5-438/1

5-438/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

29 OKTOBER 2010


Wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde

(Ingediend door mevrouw Liesbeth Homans c.s.)


TOELICHTING


Dit voorstel is geïnspireerd op het wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving, met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Parl. St. Kamer, nr. 51-333/001) en het wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving, met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Parl. St. Kamer, nr. 51-1379/001). Het houdt rekening met de adviezen die de Raad van State op de vermelde wetsvoorstellen en de amendementen hierop heeft uitgebracht.

1. De huidige indeling in kieskringen, inzonderheid de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, houdt geen rekening met de grondwettelijke indeling van het land in taalgebieden, gewesten en gemeenschappen, zoals deze bepaald wordt door de artikelen 1 tot 4 van de Grondwet. Deze kieskring is derhalve strijdig met de Grondwet.

2. De wet van 13 december 2002 tot wijziging van het Kieswetboek en zijn bijlage heeft overal in het land provinciale kieskringen ingesteld, met uitzondering van de provincie Vlaams-Brabant. Het arrest nr. 73/2003 van het Grondwettelijk Hof heeft de regeling voor Vlaams-Brabant vernietigd. De kernoverwegingen van het arrest op dit punt zijn de overwegingen nrs. B.9.2 (over de vroegere situatie) en de overwegingen B.8.4, B.9.5 tot en met B.9.8 (over de nieuwe situatie en de toekomstige regeling) :

— B.8.4. : « doordat het aantal kandidaten dat wordt verkozen in de kieskringen Brussel-Halle-Vilvoorde en Leuven niet afhangt van de respectieve bevolkingscijfers van die kieskringen, wordt aan de kiezers en de kandidaten van twee van de kieskringen van het Rijk op discriminerende wijze de waarborg ontzegd waarin artikel 63 van de Grondwet voorziet. »;

— B.9.2. : « Het Hof oordeelt, verwijzend naar zijn arrest nr. 90/94, dat, hoewel het handhaven van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, in 1994, bestaanbaar kon worden beoordeeld met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, diezelfde bepalingen die handhaving op dat ogenblik niet vereisten, noch thans vereisen. »;

— B.9.5. : « Door de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te handhaven (terwijl elders provinciale kieskringen werden ingesteld) behandelt de wetgever de kandidaten van de provincie Vlaams-Brabant op een andere wijze dan de kandidaten van de andere provincies. »;

— B.9.6. : « de maatregel gaat weliswaar uit van de bekommernis, die reeds in het arrest nr. 90/94 werd vastgesteld, om te zoeken naar een onontbeerlijk evenwicht tussen de belangen van de verschillende gemeenschappen en gewesten binnen de Belgische Staat. De gegevens van dat evenwicht zijn niet onveranderlijk. Het Hof zou evenwel in de plaats van de wetgever oordelen, indien het zou beslissen dat onmiddellijk een einde zou moeten worden gemaakt aan een situatie die tot op heden de goedkeuring van de wetgever had, terwijl het Hof niet alle problemen kan beheersen waaraan de wetgever het hoofd moet bieden om de communautaire vrede te handhaven. »;

— B.9.7. : « In geval van behoud van provinciale kieskringen voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, kan een nieuwe samenstelling van de kieskringen in de vroegere provincie Brabant gepaard gaan met bijzondere modaliteiten die kunnen afwijken van degene die gelden voor de andere kieskringen, teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in die vroegere provincie te vrijwaren. ».

3. Daar de provinciale kieskringen elders in het land niet werden vernietigd moet de wetgever optreden, hetzij om de provinciale kieskringen overal terug af te schaffen, hetzij om een provinciale kieskring Vlaams-Brabant op te richten, zij het dat de samenstelling van de kieskringen in de vroegere provincie Brabant gepaard kan gaan met bijzonder modaliteiten die kunnen afwijken van degene die gelden voor de andere kieskringen, teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in die vroegere provincie te vrijwaren.

4. Elke duurzame oplossing moet uitgaan van de noodzaak de grenzen van de taalgebieden, gewesten en provincies te eerbiedigen. Zoniet zouden de gemeenschappen in dit land niet op gelijke voet behandeld worden.

