euro.

In uren : 219 750 uren.

— Telefonisch oplossen moeilijk leesbare of foutieve voorschriften;

Berekening : zie hierna.

In uren : 12 015 + 1 335 = 13 350 uren.

In euro aan standaarduurtarief van 53 euro/uur : 0,698 miljoen euro.

— Totaal : 12,344 miljoen euro.

In tijd : 232 935 uren.

c) Effect voor de apotheker

— (In)lezen van het voorschrift : weinig of geen tijdswinst (vergeleken met het huidige bar-codesysteem);

— Klasseren/ordenen van voorschriften : 5 seconden per voorschrift aan standaarduurtarief voor « uitvoerend administratief medewerker » in de sector gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening aan 29 euro/uur : 4,0 eurocent;

Totaal : 26,37 miljoen voorschriften aan 4 eurocent = 1,054 miljoen euro.

In uren : 36 625 uren.

— Uitschakeling van problemen te wijten aan « doktersgeschrift » of foutieve voorschriften (onbestaande afleveringswijzen, niet meer bestaande geneesmiddelen ...). Hypothese : 1 % van het aantal voorschriften (= 263 700 voorschriften, waarvan 90 % telefonisch kon worden opgelost, en 10 % niet);

out-of-pocketkost telefoongesprek : 263 700 aan 10 eurocent = 0,026 miljoen euro;

• Tijdsgebruik telefoongesprek : 3 minuten (20) aan standaarduurtarief van 29 euro/uur : 1,45 euro × 263 700 = 0,382 miljoen euro.

In uren : 13 350 uren (21) .

— Totaal = 1,383 miljoen euro.

In uren : 49 810 uren.

d) Effect voor de patiënt

— Tijdwinst door uitschakeling problemen met « doktersgeschrift » of foutieve voorschriften (zie boven);

• Wachttijd tijdens gesprek apotheker — dokter : 13 350 uur, of aan 17,2 euro/uur : 0,229 miljoen euro;

• Uitschakeling kost patiënt voor verkrijgen nieuw voorschrift + terug naar apotheker : 14,81 euro (22) × 26 700 gevallen = 0,395 miljoen euro.

In uren : 22 250 uren.

— Totaal : 0,624 miljoen euro.

In uren : 35 600 uren.

e) Totaal kwantitatief effect

— 12,344 miljoen + 1,383 miljoen + 0,624 miljoen = 14,351 miljoen euro;

— In uren : 232 935 (dokters) + 49 810 (apothekers) + 35 600 (patiënten) = 318 245 uren.

2. Kwalitatieve voordelen (kwantitatieve effecten niet becijferd)

a) Effect voor de patiënt

• Geen verlies van voorschriften;

• Vermijden van « medicatiefouten » door schrijf/leesfouten.

Hypothese naar analogie van Nederland : 5 400 gevallen (23) , met wisselende impact (van geen negatief effect, over nood aan nieuw doktersbezoek nodig, tot spoedhospitalisatie) (24) .

— Beter onlinestockbeheer (zie hierna) vermijdt dat patiënt nog naar de apotheker moet terugkeren voor het geval het geneesmiddel niet direct beschikbaar is)

b) Effect voor de arts én patiënt

— Artsen worden niet meer gestoord tijdens hun praktijk door oproepen met betrekking tot geneesmiddelenvoorschriften;

— Artsen kunnen bij het voorschrijven zelf op de hoogte gebracht worden van stockbreuken van geneesmiddelen die zich bij grote vraag (bijvoorbeeld epidemieën) zouden kunnen voordoen en zo nodig een ander geneesmiddel voorschrijven.

c) Effect voor de apothekers

— Voorraden kunnen gemakkelijker online worden gedirigeerd naar streken waar plots veel gelijke geneesmiddelen worden voorgeschreven (epidemieën);

— Duidelijke datum bij het voorschrift.

d) Effect voor gezondheidssysteem in het algemeen

— Het intranetsysteem kan gekoppeld worden aan een kennissysteem dat bij het voorschrijven de arts wijst op goedkopere (generische of andere) alternatieven voor het voorgeschreven geneesmiddel of voor nieuwe vormen die beschikbaar zijn;

