Euthanasie
p4
Bron: AZ St.-Jan AV, Brugge

Senaat keurt wetsvoorstellen euthanasie en palliatieve zorg goed

SEN-4/1
Jeannine Leduc (VLD)

O p donderdag 25 oktober 2001 heeft de Senaat een punt gezet achter het grootste ethische debat sinds de goedkeuring van de abortuswet. De senatoren keurden na een debat van drie volle dagen met een tweederde meerderheid het wetsvoorstel goed dat euthanasie niet langer strafbaar maakt mits een aantal zorgvuldigheidsvoorwaarden vervuld zijn. Het wetsvoorstel over palliatieve zorg werd unaniem aanvaard bij één onthouding.

Het marathondebat in plenaire vergadering was het sluitstuk van bijna twee jaar parlementair werk in de Euthanasiecommissie onder het voorzitterschap van Josy Dubié (Ecolo) en Theo Kelchtermans (CD&V).

Tijdens de vorige zittingsperiode dienden verschillende senatoren al wetsvoorstellen in, maar tot een bespreking kwam het toen niet. Begin deze zittingsperiode werden opnieuw een aantal teksten ingediend. Net voor de kerstvakantie van 1999 stelden zes senatoren van de meerderheid ­ Jeannine Leduc (VLD), Philippe Mahoux (PS), Philippe Monfils (MR), Myriam Vanlerberghe (SP.A), Marie Nagy (Ecolo) en Jacinta De Roeck (Agalev) ­ een gezamenlijk wetsvoorstel voor.

Patiënt centraal

Voor Jeannine Leduc (VLD) is de centrale en belangrijkste persoon in het debat de doodzieke patiënt. " Uiteindelijk zijn we gekomen tot een ­ naar ons oordeel ­ evenwichtig voorstel dat niet alles omvat, dat alleen een oplossing biedt aan meerderjarige, bewuste patiënten en dat niet volledig is. Maar het is een start: het recht van een zieke om euthanasie te vragen, niet de plicht; het recht van een arts om euthanasie toe te passen, niet de plicht; het recht van de arts om euthanasie te weigeren; het recht op maximale zorg voor de zieke mens".

SEN-P4/2
Hugo Vandenberghe (CD&V)

De VLD-fractievoorzitter verwierp de suggestie van de palliatieve sector om een extra palliatieve filter in de proce dure in te bouwen. Dat verzwaart de procedure nog meer. Ze pleitte voor extra aandacht voor pijnbestrijding en palliatieve zorg in de artsenopleiding.

Gevaarlijk en gebrekkig

CD&V-fractieleider Hugo Vandenberghe erkende dat euthanasie niet zonder meer volstrekt kan worden uitgesloten. Hij pleitte evenwel voor meer aandacht voor palliatieve zorgverstrekking en palliatieve geneeskunde. "Dit voorstel is een historische stap, maar een historische stap te ver die we niet volgen", zei hij nog. Hij was er ook van overtuigd dat men via de wet straffeloos iemand kan euthanaseren zonder dat deze er zelf bewust om gevraagd heeft. Misbruiken worden onvoldoende vermeden. "Daarenboven is deze wet uitzonderlijk gebrekkig en gevaarlijk. Gevaarlijk omdat de wet de toestand van mensen in een stervensfase gelijkstelt met mensen die niet met deze fase worden geconfronteerd. Gebrekkig omdat een wet zal worden goedgekeurd waarvan de overtreding niet op een aangepaste wijze wordt bestraft. Gebrekkig ook omdat de wet enkel vrijblijvende lippendienst bewijst aan de palliatie, maar die niet echt integreert in de besluitvorming".

Humanisme

Philippe Mahoux (PS) weerlegde de bezwaren van de artsen die een wettelijke regeling overbodig vinden. Het antwoord op het verzoek van de patiënt om euthanasie kan voor hem niet enkel gegeven worden door het geweten van de arts vermits daarop geen controle mogelijk is. De voorstellen geven voor hem blijk van een humanistische ingesteldheid en zijn gebaseerd op het respect voor de menselijke waardigheid, de erkenning van de autonomie en de gewetensvrijheid. Ze eerbiedigen de vrijheid van de patiënt en van de arts en bevestigen het recht van eenieder om te kiezen op welke manier hij of zij waardig wil sterven. Ze waarborgen juridische bescherming bij deze keuze en stellen de arts in staat om op verzoek van de patiënt deze ultieme daad van menselijkheid te stellen.