5. Aan alle hierboven gestelde grondwettelijke vereisten kan worden voldaan door de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen (zowel voor Kamer, Senaat als voor Europees Parlement), volgens de taal-, gewest- en provinciegrens. Dit betekent dat de kieskring Halle-Vilvoorde bij de Vlaamse kieskring wordt gevoegd (voor Senaat en Europees Parlement) en dat voor de parlementsverkiezingen de provinciale kieskring Vlaams-Brabant wordt ingesteld (arrondissementen Leuven + Halle-Vilvoorde). Dit kan bij gewone wet, in wezen door wijziging van de tabel gevoegd bij artikel 87 van het Kieswetboek (Kamer van volksvertegenwoordigers), door aanpassing van artikel 87bis van het Kieswetboek (kieskringen Senaat) en artikel 9 van de wet 23 maart 1989 betreffende de verkiezingen van het Europees Parlement.

6. Evenwel om een correcte zetelverdeling over de vroegere provincie Brabant te behouden, wordt, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, als bijzondere modaliteit voor deze gewezen provincie, de apparentering behouden, op dezelfde wijze als deze thans bestaat : de Brusselse lijsten kunnen apparenteren, hetzij met Vlaams-Brabant, hetzij met Waals-Brabant (nooit met beide, zoals nu ook hetzij met Leuven, hetzij met Nijvel geapparenteerd kan worden, maar nooit met beide tegelijk). Hieruit volgt dat de zetelverdeling met de nieuwe indeling, niet wezenlijk zal verschillen van de huidige. Het voordeel van het behoud van de apparentering is dat, met volledig respect van artikel 63 van de Grondwet, de zetelverdeling gebeurt op basis van de stemmenverdeling op het niveau van de oude provincie Brabant. Vooral voor de kleinere partijen is dit belangrijk : zo kunnen de stemoverschotten tussen geapparenteerde lijsten gevaloriseerd worden. Dit zal in de praktijk vooral belangrijk zijn voor de Nederlandstalige lijsten te Brussel.

Zonder apparentering zouden de Vlaamse lijsten in Brussel niet aan bod komen, tenzij via gewaarborgde vertegenwoordiging of poolvorming van de stemmen per taalgroep.

Zelfs met gewaarborgde vertegenwoordiging of poolvorming zou het aantal zetels dat de Nederlandstaligen te Brussel zouden verkrijgen, waarschijnlijk nog te klein zijn om de verscheidenheid van Vlaamse partijen aan bod te laten komen, waardoor bepaalde van die partijen te Brussel steeds stemmen verloren zouden zien gaan en dus verplicht zouden worden om een kartel te sluiten. Met apparentering worden die stemoverschotten steeds in de andere kieskring gevaloriseerd.

Een ander voordeel van het systeem van apparen-tering is dat het een gangbare en erkende praktijk is, die ook door het Grondwettelijk Hof niet werd afgewezen, dat het effect ervan zou zijn dat de zetelverdeling weinig afwijkt van de huidige zetelverdeling over de oude provincie Brabant.

In een advies van de Raad van State nr. 37 569 van 23 augustus 2004 met betrekking tot een voorstel van wet tot wijziging van de kieswetgeving, met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Parl. St. Kamer, nr. 51-0333/001) heeft de Raad van State overigens uitdrukkelijk gesteld met betrekking tot deze apparentering als bijzondere modaliteit dat deze apparenteringsregel « op zich geen aanleiding tot enig bezwaar » geeft.

7. Ook op het vlak van de kiesdrempel biedt het voorgestelde systeem een voldoeninggevende oplossing. Rekening houdend met het adviezen van de Raad van State op het wetsvoorstel nr. 51-1379/001 werd voor de volgende oplossing gekozen :

— op het niveau van de rechtstreekse zetelverdeling wordt een lijst, net zoals in alle andere kieskringen, toegelaten tot de zetelverdeling wanneer die minstens 5 % behaalt van de geldige stemmen die in de kieskring werden uitgebracht;

— op het niveau van de aanvullende zetelverdeling wordt een lijstengroep toegelaten tot de zetelverdeling wanneer die minstens 5 % behaalt van de geldige stemmen in één van de kieskringen waartussen de betrokken lijstenverbinding verloopt. Ook de alleenstaande lijsten worden toegelaten tot de aanvullende verdeling voor zover zij minstens 5 % behalen van de geldige stemmen in de kieskring waarin zij opkomen.

Aldus geldt één uniforme 5 %-drempel voor wat de rechtstreekse zetelverdeling betreft en wordt een specifieke apparenteringdrempel ingesteld. Dat daardoor een onderscheid wordt gecreëerd tussen kandidaten op verbonden lijsten en kandidaten op lijsten in kieskringen waar niet in een apparenteringsregeling is voorzien, is inherent aan het systeem van apparentering als bijzondere modaliteit waartegen de Raad van State op zich geen bezwaar heeft. Dat een bijzondere drempel wordt ingesteld voor de apparentering is bovendien eigen aan het systeem.

