5-109

5-109

Belgische Senaat

5-109

Handelingen - Nederlandse versie

DONDERDAG 27 JUNI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING


Waarschuwing: de blauwe kleur geeft aan dat het gaat om uit het Frans vertaalde samenvattingen.


Mondelinge vragen

Regeling van de werkzaamheden

Mondelinge vragen

Wetsontwerp houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding (Stuk 5-2127) (Evocatieprocedure)

Mondelinge vragen

Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (Stuk 5-2091) (Evocatieprocedure)

Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 796 en 797 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op het vereenvoudigen van de procedure betreffende de verbetering van de vonnissen (van de dames Christine Defraigne en Zakia Khattabi, de heren Francis Delpérée en Hassan Bousetta, de dames Martine Taelman en Sabine de Bethune en de heer Guy Swennen; Stuk 5-1126)

Wetsontwerp tot wijziging van artikel 19 van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (Stuk 5-2097)

Wetsontwerp houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten (Stuk 5-2160) (Evocatieprocedure)

Gemengde parlementaire commissie belast met de fiscale hervorming

Inoverwegingneming van voorstellen

Ontwerp van programmawet (Stuk 5-2169) (Evocatieprocedure)

Stemmingen

Regeling van de werkzaamheden

Berichten van verhindering

Bijlage

Naamstemmingen

In overweging genomen voorstellen

Vragen om uitleg

Evocaties

Niet-evocatie

Boodschappen van de Kamer

Indiening van een wetsontwerp

Grondwettelijk Hof - Arresten

Grondwettelijk Hof - Prejudiciële vragen

Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen

Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA)

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en Nationale Arbeidsraad

Economische Overheidsbedrijven - Telecommunicatie


Voorzitster: mevrouw Sabine de Bethune

(De vergadering wordt geopend om 15.10 uur.)

Mondelinge vragen

Mondelinge vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de financiering van de ziekenhuizen in de provincie Luxemburg» (nr. 5-1077)

Mevrouw Dominique Tilmans (MR). - Een tijd geleden stelde ik de minister een vraag over de financiering van de ziekenhuizen in de provincie Luxemburg. In haar gedetailleerde en verhelderende antwoord deelde de minister mee dat de federale overheid over een jaarlijkse budgettaire enveloppe beschikt van 7 580 000 euro voor de bouwkalender 2006-2015. Daarin bedraagt het aandeel van het Waals Gewest 2 380 120 euro (index op 1 januari 2006).

De minister gaf ook aan dat enkel het Waals Gewest bevoegd is voor de besteding van de jaarlijkse enveloppe van 2 380 120 euro. Het Waals Gewest moet dus op basis van zijn prioriteiten en mogelijkheden die enveloppe geheel of gedeeltelijk besteden aan de betoelaging van werken in het kader van de herstructurering van de ziekenhuizen.

De minister voegde eraan toe dat het koninklijk besluit van 13 december 1966 bepaalt dat het bedrag van de toelagen voor de uitvoering van de werken vastgesteld kan worden op maximum 60% van de kostprijs van de werken of op maximum 10% van de kostprijs van die werken indien ze als prioritair worden beschouwd. De federale overheid zal dus via het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen bijdragen in de kosten naar rato van respectievelijk 40% en 90% indien de werken als prioritair worden beschouwd.

Ik heb twee vragen die verband houden met de actualiteit in Luxemburg.

Is de jaarlijkse budgettaire enveloppe van het Waals Gewest voor de bouwkalender 2006-2015 nog steeds vastgesteld op 2 380 120 euro? Is het bedrag geïndexeerd, verhoogd of verlaagd?