— Het zou de arts ook kunnen wijzen op wisselwerkingen met andere geneesmiddelen die de patiënt reeds inneemt indien deze opgeslagen zijn;

— Mits bescherming van de privacy kan het online systeem bijhouden of een patiënt geen verschillende voorschriften op het zelfde moment maar van verschillende artsen lopende heeft voor eenzelfde middel (verslaving);

— Het systeem kan ook als « early-warning » systeem dienen bij epidemieën : wanneer veel dezelfde geneesmiddelen worden voorgeschreven kan het systeem een online alarm doen afgaan (kan in de plaats treden van de afzonderlijke meldingsplicht die artsen nu hebben).

C. AFSCHAFFING VAN ATTESTEN VOOR COURANTE AANGENOMEN SPECIALITEITEN

Een derde aspect dat tot een administratieve vereenvoudiging kan bijdragen is de afschaffing van attesten voor alle courante aangenomen specialiteiten. De arts schrijft elektronisch voor en dit gaat door naar het ziekenfonds van de patiënt. Wat vroeger geattesteerd moest worden (door de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling), gaat via dezelfde elektronische weg naar het ziekenfonds. Bij excessen kan er een controle volgen van de overheid maar deze zal in eerste instantie gebeuren onder gelijken (« peer control »).

SYNTHESE :

— Middelmatig kwantitatief effect : 20,6 miljoen euro;

— In uren : 772 000 uren, waarvan 100 000 uren voor de artsen;

— Kwalitatief : vooral voor patiënt.

1. Kwantitatieve voordelen (25)

Standaardtijden, -uurtarieven en out-of-pocketkosten.

Standaardtijden, -uurtarieven en out-of-pocketkosten.

a) Uitgangspunt : aantal machtigingen

— 1,8 miljoen/jaar (26) (27) .

— Streefcijfer voor de vermindering van de machtigingen : 33 % vermindering (daling van de aanvragen met 600 000 per jaar).

b) Effect voor de arts

— Hypothese voor het downloaden formulieren (gemiddeld 1,6 per machtiging), invullen machtiging, bijvoegen stukken (bijvoorbeeld onderzoeksresultaten) en instructies patiënt : 10 minuten (28) aan standaarduurtarief van 53 euro/uur = 8,83 euro.

Totaal : 8,83 euro × 533 000 = 4,706 miljoen euro.

In uren : 100 000 uren.

c) Effect voor de patiënt

— Vermijden van dubbele verplaatsing naar ziekenfonds (afgeven aanvraag, ophalen machtiging) : gelijkgesteld met 1 1/2 duurtijd voor afgifte van een doktersprestatiegetuigschrift (35 minuten × 1,5 = 52,2 minuten) maal kost aan 10,51 euro/keer) (29)  : 15,77 euro.

Totaal : 15,77 euro × 533 000 = 9,462 miljoen euro.

In uren : 522 000 uren.

d) Effect voor het ziekenfonds

— Dossiers die niet door adviserend geneesheer moeten behandeld worden.

— Hypothese behandelingstijd (30)  : 15 minuten aan standaarduurtarief van 53 euro/uur = 13,25 euro.

— Totaal : 13,25 euro × 600 000 = 7,950 miljoen euro

In uren : 150 000 uren.

e) Totaal

4,706 miljoen + 9,462 miljoen + 7,950 miljoen = 22,118 miljoen euro.

In uren : 772 000 uren.

2. Kwalitatieve voordelen

— Voor de patiënt;

— Groter gebruiksgemak : kan onmiddellijk het voorgeschreven geneesmiddel krijgen.

BESLUIT

Een dergelijke administratieve vereenvoudiging in de gezondheidszorg draagt bij tot een verhoging van de kwaliteit van de overheid. België scoort op dit vlak ronduit benedenmaats.

In de rangschikking van de Europese Centrale Bank (ECB) van 2004 staat België slechts op de dertiende plaats van de toenmalige EU-landen.

