Wetgeving |
W |
etten, decreten, ordonnanties, koninklijke en ministeriële besluiten... zo'n 45.000 telde de Raad van State er. |
Onze samenleving wordt alsmaar ingewikkelder en de overheid moet steeds meer regelsuitvaardigen om een en ander in goede banen te leiden. De voorbije tien jaar is het aantalbladzijden in het Belgisch Staatsblad zowat verdubbeld. Komt daarbij nog dat sommigeregels bijzonder technisch zijn, soms in een onbegrijpelijke taal zijn gesteld of in eenaantal gevallen zelfs niet toepasbaar blijken.
Geen wonder dat de burgers door het bos de bomen niet meer zien en zich vaak ergonzeker voelen als zij in aanraking komen met het gerecht of met de administratie.
De Senaat kreeg onder meer als opdracht om hierover na te denken. Op 7 oktober hield decommissie Institutionele hervormingen een studiedag die volledig gewijd was aan dewetsevaluatie. De concrete aanleiding daartoe was een regeringsontwerp dat de Senaat metde evaluatie van de wetgeving wil belasten. De senatoren hadden zelf ook voorstellen klaarom binnen de Senaat een dienst Wetsevaluatie op te richten.
De regering stelt voor dat de Senaat de tegenstrijdige, verouderde, moeilijkverstaanbare of moeilijk toepasbare wetten zou opsporen. De senatoren kunnen daarbijrekenen op de hulp van de hoogste gerechtelijke instanties. De procureurs-generaal en deRaad van State geven elk jaar in een verslag aan met welke federale wetten en reglementenzij het voorbije jaar moeilijkheden ondervonden. De Senaat brengt daarover verslag uit bijde regering.
De senatoren Hugo Vandenberghe (CVP) en Magdeleine Willame-Boonen (PSC)hebben een concreet voorstel klaar om binnen de Senaat een dienst Wetsevaluatie op terichten.
De nieuwe dienst moet nieuwe wetten beoordelen vooraleer ze worden goedgekeurd(evaluatie vooraf) en nagaan of bestaande wetten en reglementen hun doelstellingenbereiken (evaluatie achteraf).
Senator Ludwig Caluwé (CVP) is rapporteur voor het commissiewerk inzakewetsevaluatie. Hij legt uit wat de senatoren met de dienst Wetsevaluatie op het ooghebben.
"De dienst krijgt een ruimere opdracht dan de evaluatie die het wetsontwerp hemoplegt. De verslagen van de Raad van State en van de procureurs-generaal gaan alleen overwetten en reglementen waarmee de rechtbanken moeilijkheden ondervonden. Er kunnen zichnochtans ook problemen voordoen die niet voor de rechtbanken komen, maar waarbij men tochvaststelt dat de toepassing van de wetgeving niet in overeenstemming is met wat menbeoogde. Bijvoorbeeld als een wet die bepaalde sociale verplichtingen oplegt of eenbelastingwet aanleiding geeft tot fraude. Ook voor die problemen zal de dienstWetsevaluatie voorstellen kunnen uitwerken."
De evaluatie vooraf van de wetgeving is niet het exclusieve domein van deSenaat, zegt Ludwig Caluwé.
"Elke wetgever - dus ook de Kamer - moet ervoor zorgen dat de wetten die hijmaakt juridisch-technisch in orde zijn. Bovendien moet de Raad van State vooraf zijnadvies geven over elk wetsontwerp of uitvoeringsbesluit.
Voor de evaluatie achteraf is de Senaat als bezinningskamer duidelijk het best geplaatst. Dat bewezen de senatoren van de commissie Binnenlandse aangelegenheden trouwens reeds met hun evaluatie van de toepassing van de asielwetgeving. |
De commissie Institutionele aangelegenheden onderzoekt dan weer de knelpunten dieopduiken omdat de wetgeving niet duidelijk bepaalt wie in bepaalde materies zoalslandbouw, vervoer of buitenlandse handel bevoegd is: de federale staat, de gewesten of degemeenschappen. De commissie zal ook aangeven welke wetswijzigingen nodig zijn om dit teverhelpen."
Ingewikkelde en onduidelijke wetgeving is geen typisch Belgisch probleem. Alle onsomringende landen kampen ermee. Dat is ook normaal, vindt Ludwig Caluwé.
"De ingewikkeldheid van onze regels heeft grotendeels te maken met decomplexiteit waarin onze samenleving terecht is gekomen. Van een nachtwakerstaat in de19de eeuw zijn we geëvolueerd naar een samenleving waarin tal van domeinen meer en meerdoor de overheid worden gereglementeerd.
We leven ook niet meer in een systeem van soevereine, naast elkaar bestaande staten.De soevereiniteit wordt meer en meer opgesplitst. Er zijn de internationale overeenkomstendie de nationale wetgeving overstijgen, er is het Europese bevoegdheidsniveau. Bovendienspeelt zich in verschillende landen een decentralisatieproces af waarbij bevoegdheden aandeelstaten worden afgestaan. Al deze factoren hebben de complexiteit van onze samenlevingvergroot."
Ludwig Caluwé denkt van wel: "Men mag echter niet het onmogelijke verwachten.We kunnen enkel trachten te verhinderen dat de complexiteit en de onduidelijkheid verdertoenemen. We mogen er zeker niet van uitgaan dat onze wetgeving nu in een oogwenkeenvoudig en doorzichtig wordt."
Opmerkingen voor de webmaster