Internationaal |
O |
p 27 oktober 1998 is in de Senaat een debat gevoerd over de euro, ter gelegenheid van de stemming over het wetsontwerp dat onze wetgeving moet aanpassen aan de verordeningen die het juridische kader van de euro vastleggen. |
Gelet op de monetaire en financiële gevolgen stonden de senatoren erop dit ontwerp,dat reeds uitvoerig in de Kamer van volksvertegenwoordigers was besproken, te evoceren.
De senatoren zijn overtuigd van het belang dat elf landen ertoe hebben aangezet hunnationale munt in te wisselen tegen een enkele internationale munt.
Iedereen heeft erop gewezen dat het voor België belangrijk is deel uit te maken van deeerste elf landen die toetreden tot de eurozone.
Sommige senatoren hebben echter de nadruk gelegd op de vrees voor het nieuwe systeem enop de zwakke positie van België op het ogenblik van de toetreding tot de eurozone.
Luc Coene (VLD) betreurde vooral dat de overgangsregeling (van 1/1/1999 tot31/12/2002) zo ingewikkeld is en dat de overgang tot de euro zeer veel zal kosten voor deKMO's (naar schatting 2 % van hun omzet).
Paul Hatry (PRL-FDF) merkte op dat het economische en sociale beleid in Europaonvoldoende op elkaar zijn afgestemd, maar hij meent toch dat sommige aspecten tot debevoegdheid van de nationale regeringen moeten blijven behoren. Zo is hij gekant tegen eencollectief overleg met de Vijftien... Senator Hatry is er niet van overtuigd dat dedoelstellingen inzake prijsstabiliteit in overeenstemming zijn met de externestabiliteitsdoelstellingen van de munt.
Guy Moens betreurde namens de SP , dat de politieke eenmaking geenvoorrang gekregen heeft op de monetaire eenmaking.
In het debat legden de senatoren en minister van Financiën Jean-Jacques Viseur denadruk op de positieve aspecten van de euro voor ons land. De euro zal de marktendoorzichtiger maken, waardoor de nadelige gevolgen van de concurrentie op termijn kunnenworden uitgeschakeld. De euro zal tot prijsstabiliteit leiden en een monetaire stabiliteitwaarborgen (de eurozone is een eiland van stabiliteit gebleven in de crisis in Azië enRusland). Door de enorme hoeveelheid geld in omloop zullen de risico's van speculatiebijna geheel worden uitgeschakeld.
Als enige munt zal de euro een pariteit krijgen ten opzichte van de twee anderebelangrijke munten, de yen en de US-dollar, wat het economische belang van Europa zalbevorderen.
De rapporteur van het ontwerp, Jacques D'Hooghe (CVP) , wees erop dat dezeregeling maar kan werken als de ECB (Europese Centrale Bank) volledig onafhankelijk kanoptreden inzake monetair beleid. In geval van een crisis moet de eurozone eengemeenschappelijk standpunt innemen, dat door de voorzitter van de eurozone wordtgeformuleerd.
Het probleem van de externe vertegenwoordiging van de zone op internationale fora isnog niet geregeld. Namens België heeft minister Viseur voorgesteld dat de zonevertegenwoordigd wordt door de voorzitter van de Euro-XI-groep bijgestaan door eenondervoorzitter, zodat één van beide altijd lid is van de G8 (=de 8 rijkste landen ter wereld). Dit Belgische voorstellijkt door sommige Europese partners gunstig te worden onthaald.
Volgens de minister houdt de monetaire harmonisering al een harmonisering in van hetbegrotingsbeleid, maar ook aanpassingen aan het fiscale beleid. Minister Viseur denkt datde fiscale en economische harmonisering wel zal volgen en dat Europa een economischeontwikkelingszone zal worden, gebaseerd op eigen waarden zoals de sociale. Europa zal danworden erkend als een economisch-politieke reus, die zal wegen op de wereldhandel.
Opmerkingen voor de webmaster