In de rangschikking van het World Economic Forum (WEF) van 2006 komt België pas op de twintigste plaats.

Vlaanderen scoort telkens, volgens de berekeningen van Professor Wim Moesen, beter. In de rangschikking van de ECB zou Vlaanderen op de achtste plaats komen in die van het WEF op de vijfde plaats.

België zou volgens een studie van de ECB dezelfde « kwaliteit » aan zijn inwoners kunnen leveren met slechts 66 % van de middelen die het daarvoor nu aanwendt.

Het overheidsbeslag (48,9 % van het BNP) is te groot en de middelen worden niet efficiënt ingezet.

De fiscaliteit is een van de vele voorbeelden : hopeloos ingewikkeld, de inning is veel te duur en gebeurt bovendien inefficiënt. Brusselse vennootschappen worden niet gecontroleerd. Om 100 euro te innen heeft de Belgische Staat 10 euro overheadkosten.

Vergelijk met Finland waar meer dan 95 % van de inwoners geen aangifte meer moet indienen, maar van de overheid zelf een fiscaal voorstel krijgt.

De gezondheidszorg lijdt aan administratitis in de hoogste graad. De vervanging van de papieren doktersbriefjes en -voorschriften door elektronische attesten levert een besparing van 120 miljoen euro per jaar op. Als we ook nog eens de « attestitis » aanpakken, komen we aan 138 miljoen euro per jaar.

De informatisering van de gezondheidszorg zorgt niet enkel voor een besparing, tegelijk komt ze de kwaliteit ten goede. Door het wegvallen van de administratieve rompslomp krijgt de arts meer tijd voor zijn patiënten, voor zijn kerntaak dus. Het wordt voor hem ook makkelijker werk en privéleven te combineren, wat het beroep aantrekkelijker zal maken. De apotheker zal zijn foutenmarge substantieel zien verminderen. De ziekenfondsen en het RIZIV zullen dan weer hun administratiekosten gevoelig zien dalen. Alleen al het feit dat het overtypen van nomenclatuurnummers stopt levert hen al een forse besparing op. Het bedrag dat hierdoor vrijkomt kan geherinvesteerd worden in de ziekteverzekering. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om nieuwe dure therapieën terugbetaalbaar te maken en zo een dualisering van onze gezondheidszorg tegen te gaan. Geen rechtgeaard ziekenfonds dat daar tegen kan zijn.

De helft van de gerealiseerde vermindering van de administratieve rompslomp komt trouwens de patiënt ten goede (61,6 miljoen euro per jaar). Ziekenfondsen en RIZIV zijn goed voor een kwart (31,9 miljoen euro), de huisarts voor ruim 20 % (25,7 miljoen euro). Het effect voor de 3 000 apothekers in dit land bedraagt 1,2 miljoen euro.

Het RIZIV en de overheid varen er wel bij : dit stuk overheidsadministratie zal aanzienlijk sneller en efficiënter werken : minder fouten, minder kosten. Mogelijkheid voor een beter beleid aangezien de overheid nu ook sneller over beleidsrelevante informatie zal beschikken.

Het leefmilieu, laatst maar niet het minst, is eveneens winnaar.

De doktersbriefjes zijn per jaar goed, zo berekenden we, voor 93 ton papier. De geneesmiddelenvoorschriften wegen per jaar 35,5 ton. De invoering van @ministratie in de gezondheidszorg bespaart dus 128,5 ton papier per jaar. Dat stemt overeen met 71 ton hout of 476 bomen per jaar.

Het aantal verplaatsingen van en naar het ziekenfonds die door de elektronische doktersbriefjes wegvallen, kan geraamd worden op 3,3 miljoen per jaar (één derde van de gezinnen a rato van vier maal per jaar). Aan een gemiddelde kostprijs van 0,48 euro per verplaatsing (3 km heen en terug) stemt dit overeen met 1,6 miljoen euro.