Als het Waals Gewest dit jaar nog prioriteit zou toekennen aan de bouw van een regionaal ziekenhuis met 613 bedden in de provincie Luxemburg, voor een bedrag van 224 miljoen euro, is de federale overheid dan bereid om via het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen dat ziekenhuis te subsidiëren naar rato van 90% of 40%, indien het Waals Gewest dat ziekenhuis niet als prioritair beschouwt? Heeft ze de middelen om die subsidies toe te kennen?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - De jaarlijkse enveloppe voor de bouwkalender wordt inderdaad geïndexeerd en het aandeel van het Waals Gewest in de enveloppe is in 2013 opgelopen tot 2 788 689,93 euro. De huidige bouwkalender bestrijkt een periode van tien jaar en loopt tot einde 2015.

Bij de tenuitvoerlegging van de zesde staatshervorming vanaf 2016 zal de financiering van de ziekenhuisinfrastructuur een bevoegdheid van de deelgebieden worden. Zij zullen dan vrij de praktische modaliteiten bepalen voor de financiering van nieuwe bouwprojecten waarvan de kostprijs voor de eerste maal vanaf 2016 zal worden opgevangen.

Aangezien het toekomstige nieuwe ziekenhuis in Luxemburg redelijkerwijs ten vroegste tegen 2020-2025 in gebruik zal kunnen worden genomen, zal het Waals Gewest de volledige kostprijs van dat nieuwe bouwproject voor zijn rekening moeten nemen.

Ook al zou de kostprijs voor het nieuwe bouwproject nog kunnen worden ingeschreven in de enveloppe van de bouwkalender waarover het Waals Gewest beschikt voor de jaren 2014 en 2015, kan ik geen antwoord geven.

Enerzijds ben ik niet op de hoogte van de eventuele engagementen die het Waals Gewest voor die twee jaren is aangegaan, en anderzijds weet ik niet of het resterende saldo groot genoeg is om de kostprijs van het nieuwe bouwproject in de bouwkalender 2014-2015 op te nemen.

Overigens moet de beslissing om de kostprijs van de nieuwe bouwprojecten te dekken die in de periode na 2015 zullen worden gerealiseerd, nog definitief worden vastgelegd, en dat op basis van de huidige modaliteiten. Ik heb daar als federaal minister geen bezwaar tegen.

Het effectieve tijdschema van het nieuwe bouwproject zal bepalend zijn om de financieringsmodaliteiten te kennen.

Ik nodig de betrokken ziekenhuizen uit bij mijn administratie alle nodige inlichtingen op te vragen.

Mevrouw Dominique Tilmans (MR). - De minister heeft dus geen weet van een engagement van het Waals Gewest ter zake. Ik kan dan ook best die regering een vraag stellen en naargelang van het antwoord opnieuw minister Onkelinx aanspreken. Mocht het Waals Gewest beslissen om in de provincie Luxemburg een regionaal ziekenhuis te bouwen, dan kan het project nog in de bouwkalender worden opgenomen.

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - Het is inderdaad het gewest dat beslist, temeer omdat het project na 2016 zal worden gerealiseerd wanneer de gewesten volledig bevoegd zullen zijn. Daar het om een toekomstig project gaat, kan mevrouw Tilmans inderdaad beter het Waals Gewest ondervragen.

Mondelinge vraag van mevrouw Elke Sleurs aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de zieke kinderen door donorsperma» (nr. 5-1080)

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Eind vorige week werd bekend dat in het fertiliteitscentrum van het AZ Sint-Lucas in Gent twee kinderen werden geboren met de erfelijke ziekte neurofibromatose type 1 (NF-1). De kinderen werden verwekt met het zaad van een anonieme Deense donor die drager bleek te zijn van die ernstige genetische aandoening. Dat er problemen waren met het donorsperma van de Deense firma Nordic Cryobank, kwam al eind 2012 aan het licht, toen bleek dat de Deense donor de ziekte had doorgegeven aan 9 van de 43 kinderen die met zijn zaad werden verwekt. Toen werd evenwel nog ontkend dat dit zaad ook in België werd gebruikt.