Het systeem van de apparentering werd immers altijd al gekenmerkt door een drempel. Zelfs toen er nog geen sprake was van de 5 %-drempel (ingevoerd door de wet van 13 december 2002 tot wijziging van het Kieswetboek en zijn bijlage) werd een alleenstaande lijst of een lijstengroep enkel toegelaten tot de aanvullende zetelverdeling wanneer die in een van de verbonden kieskringen een bepaald percentage van de geldige stemmen behaalde (i.c. 33 % van de kiesdeler).

Het voorstel trekt deze logica door en laat eveneens een alleenstaande lijst of lijstengroep toe tot de zetelverdeling wanneer die in een van de verbonden kieskringen een bepaald percentage van de geldige stemmen behaalt (i.c. 5 % van de geldige stemmen). Het daaruit voortvloeiende onderscheid dat binnen de voormalige provincie Brabant wordt gecreëerd tussen de kandidaten op verbonden lijsten en de kandidaten die niet op zulke lijsten staan, is niet alleen objectief maar ook redelijk verantwoord : het biedt verbonden lijsten de mogelijkheid om via een aanvullende zetelverdeling vertegenwoordigd te worden, wanneer ze bewezen hebben voldoende representativiteit te hebben in een van de kieskringen waartussen de betrokken lijstenverbinding verloopt en dat zonder niet-verbonden lijsten volledig van dit systeem uit te sluiten.

In antwoord op het advies van de Raad van State op het wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Parl. St. Kamer, nr. 51-1379/001) wensen de indieners het volgende op te merken :

— de Raad van State heeft geen grondwettelijke problemen met de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in een kieskring Brussel en een kieskring Vlaams-Brabant;

— de Raad van State aanvaardt dat de apparentering als een « bijzondere modaliteit » kan worden beschouwd als bedoeld in het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 mei 2003 (73/2003);

— zoals het Grondwettelijk Hof in zijn arrest 73/2003, stelt de Raad van State in zijn advies dat de wetgever de keuze heeft tussen de terugkeer naar de vroegere kieskringen voor heel België of het stand brengen van een kieskring Vlaams-Brabant wat de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde impliceert. Indien deze splitsing gepaard gaat met bepaalde maatregelen moeten die maatregelen beoordeeld worden als « bijzondere modaliteiten » die op zich wel aanvaardbaar zijn, maar die verenigbaar moeten zijn met de grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie.

De Raad van State vraagt om die maatregelen te verantwoorden in het licht van deze regels. Volgens een vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof sluiten de grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie zijn geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel;

— aangaande de vragen die de Raad van State stelt ten aanzien van de bepalingen inzake de apparentering kan het volgende worden opgemerkt :

— de modaliteiten van de apparentering zijn voor alle lijsten in de kieskring Brussel gelijk : Vlaamse, Franstalige, tweetalige of anderstalige lijsten kunnen er zich verbinden met lijsten in Vlaams-Brabant ofwel met lijsten in Waals-Brabant maar niet Vlaams- en Waals-Brabant tegelijk. De door de Raad van State in de vorm van hypotheses opgesomde verschillen in behandeling zijn verantwoord in het licht van het nagestreefde doel : het instellen van kieskringen in de voormalige provincie Brabant die samenvallen met de grenzen van de provincie Vlaams- en Waals-Brabant en het administratief arrondissement Brussel. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de doelstelling van de wetgever om kieskringen in te voeren waarvan de grenzen samenvallen met die van de provincies. Reeds eerder is de wetgever van oordeel geweest dat een onbeperkte apparentering niet wenselijk was. De wetgever besliste reeds vóór de splitsing van de provincie Brabant de apparentering te beperken door geen lijstenverbinding meer toe te staan tussen de kieskring Nijvel en de kieskring Leuven. De wetgever besliste hiertoe « omdat de logica van de meest pragmatische oplossing gebiedt te zeggen dat men geen lijstenverbinding vanuit Brussel in een dubbele richting naar Leuven en Nijvel zou toelaten » (verklaring van de heer H. Suykerbuyk als rapporteur van diverse wetsvoorstellen met betrekking tot de apparentering in de provincie Brabant, Hand. Kamer, 25 februari 1987). Zoals in 1987 zijn de indieners van dit voorstel eveneens van oordeel dat lijstenverbinding tussen de drie kieskringen in de gewezen provincie Brabant niet wenselijk is. Dit voorstel trekt de logica van de beperking van de apparentering die in 1987 werd doorgevoerd verder door;