Louis IDE
Piet DE BRUYN.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. overwegende dat door het nemen van de hiervoor geschetste maatregelen tot 140 miljoen euro bespaard zou kunnen worden;

B. gelet op het feit dat dit voorzichtig berekend is en dus een onderschatting is volgens een analoge studie van de Vrije Universiteit Brussel die enkele maanden later werd gepubliceerd;

C. vaststellende dat België niet hoog scoort als het gaat over de kwaliteit van de overheid;

D. gelet op het feit dat de federale regering, bij monde van minister Van Quickenborne, recentelijk de intentie verkondigde werk te maken van vereenvoudiging;

E. vaststellende dat de noden zeer hoog zijn en de regering maar perspectief biedt in 2011;

F. wijst er op dat men de bestaande (elektronische) structuren optimaal moet benutten,

Vraagt de regering :

via de SIS-kaart, en het instrument dat er later voor in de plaats zal komen, alle papieren doktersattesten en -voorschriften te bannen door het creëren van en het gebruikmaken van elektronische netwerken, dit in het belang van alle zorgverstrekkers en patiënten, zulks nog vóór het einde van deze zittingsperiode.

26 november 2010.

Louis IDE
Piet DE BRUYN.

(1) « Ziekenfondsadministratie over het miljard », in : De Huisarts, nr. 950, blz. 1.

(2) www.n-va.be/huisartsen.

(3) Extrapolatie voor alle artsen over België (excl. paramedici en tandartsen) vanuit de 9 768 Vlaamse huisartsen. Waarschijnlijkheidstest : dit doorstaat goed de vergelijking met Nederland. De lasten van het zogenaamde « declaratieverkeer » in Nederland werd officiëel (Commissie De Beer — 2002) geschat op 431,047 miljoen euro (www.minvws.nl/images/minder-regels_tcm19-102316.pdf, blz. 34 e.v. en 41 e.v., en www.minvws.nl/images/Minder-regels-bijl_tcm19-102315.pdf, blz. 123).

(4) Een consultatie bij de huisarts duurt gemiddeld vijftien minuten; een huisbezoek vijfentwintig minuten. Zie Audit Callens, Pirenne & Co, bedrijfsrevisoren, in opdracht van het Vlaamse huisartsenparlement, 2001, gepubliceerd op www.svh.be/auditcp.html.

(5) Mensjaar : 365 dagen × 24 uren = 8 760 uren. In productieve arbeidsjaren : 1 899,9 arbeidsjaren aan 7,36 u./dag × 227 dagen (365 dagen - 104 weekenddagen - 24 vakantiedagen - 10 feestdagen = 227 dagen) of 1 725,2 uren/jaar.

(6) Voor berekening van standaardtijden, out-of-pocketkosten en standaarduurtarieven zoals opgenomen in het SKM (Standaard Kosten Model). Zie handleiding « Meten om te weten » (www.wetsmatiging.be/downloads/Handleiding_Metenomteweten_herwerkteversie_jan2006.pdf).

(7) Onderzoek van Dercq, Van Loon, Van Outsel en Somers « Kwantitatieve analyse van de activiteiten van de Belgische huisartsen », geactualiseerd tot 2001 : geciteerd op website Verbond der Belgische beroepsverenigingen van geneesheren-specialisten).

(8) Audit Callens, Pirenne & Co, bedrijfsrevisoren, in opdracht van het Vlaamse huisartsenparlement, 2001, gepubliceerd op www.svh.be/auditcp.html.

(9) Staat gelijk aan vier patiëntenraadplegingen van vijftien minuten of 2,4 huisbezoeken van vijfentwintig minuten.

(10) Audit Callen & Pirenne : de huisarts neemt gemiddeld achttien dagen vakantie per jaar (= vier weken; dus werkt achtenveertig weken).

(11) Gevolgen stockbreuk door niet-tijdige levering Financiën : arts moet raadplegingen/huisbezoeken apart bijhouden en patiënt wordt verplicht een tweede maal bij de arts langs te gaan voor betaling of arts moet bij een volgend huisbezoek betaling vragen. Staat gelijk aan vier patiëntenraadplegingen van vijftien minuten of 2,4 huisbezoeken van vijfentwintig minuten.