Maar nu blijkt dat het AZ Sint-Lucas al in juni 2009 aan de alarmbel trok bij de Nordic Cryobank en aan de spermabank liet weten dat er bij hen een baby met NF-1 was geboren. Daarop plaatsten ze het resterende sperma van de donor in quarantaine. Andere ziekenhuizen in België werden daarvan niet op de hoogte gebracht, zodat intussen nog een kind in ons land met het zaad van de bewuste donor werd verwekt. De wet van 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting bepaalt nochtans duidelijk de coördinatie en informatie-uitwisseling tussen de fertiliteitscentra onderling. Helaas blijven de uitvoeringsbesluiten daarvoor al zes jaar uit, waardoor er van coördinatie nog niet veel sprake is.

Uit onderzoek blijkt dat de Deense spermabank bij de eerste waarschuwing uit Gent van oordeel was dat het kind het gendefect zelf had ontwikkeld en dat het probleem niet bij het donorsperma lag. Pas toen Amerikaanse ziekenhuizen gelijkaardige berichten meldden, werd de zaak grondig uitgespit. Het duurde nog tot 21 december 2009 voor de Nordic Cryobank een brief stuurde naar alle fertiliteitsklinieken die het sperma gebruikten. Samengevat lagen er dus bijna zes maanden tussen de eerste vaststelling in Gent en het informeren van de andere Belgische fertiliteitscentra. Intussen heb ik vernomen dat er een spermadatabank in de maak zou zijn.

Was de minister op de hoogte van het eerste geval in 2009? Welke stappen heeft ze gedaan? Wanneer zal de minister nu eindelijk eens werk maken van alle uitvoeringsbesluiten voor de wet van 2007 met het oog op een sluitende coördinatie tussen de fertiliteitscentra? Waarom heeft dat zo lang geduurd?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - Dit geval werd inderdaad vastgesteld door het AZ St-Lucas, dat de Deense spermabank daarover heeft ingelicht in juni 2009. Dat was dus voordat de wet betreffende het menselijk lichaamsmateriaal van kracht werd, met inbegrip van de verplichte meldingen in het kader van de biovigilantie. Daarom werd het FAGG niet ingelicht in 2009. Sindsdien is de bewuste wet in voege getreden. Als dezelfde situatie zich vandaag zou voordoen, zou het AZ Sint-Lucas dus meteen het FAGG moeten waarschuwen, dat op zijn beurt alle andere fertiliteitscentra meteen zou informeren. Dit lijkt me toch een belangrijk gegeven.

Pas op 2 oktober 2012 ontving het FAGG van de Deense gezondheidsautoriteiten een first notification rapid alert met betrekking tot de vaststelling dat verschillende kinderen, verwekt met sperma afkomstig van een Deense donor, werden geboren met neurofibromatose type 1. Het FAGG heeft vervolgens contact opgenomen met alle fertiliteitscentra in België om na te gaan of ze op de hoogte waren, en om te weten wat ze met deze informatie hebben gedaan, of ze bijvoorbeeld de families hebben benaderd, enzovoort.

Wat de uitvoeringsbesluiten van de wet op de medisch begeleide voortplanting (MBV) van 2007 betreft, voeren mijn diensten momenteel besprekingen met de vertegenwoordigers van de fertiliteitscentra om na te gaan wat de meest geschikte modaliteiten zijn.

Er werden al verschillende sporen uitgetekend, maar ze moeten uitvoeriger worden beschreven en vooral door de belanghebbenden worden gevalideerd. De MBV-wet voorziet in de invoering van een systeem van informatie-uitwisseling tussen de fertiliteitscentra. Dit systeem zal het onder andere mogelijk maken te controleren of gameten van eenzelfde donor niet gebruikt worden om bij meer dan zes verschillende vrouwen telkens één of meer kinderen te verwekken.

Als het dossier snel vordert, zou vóór het einde van het jaar een koninklijk besluit kunnen worden genomen.