— de voorgestelde regeling in het wetsvoorstel vertrekt vanuit de logische toepassing van het territo-rialiteitsbeginsel en de indeling in taalgebieden zoals bepaald in artikel 4 van de Grondwet. Deze overweging lag ook ten grondslag aan de reeds vermelde beperking van de apparentering die in 1987 in de toenmalige provincie Brabant werd doorgevoerd. Deze beperking was niet alleen ingegeven om anomalieën bij samenstelling van de Vlaamse Raad en de Franse Gemeenschapsraad ongedaan te maken, maar ook om tot een regeling te komen die nauwer aansloot bij de indeling in taalgebieden. V. Féaux wiens amendement tot invoeging van een tweede lid in artikel 132 van het Kieswetboek aangenomen werd en die resulteerde in de wet van 13 april 1987 houdende wijziging van de kieswetgeving inzake lijstenverbinding in de provincie Brabant, verklaarde : « Il importe donc très clairement de supprimer ces anomalies et de modifier, dans la province du Brabant, le système actuel de l'apparentement, parce que celui-ci ignore l'existence et la signification des régions linguistiques des Communautés et des Régions. » (Hand. Kamer, 25 februari 1987).

Conform deze constitutionele imperatieven, is er derhalve een fundamenteel onderscheid tussen het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad enerzijds en de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant anderzijds, die krachtens deze grondwettelijke bepalingen respectievelijk tot het Nederlandse taalgebied en tot het Franse taalgebied behoren.

Het voorstel is dan ook een afspiegeling van de regeling die wordt vooropgesteld voor de verkiezingen van de Senaat en het Europees Parlement, waaromtrent de Raad van State geen opmerkingen formuleert.

In het arrest 73/2003 stelde het Grondwettelijk Hof uitdrukkelijk dat het niet aan het Hof, maar aan de wetgever toekomt om de bijzondere modaliteiten te bepalen die kunnen worden bepaald in de oude provincie Brabant.

De bijzondere modaliteit van de apparentering vertrekt hierbij vanuit de grondwettelijke indeling in taalgebieden.

Gezien het fundamenteel onderscheid tussen een tweetalig taalgebied en twee eentalige taalgebieden, is het betrekken van het tweetalige gebied Brussel-Hoofstad bij respectievelijk de ene of de andere eentalige provincie niet meer dan logisch en vindt zij steun in de Grondwet.

De voorziene apparentering door de lijsten in de kieskring Brussel met ofwel een lijst in Vlaams-Brabant ofwel een lijst in Waals-Brabant komt overigens tegemoet aan de eerdere opmerkingen van de Raad van State in zijn advies van 23 augustus 2004, nu het criterium van taalaanhorigheid niet langer bepalend is voor het zich al dan niet kunnen verbinden.

Precies daarom is de regeling die werd uitgewerkt voor het tweetalig gebied Brussel en voor de eentalige provincies Vlaams- en Waals-Brabant objectief, doelmatig en evenredig :

— Brussel is tweetalig, terwijl de twee andere gebieden elk eentalige provincies zijn;

— de twee eentalige gebieden dienen derhalve op gelijke wijze te worden behandeld : het gegeven dat in het wetsvoorstel de Franstalige lijsten zich in Vlaams-Brabant als in de andere Vlaamse provincies in dezelfde situatie bevinden als de Vlaamse lijsten in Waals-Brabant of elders in Wallonië bewijst dat de regeling perfect symmetrisch is en geënt op de bestaande staatsstructuur;

— het feit dat lijsten in de kieskring Brussel kunnen apparenteren is het gevolg van het tweetalige statuut van het Brussels Gewest. Het feit dat de apparentering slechts met één van de twee provincies kan, is het gevolg van de eentaligheid van elk van die provincies;

— lijsten die zich in Brussel tot de twee taalgemeenschappen richten, kunnen nog steeds een lijstverbinding met een lijst van een van de twee taalgebieden aangaan, zoals dit op heden ook reeds gebeurt. Zij worden dus niet benadeeld en kunnen ook stemmen uit een ander taalgebied valoriseren.