(12) De zogenaamde « opportuniteitskost ». Handleiding « Meten om weten » : « Er is uitgegaan van het begrip opportuniteitskosten: wat zijn de opportuniteitskosten voor de Belgische economie van de tijd die burgers besteden aan het vervullen van informatieverplichtingen. Die opportuniteitskosten bepalen we als de gemiddelde bijdrage van elke Belg aan het bruto binnenlands product (bbp) van Belgi‹ ».

(13) Situaties van huishoudens waarvan de leden bij verschillende ziekenfondsen aangesloten zijn worden voor deze oefening buiten beschouwing gelaten.

(14) Indien een klant per bezoek 2,92 getuigschriften indient, duurt dit per klant 7,3 minuten. Aldus kunnen 8,2 klanten per uur per loket worden bediend.

(15) In het rapport De Beer (Nl) wordt het foutenpercentage in het declaratieverkeer op 5 % geschat (www.minvws.nl/images/minder-regels_tcm19-102316.pdf, blz. 34 e.v. en 41 e.v.). Dit is o.i. een te hoog percentage.

(16) Dit is wellicht sterk onderschat. Ter vergelijking : de administratiekosten vanuit het RIZIV naar de ziekenfondsen (verzekeringsinstellingen excl. NMBS en H.ZIV) werden in 2006 begroot op 863,156 mio. euro (www.riziv.fgov.be/information/nl/accounting/budgets/2006/index.htm). Weliswaar gelden de administratiekosten voor alle vormen van administratie, en ook voor administratie die het gevolg is van raadplegingen, voorschriften, enz., van specialisten, paramedici, tandartsen, ..., die in de huidige casus buiten beschouwing zijn gelaten (zie opmerking bij start van casus).

(17) Logistiek (infrastructuur, ICT, onthaalbedienden, managementpersoneel, gebouwkosten, enz.) wordt in deze oefening buiten beschouwing gelaten.

(18) Standaardtijden, -uurtarieven en out-of-pocketkosten.

(19) Zie vorige berekeningen.

(20) Minimale hypothese in de veronderstelling dat huisarts bereikbaar is.

(21) Pro memorie : behandelingstijd nieuw voorschrift bij terugkeer klant.

(22) Standaardtijd gelijkgesteld met « andere prestatie » gemeentehuis : 35 minuten (inclusief verplaatsing en wachttijd) aan standaarduurtarief « burgers » : 17,2 euro/uur = 10,03 euro. Plus 15 minuten nieuwe verplaatsing/wachttijd apotheker = 4,3 euro. Out-of-pocketkost van de verplaatsing : verplaatsingskosten 0,16 euro/km; aanname 3 km. heen en terug = 0,48 euro.

(23) Er bestaan geen Vlaamse of Belgische cijfers ter zake. Het Nederlandse HARM-rapport « Hospital Admissions Related to Medication » (www.knmp.nl/download-bestanden/eindrapport_harm-nov-2006.pdf) kwam tot de vaststelling dat op 1,5 miljoen ziekenhuisopnamen in 90 000 medicatiefouten zouden voorkomen (verkeerde medicatie, verkeerde toediening, verkeerde dosis, ...); 6 % daarvan worden gedefinieerd als « overschrijffouten » van voorschriften (www.vvvg.nl/nieuwsbrief/nieuwsbriefseptember2005.pdf en www.brocacefintramuraal.nl/ getfile.php ?id=1318) = 5 400 gevallen.

(24) Kost van een « hospitalisatie » : geen voldoende elementen om een hypothese te ontwikkelen.

(25) Standaardtijden, -uurtarieven en out-of-pocketkosten.

(26) Cijfers J. De Cock, administrateur-generaal RIZIV, hoorzitting Senaat van 6 december 2006.

(27) 6,8 % van de 26,37 miljoen voorschriften uit voorgaande berekening.

(28) Tien dossiers per uur, inclusief inschrijven in medisch dossier.

(29) Zie voorgaande berekeningen.

(30) Geen rekening houdend met ander administratief werk met betrekking tot de aanvraag (bijvoorbeeld telefonische inlichtingen bij behandelende arts).