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Ik hoop echt dat de uitvoeringsbesluiten er voor het einde van dit jaar zullen komen want de wet op de reproductieve geneeskunde is nu toch al zes jaar oud. We kunnen bijna spreken van schuldig verzuim, gezien de feiten.

Ik heb lang geleden al een wetsvoorstel ingediend. Als de minister inspiratie zoekt om snel de coördinatie te regelen, kan ze daar misschien inspiratie opdoen.

Mondelinge vraag van mevrouw Fabienne Winckel aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over «de uitvoering van de maatregelen van de telecomwet» (nr. 5-1075)

De voorzitster. - De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, antwoordt.

Mevrouw Fabienne Winckel (PS). - De verbruikersorganisatie Test-Aankoop heeft een vergelijkende studie gemaakt van alle aanbiedingen voor mobiele telefonie op de Belgische markt. Daaruit blijkt dat de tarieven voor de gsm- en smartphonegesprekken van de drie belangrijkste netoperatoren dalen. Die daling is een positief gevolg van de recente wet van 10 juli 2012 houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie, de telecomwet genoemd, die het de consumenten mogelijk maakt hun abonnement gratis op te zeggen en na zes maanden zonder vooropzeg van operator te veranderen. Deze vereenvoudiging van de opzegprocedure heeft vooral de mobiliteit van de consument vergemakkelijkt en de markt concurrerender gemaakt.

België is nu opnieuw beter gerangschikt dan sommige buurlanden, terwijl Test-Aankoop in 2009 concludeerde dat onze prijzen duidelijk hoger waren dan die van de meeste landen van de Europese Unie.

We zijn uiteraard verheugd over deze prijsdaling die alle burgers ten goede komt, maar verschillende positieve maatregelen van deze wet moeten nog worden geconcretiseerd. Test-Aankoop vermeldt in dat verband het opleggen van gestandaardiseerde informatiefiches, waardoor consumenten gemakkelijker diensten of gecombineerde aanbiedingen kunnen vergelijken, en het vastleggen van automatische bovengrenzen om hen te beschermen tegen buitensporige facturen.

Welke bepalingen moeten nog worden uitgevoerd? Wanneer zullen ze worden toegepast zodat de telecomwet ten volle kan bijdragen tot de bescherming van de rechten van de consument en een gezonde en heldere concurrentie mogelijk maakt tussen de operatoren op de telecommarkt?

De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - De vereenvoudiging van de procedures voor het opzeggen van de contracten heeft de telecommarkt inderdaad concurrerender gemaakt. De daling van de afgiftetarieven en het toenemend aanbod van de operatoren drukt eveneens de prijzen.

Volgens het jaarlijks onderzoek van het BIPT maken de gebruikers een grondiger vergelijking van de prijzen en raadplegen ze vaker de websites van de operatoren alvorens hun keuze te maken.

We bereiden een informatiecampagne voor tegen medio november. Gedurende twee weken, tussen 18 en 29 november, zullen geïnteresseerden in hun gemeenten hulp kunnen krijgen van ambtenaren om het interessantste tariefplan te kiezen en inlichtingen te krijgen over de procedure om van operator te veranderen.

Het koninklijk besluit met betrekking tot de gestandaardiseerde informatiefiches is bijna afgerond. Daarbij werd rekening gehouden met de opmerkingen die werden geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek en de vergaderingen met de operatoren. Het zal binnenkort aan de Koning ter ondertekening worden voorgelegd.

De Raad van State heeft recent advies uitgebracht over het ontwerp van koninklijk besluit dat de financiële bovengrenzen vastlegt. Dat ontwerp werd aangepast aan de opmerkingen en zal eveneens op zeer korte termijn worden afgerond.