Jacinta De Roeck (Agalev) vond het belangrijk dat de patiëntenrechten als gevolg van het euthanasiedebat eindelijk bespreekbaar geworden zijn.

Wetsvoorstel gaat te ver

SEN-P5
Clotilde Nyssens (cdH)

Ook voor het cdH gaat het wetsvoorstel te ver en beschermt het onvoldoende de kwetsbaren in de samenleving. Doordat de procedure te omslachtig is, wordt de arts ontmoedigd om ze toe te passen. Volgens Clotilde Nyssens zijn er ook te veel kansen op ontsporingen. "We geloven niet dat deze wet alle sociale en economische druk op zieken en artsen kan wegnemen. Deze wet is in vele gevallen onuitvoerbaar en we willen niet dat een eenvoudige toelating wordt gebruikt als middel om de verantwoordelijkheid te ontwijken".

Jongeren

Myriam Vanlerberghe (SP.A) erkende dat ze het emotioneel "bijzonder moeilijk had met het feit dat jongeren in dezelfde omstandigheden niet geholpen kunnen worden", omdat euthanasie enkel kan toegepast worden op meerderjarigen. Ze werd op dat punt bijgetreden door Patrik Vankrunkelsven (op dat ogenblik Spirit).

Vankrunkelsven betreurde het dat de meerderheid niet meer naar een consensus gestreefd had. Het feit dat het wetsvoorstel ook betrekking heeft op niet-terminale patiënten, heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. Dat men zich in het voorstel niet beperkt heeft tot de terminale patiënt, heeft volgens Philippe Mahoux (PS) echter alles te maken met de moeilijkheid om een precieze grens te trekken.

Consensus ?

SEN-P6
Myriam Vanlerberghe (SP.A)

Er bestaat dus een kloof tussen individuele autonomie en de samenleving die rekenschap eist en regels stelt. Die kloof heeft van in het begin de commissieleden tegenover elkaar geplaatst en ze is nooit gedicht, stelde Philippe Monfils (MR) vast. "Uiteraard kon overeenstemming worden bereikt over de procedures, de te raadplegen artsen, de samenstelling van de controle- en evaluatiecommissie, de bepalingen om de vrije wilsuitdrukking van de patiënt te waarborgen, de rol van het verplegende team. Maar dat was het probleem niet. Het uit de strafwet lichten of de noodtoestand, terminale of niet-terminale fase, controle a priori of a posteriori, verenigbaarheid van euthanasie met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en andere internationale verdragen en uiteraard autonomie tegenover sociale controle, dat waren de fundamentele tegenstellingen. Op al die punten kon geen synthese worden bereikt", aldus nog de Franstalige liberaal.

Marie Nagy (Ecolo) kon degenen die zich tegen een euthanasiewet verzetten, niet volgen. Enerzijds erkent men dat er euthanasie gepleegd wordt en dat dit vandaag niet altijd op vraag van de patiënt gebeurt en vindt men dat men vragen tot palliatieve zorg moet beantwoorden, maar anderzijds oordeelt men dat een patiënt die wil dat een einde aan zijn lijden gemaakt wordt, in strijd handelt met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.

Verbod om te doden

Gerda Staveaux-Van Steenberge stelde dat het Vlaams Blok zich niet achter het euthanasievoorstel kon scharen: "Niet alleen het feit dat dit wetsvoorstel veel risico's inhoudt en kan leiden tot verschillende misbruiken, maar vooral onze fundamentele visie over de mens, waarbij het verbod om te doden en het recht op waardig leven centraal staan, maakt dat wij een wet op euthanasie niet kunnen goedkeuren".

* * *

Opmerkelijk tijdens het driedaagse plenaire debat was het aantal sprekers dat hun betoog doorspekte met persoonlijke getuigenissen van het lijden van mensen die hen na aan het hart lagen.

De twee wetteksten zijn op 16 mei 2002 door de Kamer, in tweede lezing, goedgekeurd.

Texte français << ^ >>

Opmerkingen voor de webmaster