In de mate de Raad van State lijkt te stellen dat naargelang de lijsten zich binnen een eentalig taalgebied profileren als gericht op een andere taalgroep dan die van het gebied, de gevolgen van de apparentering feitelijk verschillend zouden kunnen zijn omwille van het aantal anderstaligen dat effectief in dat ééntalig gebied woont en derhalve leidt tot een mogelijke ongelijke behandeling, houdt de Raad van State hierbij blijkbaar vooral rekening met een feitelijke electorale toestand die niet enkel hypothetisch, maar vooral niet onveranderlijk is (de huidige evolutie van uitwijking van inwoners van de provincie Vlaams-Brabant naar de provincie Waals-Brabant kan in dit opzicht illustratief zijn voor het onstabiele karakter van de feitelijke toestand waar de Raad van State zijn stelling op lijkt te gronden);

— in de voormalige provincie Brabant is er een gemengde situatie door het bestaan van het tweetalige gebied Brussel. Het wetsvoorstel sluit daar zoveel als mogelijk bij aan door de logica van de provinciale grenzen door te trekken, maar houdt tegelijk rekening met de specifieke situatie van Nederlandstaligen en Franstaligen in die voormalige provincie Brabant door de lijstenverbinding toe te laten, rekening houdend met het grondwettelijk beginsel van de indeling in taalgebieden.

De Nederlandstalige en de Franstalige belangen in de oude provincie Brabant worden aldus gewaarborgd op een perfect symmetrische wijze en in overeenstemming met de eentaligheid van het gebied zoals dat ook in de rest van Vlaanderen en Wallonië geldt.

De verwijzing in het advies van de Raad van State naar de regeling zoals die van toepassing was vóór de wet van 13 december 2002 doet ten slotte de vraag rijzen of het wenselijk is een regeling in te voeren die apparentering tussen de drie kieskringen Brussel, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant mogelijk maakt. In deze hypothese worden Vlaamse lijsten er de facto toe aangespoord zich in Waals-Brabant voor te stellen, terwijl het omgekeerde geldt voor Franstalige lijsten in Vlaanderen. Het is de vraag of de ongewenste ervaringen van het vroegere systeem de belangen van de Nederlandstaligen of Franstaligen in de oude provincie Brabant op dit punt overstijgen, temeer daar een dergelijke regeling geen rekening houdt met het opzet dat ten grondslag ligt van de indeling in taalgroepen in de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Liesbeth HOMANS
Piet DE BRUYN
Lieve MAES
Karl VANLOUWE.

WETSVOORSTEL


TITEL I

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL II

Wijzigingen van het Kieswetboek

Art. 2

Artikel 87 van het Kieswetboek, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, wordt vervangen als volgt :

« Art. 87. — De verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers worden gehouden per kieskring. Elke provincie vormt een kieskring. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormt eveneens een kieskring. De kieskringen worden ingedeeld in kieskantons, overeenkomstig de tabel gevoegd bij dit Wetboek. ».

Art. 3

In de tabel, bedoeld in artikel 87 van het Kieswetboek, vervangen bij de wet van 13 december 2002, wordt het gedeelte dat betrekking heeft op « de kieskringen van Brussel-Halle-Vilvoorde, van Leuven (Vlaams-Brabant) en van Nijvel (Waals-Brabant) » vervangen door de tabel gevoegd als bijlage.

Art. 4

In artikel 115 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 5 juli 1976, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993 en 12 december 2002 en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 73/2003 van 26 mei 2003 van het Grondwettelijk Hof en gewijzigd bij de wet van 13 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º het tweede en derde lid worden vervangen als volgt :

« Voor de verkiezing van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers worden de in artikel 132 bedoelde verklaringen van lijstenverbinding overhandigd op donderdag, zeventiende dag vóór de stemming tussen 14 en 16 uur aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel.

Dit bureau fungeert als centraal bureau voor de drie kieskringen. »;

2º in het vijfde lid wordt de tweede zin vervangen als volgt :

« De bekendmaking vermeldt tevens op welke plaats, dag en uur de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel de verklaringen van lijstenverbinding voor de Kamer van volksvertegenwoordigers in ontvangst zal nemen. ».

