Werkgroep "Ruimtevaart"

Frank De Winne en Z.K.H Prins Filip (Photo: ESA)
v.l.n.r. : Dirk Frimout, Armand De Decker en Frank De Winne

Armand De Decker geeft toelichting bij de vele initiatieven van deze gemengde werkgroep die het ruimtevaartbeleid van België en van Europa bestudeert. Hij bestaat uit senatoren, leden van het Europese Parlement, volksvertegenwoordigers en leden van de gewestelijke assemblees.

Armand De Decker (MR) : Ik wilde deze werkgroep "Ruimtevaart" oprichten na een ontmoeting die de heer De Croo en ikzelf hebben gehad bij het begin van deze zittingperiode met een groep Franse parlementsleden die zich bezighouden met het ruimtevaartbeleid. Wij hebben toen vernomen dat werd gedacht aan een Europese organisatie van parlementsleden die belang stellen in ruimtevaartvraagstukken. Vandaar dat het Bureau op mijn voorstel heeft besloten deze werkgroep in de Senaat op te richten.

Eén euro brengt er vier op

Het is natuurlijk een open werkgroep: de Belgische of Europese parlementsleden die aan onze werkzaamheden willen deelnemen, zijn van harte welkom. Dat geldt ook voor de Europese commissarissen zoals de heer Busquin die belast is met het wetenschapsbeleid, voor landgenoten die hoge posten bekleden in het Europees Ruimtevaartagentschap, voor hoge ambtenaren van het ministerie voor Wetenschapsbeleid en voor vertegenwoordigers van de Belgische ruimtevaartindustrie. Het gaat overigens om een sterke sector die economisch rendabel is voor ons land. Elke euro die de overheid in ruimteonderzoek investeert, brengt ongeveer vier euro op. Het terugverdieneffect is dus aanzienlijk.

Galileo, onontbeerlijk voor de strategische autonomie van Europa

Wij ontmoeten elkaar dikwijls. Naar aanleiding van het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie hebben wij in Brussel een vergadering van de Europese Interparlementaire Conferentie georganiseerd met de parlementsleden die de ruimtevaartproblemen bestuderen.

Wij hebben twee Europese colloquia georganiseerd. Zij hebben verschillende onderwerpen behandeld: het duale karakter van sommige ruimtevaartprogramma's (met zowel civiele als militaire doelstellingen), de organisatie van de sector, de plaats en de rol van het Europees Ruimtevaartagentschap en ten slotte het Galileo-programma. Wij zijn zeer trots op het colloquium dat aan Galileo werd gewijd, want het betekende een stimulans voor de besluitvorming in de Europese Ministerraad. Het betreft hier het "Europese GPS", een satellietnavigatiesysteem dat de hele aarde zou omspannen en tweemaal zo precies zou zijn als het Amerikaanse GPS.

Galileo is onontbeerlijk voor de strategische autonomie van Europa. De Amerikanen hebben de sleutel van het GPS in handen en kunnen op elk ogenblik beslissen om het systeem voor eigen gebruik voor te behouden en het gebruik ervan aan anderen te ontzeggen. Europa moet dus gaan voor een eigen satellietnavigatiesysteem.

Twee Belgen in de ruimte op 10 jaar tijd

Tot onze grote tevredenheid hebben wij tijdens deze zittingperiode een tweede Belgische ruimtevaarder mogen aanmoedigen. Van alle lidstaten besteedt België het hoogste bedrag per inwoner aan de begroting van het Europees Ruimtevaartagentschap. Daarom hebben wij als klein landje op tien jaar tijd al twee Belgen de ruimte kunnen insturen. Dat biedt heel wat mogelijkheden voor ons wetenschappelijk onderzoek en voor onze universiteiten. Bijna alle universiteiten zijn bij deze opdrachten betrokken.

Sommige parlementsleden hebben de lancering van de Ariane-raket in Kourou bijgewoond. Zelf ben ik naar Baïkonoer gereisd om het vertrek van Frank De Winne naar het internationaal ruimtestation bij te wonen. Fantastisch! De Senaat heeft onze briljante ruimtevaarder gehuldigd bij zijn terugkeer.

Opmerkingen voor de webmaster