Art. 5

Artikel 132 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 5 juli 1976 en 16 juli 1993, bij het koninklijk besluit van 5 april 1994 en bij de wet van 13 december 2002, en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 73/2003 van 26 mei 2003 van het Grondwettelijk Hof, wordt als volgt vervangen :

« Art. 132. — Bij de verkiezingen voor de vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers kunnen de kandidaten van een lijst uit de kieskring Brussel, met instemming van de personen die hen voorgedragen hebben, verklaren dat zij, met het oog op de zetelverdeling, zich verbinden met de bij name aan te wijzen kandidaten van een lijst, hetzij uit de provincie Vlaams-Brabant, hetzij uit de provincie Waals-Brabant.

Met het oogmerk hierop geschiedt de zeteltoewijzing over deze drie kieskringen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VI. ».

Art. 6

In artikel 134 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º het eerste lid wordt vervangen als volgt :

« De verklaring van lijstenverbinding en van instemming met de lijstenverbinding mogen bij eenzelfde akte worden gedaan. »;

2º in het vierde en vijfde lid worden de woorden « provinciaal centraal bureau » telkens vervangen door « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 7

In artikel 135 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 17 mei 1949 en het koninklijk besluit van 5 april 1994, worden de woorden « provinciaal centraal bureau » vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 8

In artikel 136, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 17 maart 1958, worden de woorden « provinciaal centraal bureau » vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 9

In artikel 137 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 13 december 2002 en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 73/2003 van 26 mei 2003 van het Grondwettelijk Hof, worden de woorden « hoofdbureau van de provinciehoofdplaats » vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 10

In hetzelfde Wetboek wordt artikel 165bis, 1º, ingevoegd bij de wet van 13 december 2002 en deels vernietigd door het arrest nr. 73/2003 van het Arbitragehof van 26 mei 2003, hersteld in de vorige lezing :

« Art. 165bis. — Worden enkel toegestaan voor de rechtstreekse zetelverdeling :

1º voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers : de lijsten die minstens 5 % van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen in de kieskring behaald hebben. ».

Art. 11

Artikel 169, laatste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, wordt vervangen als volgt :

« Het proces-verbaal van die verrichtingen wordt dadelijk gezonden aan de voorzitter van het centraal bureau bedoeld in artikel 115; alleen de overige in artikel 177 vermelde stukken worden aan de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers gestuurd. ».

Art. 12

In artikel 170 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wetten van 30 december 1993 en 5 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het eerste lid, worden de woorden « provinciaal centraal bureau » vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 »;

2º in het tweede lid, worden de woorden « de gehele provincie » vervangen door de woorden « voor het geheel van de verbonden kieskringen »;

3º het derde lid wordt vervangen als volgt :

« Tot die aanvullende verdeling laat het elke lijstengroep toe, voor zover zij in één van de kieskringen waartussen de betrokken lijstenverbinding verloopt minstens 5 % van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen behaald hebben. Het laat tot die verdeling eveneens de alleenstaande lijsten toe die het in artikel 165bis, 1º bepaalde aantal procent van de stemmen hebben behaald. ».

Art. 13

In artikel 171 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2000 en 13 december 2002, worden de woorden « provinciaal centraal bureau » telkens vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 14

Artikel 175, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, wordt vervangen door de volgende leden :

« Het centraal bureau bedoeld in artikel 115 wijst, bij lijstenverbinding overeenkomstig artikel 132, de verkozenen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers aan overeenkomstig de artikelen 172 en 173. Daarbij wordt, voor de aanwijzing van de verkozenen uitsluitend rekening gehouden met de door de lijst en de kandidaten behaalde uitslag in de kieskring waar de aan de lijst toekomende zetels werden behaald. ».

TITEL III

Wijzigingen van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement

Art. 15

Artikel 9 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, wordt vervangen als volgt :

« Art. 9. — De verkiezing van het Europees Parlement wordt gehouden op basis van de vier volgende kieskringen :

1º de Vlaamse kieskring die de administratieve arrondissementen omvat die tot het Vlaamse Gewest behoren;

2º de Waalse kieskring die de administratieve arrondissementen omvat die tot het Waalse Gewest behoren, met uitzondering van de gemeenten van het Duits taalgebied;

3º de kieskring Brussel die het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad omvat;

4º de Duitstalige kieskring die de gemeenten van het Duits taalgebied omvat. ».

Art. 16

In artikel 10 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wetten van 5 maart 2004 en 27 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden « de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « de kieskring Brussel »;

2º in paragraaf 3, derde lid, vervallen de woorden « de bevolking van het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en ».

Art. 17

In artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, bij het koninklijk besluit van 11 april 1994 en bij de wet van 18 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 3, vijfde lid, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « kieskring Brussel »;

2º paragraaf 4 wordt opgeheven.

3º paragraaf 5 wordt vernummerd tot paragraaf 4.

Art. 18

In artikel 21, § 1, van dezelfde wet, vernietigd bij het arrest van het Arbitragehof nr. 26/90 van 14 juli 1990 en opnieuw ingevoegd bij de wet van 16 juli 1993, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » telkens vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 19

In artikel 23, derde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 20

In artikel 24 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993 en het koninklijk besluit van 11 april 1994 en bij de wetten van 18 december 1998 en 19 februari 2003, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » telkens vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 21

In artikel 26, § 1, eerste en tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2003, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » telkens vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 22

In artikel 34 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993 en 26 juni 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het eerste lid, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « kieskring Brussel »;

2º het vierde lid wordt opgeheven.

Art. 23

In artikel 35, tweede lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 24

In het bij dezelfde wet gevoegde model van stembiljet II.d., worden de woorden « Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door het woord « Brussel ».

TITEL IV

Slotbepaling

Art. 25

De Koning brengt, binnen zestig dagen na de aanneming van deze wet, de overige bepalingen van het Kieswetboek en van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement in overeenstemming met de bepalingen van deze wet. Hij past ook de bijlagen van voormelde wetten aan teneinde deze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze wet.

De besluiten genomen krachtens dit artikel moeten bij wet worden bekrachtigd.

19 oktober 2010.

Liesbeth HOMANS
Piet DE BRUYN
Lieve MAES
Karl VANLOUWE.

BIJLAGE

gedeelte van de tabel als bedoeld in artikel 87 van het Kieswetboek (cf. art. 2, § 2, van dit wetsvoorstel)

CIRCONSCRIPTION ÉLECTORALE

RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE
Circonscription électorale Chef-lieu de la circonscription électorale Arrondissement administratif Canton électoral Chef-lieu du canton électoral Communes du canton électoral
Bruxelles Bruxelles Bruxelles-Capitale Bruxelles Bruxelles Bruxelles
Anderlecht Anderlecht Anderlecht Berchem-Sainte-Agathe
Ixelles Ixelles Ixelles Auderghem Watermael-Boitsfort
Molenbeek-Saint-Jean Molenbeek-Saint-Jean Molenbeek-Saint-Jean Ganshoren Jette Koekelberg
Saint-Gilles Saint-Gilles Saint-Gilles
Saint-Josse-ten-Noode Saint-Josse-ten-Noode Saint-Josse-ten-Noode Etterbeek Woluwe-Saint-Lambert Woluwe-Saint-Pierre
Schaerbeek Schaerbeek Schaerbeek Evere
Uccle Uccle Uccle Forest

KIESKRING

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Kieskring Hoofdplaats kieskring Administratief arrondissement Kieskanton Hoofdplaats kieskanton Gemeenten van het kieskanton
Brussel Brussel Brussel-Hoofdstad Brussel Brussel Brussel
Anderlecht Anderlecht Anderlecht Sint-Agatha-Berchem
Elsene Elsene Elsene Oudergem Watermaal-Bosvoorde
Sint-Jans-Molenbeek Sint-Jans-Molenbeek Sint-Jans-Molenbeek
Sint-Gillis Sint-Gillis Sint-Gillis
Sint-Joost-ten-Noode Sint-Joost-ten-Noode Sint-Joost-ten-Noode Etterbeek Sint-Lambrechts-Woluwe Sint-Pieters-Woluwe
Schaarbeek Schaarbeek Schaarbeek Evere
Ukkel Ukkel Ukkel Vorst

CIRCONSCRIPTION ÉLECTORALE

PROVINCE DU BRABANT FLAMAND
Circonscription électorale Chef-lieu de la circonscription électorale Arrondissement administratif Canton électoral Chef-lieu du canton électoral Communes du canton électoral
Brabant flamand Louvain Louvain Louvain Louvain Louvain Bertem Bierbeek Herent Huldenberg Kortenberg Oud-Heverlee Tervuren
Aarschot Aarschot Aarschot Begijnendijk Tielt-Winge
Diest Diest Diest Bekkevoort Kortenaken Scherpenheuvel-Zichem
Glabbeek Glabbeek Glabbeek Lubbeek
Haacht Haacht Haacht Boortmeerbeek Holsbeek Keerbergen Rotselaar Tremelo
Landen Landen Landen
Tirlemont Tirlemont Tirlemont Boutersem Hoegaarden
Léau Léau Léau Geetbets Linter

KIESKRING

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
Kieskring Hoofdplaats kieskring Administratief arrondissement Kieskanton Hoofdplaats kieskanton Gemeenten van het kieskanton
Vlaams-Brabant Leuven Leuven Leuven Leuven Leuven Bertem Bierbeek Herent Huldenberg Kortenberg Oud-Heverlee Tervuren
Aarschot Aarschot Aarschot Begijnendijk Tielt-Winge
Diest Diest Diest Bekkevoort Kortenaken Scherpenheuvel-Zichem
Glabbeek Glabbeek Glabbeek Lubbeek
Haacht Haacht Haacht Boortmeerbeek Holsbeek Keerbergen Rotselaar Tremelo
Landen Landen Landen
Tienen Tienen Tienen Boutersem Hoegaarden
Zoutleeuw Zoutleeuw Zoutleeuw Geetbets Linter

CIRCONSCRIPTION ÉLECTORALE

PROVINCE DU BRABANT FLAMAND (suite)
Circonscription électorale Chef-lieu de la circonscription électorale Arrondissement administratif Canton électoral Chef-lieu du canton électoral Communes du canton électoral
Brabant flamand Hal-Vilvorde Vilvorde Vilvorde Vilvorde Kampenhout Machelen Zemst
Asse Asse Asse Affligem Liedekerke Merchtem Opwijk Ternat Dilbeek
Hal Hal Hal Beersel Drogenbos Linkebeek Pepingen Rhode-Saint-Genèse Sint-Pieters-Leeuw
Lennik Lennik Lennik Biévène Gammerages Gooik Herne Roosdaal
Meise Meise Meise Grimbergen Kapelle-op-den-Bos Londerzeel Wemmel
Zaventem Zaventem Zaventem Kraainem Wezembeek-Oppem Steenokkerzeel Overijse Hoeilaart

KIESKRING

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT (vervolg)
Kieskring Hoofdplaats kieskring Administratief arrondissement Kieskanton Hoofdplaats kieskanton Gemeenten van het kieskanton
Vlaams-Brabant Halle-Vilvoorde Vilvoorde Vilvoorde Vilvoorde Kampenhout Machelen Zemst
Asse Asse Asse Affligem Liedekerke Merchtem Opwijk Ternat Dilbeek
Halle Halle Halle Beersel Drogenbos Linkebeek Pepingen Sint-Genesius-Rode Sint-Pieters-Leeuw
Lennik Lennik Lennik Bever Galmaarden Gooik Herne Roosdaal
Meise Meise Meise Grimbergen Kapelle-op-den-Bos Londerzeel Wemmel
Zaventem Zaventem Zaventem Kraainem Wezembeek-Oppem Steenokkerzeel Overijse Hoeilaart

CIRCONSCRIPTION ÉLECTORALE

PROVINCE DU BRABANT WALLON
Circonscription électorale Chef-lieu de la circonscription électorale Arrondissement administratif Canton électoral Chef-lieu du canton électoral Communes du canton électoral
Brabant wallon Nivelles Nivelles Nivelles Nivelles Nivelles Braine-l'Alleud Braine-le-Château Ittre Rebecq Tubize Waterloo
Genappe Genappe Genappe Villers-la-Ville
Jodoigne Jodoigne Jodoigne Beauvechain Hélécine Incourt Orp-Jauche Ramillies Ramillies
Perwez Perwez Perwez Chastre Mont-Saint-Guibert Walhain
Wavre Wavre Wavre Chaumont-Gistoux Court-Saint-Etienne Grez-Doiceau La Hulpe Lasne Ottignies-Louvain-La-Neuve Rixensart

KIESKRING

PROVINCIE WAALS-BRABANT
Kieskring Hoofdplaats kieskring Administratief arrondissement Kieskanton Hoofdplaats kieskanton Gemeenten van het kieskanton
Waals-Brabant Nijvel Nijvel Nijvel Nijvel Nijvel Eigenbrakel Kasteelbrakel Itter Rebecq Tubeke Waterloo
Genepien Genepien Genepien Villers-la-Ville
Geldenaken Geldenaken Geldenaken Bevekom Hélécine Incourt Orp-Jauche Ramillies Ramillies
Perwijs Perwijs Perwijs Chastre Mont-Saint-Guibert Walhain
Waver Waver Waver Chaumont-Gistoux Court-Saint-Etienne Graven Terhulpen Lasne Ottignies-Louvain-La-Neuve Rixensart