Ten slotte wordt thans ook een voorstel tot wijziging van een ministerieel besluit van 2009 bestudeerd. Dat voorstel strekt ertoe om op de facturen het maandelijks gebruikte downloadvolume te vermelden. Zo kan de gebruiker nagaan of zijn abonnement aangepast is aan zijn reëel gebruik. Dat is belangrijk, want tal van personen schrijven in op diensten die hun reële noden ruimschoots te boven gaan, terwijl een goedkopere dienstverlening voor hen voldoende zou zijn.

Mevrouw Fabienne Winckel (PS). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Het verheugt mij dat de uitvoering van de maatregelen vordert. Het is immers zeer belangrijk dat meer transparantie en duidelijkheid verzekerd wordt in de betrekkingen tussen de consumenten en de operatoren. Het is de taak van de overheid om de burgers concurrerende en redelijke prijzen te garanderen.

Ik ben ook verheugd met de campagne die in de gemeenten zal worden gevoerd om de burgers goede informatie te bezorgen.

Mondelinge vraag van mevrouw Marie Arena aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over «de anonieme controles van de Autoriteit voor financiële diensten en markten» (nr. 5-1074)

Mevrouw Marie Arena (PS). - Deze week stelde de voorzitter van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, de FSMA, zijn jaarrapport voor.

Hij verklaarde dat een werkgroep zich momenteel buigt over de modaliteiten die de FSMA in staat moeten stellen anonieme controles te doen.

De inspecteurs hebben hun werk voor 2013 weer aangevat. Ze gaan na of de banken hun cliënten die producten aanbieden die het best bij hen passen. Om dat onderzoekswerk op een gedegen manier te doen, moeten naast de bestaande controles ook anonieme controles mogelijk zijn. Zo kan immers worden gecontroleerd wat de banken in de realiteit aanbieden, en niet bij een gewone controle, waar het antwoord kan worden aangepast.

Daartoe moeten volgens de voorzitter de opdrachten van de FSMA worden aangepast, wat volgens mij in het kader van de Twin Peaks II-wet is bepaald.

Heeft de minister al een verzoek in die zin ontvangen? Acht hij het raadzaam de wet in die zin aan te passen om de FSMA in staat te stellen haar nieuwe rol als beschermer van de consumenten in de verwarrende bank- en verzekeringssector ten volle te spelen?

De heer Koen Geens, minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken. - Mevrouw Arena verwijst naar een interne werkgroep binnen de FSMA. Die moet de tenuitvoerlegging van de zogenaamde Twin Peaks II-wet voorbereiden, zodra die in het parlement is aangenomen.

In het wetsontwerp staan inderdaad bepalingen die ertoe strekken de opdrachten van de FSMA uit te breiden om haar in staat te stellen anonieme controles te doen, zoals dat gebeurt in Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en andere landen, en zoals ook het IMF heeft aanbevolen in zijn recente evaluatie van de Belgische financiële sector.

Artikel 56 van het wetsontwerp bepaalt dat de FSMA voor de uitoefening van haar toezicht op de naleving van de regels financiële instellingen kan laten benaderen door personeelsleden van de FSMA of door daartoe door haar aangestelde derden die zich voordoen als cliënten of potentiële cliënten, zonder dat zij hun hoedanigheid van personeelslid van de FSMA of van door de FSMA aangestelde derde moeten meedelen en zonder dat zij moeten meedelen dat de bij die gelegenheden verkregen informatie door de FSMA kan worden aangewend voor de uitoefening van haar toezicht.

Ook kan de Koning, op advies van de FSMA, de uitoefening van de anonieme controles uitbreiden tot het toezicht op de naleving van de andere regels die Hij daartoe aanduidt, voor zover het gaat om regels die moeten worden toegepast in de rechtstreekse relatie met de cliënten of potentiële cliënten en waarop de FSMA toeziet.

Mevrouw Marie Arena (PS). - Zowel de FSMA zelf als de Kamer maakt hier dus werk van. Ik denk dat in dit verband twee problemen rijzen.

Ten eerste is er de financiering van de anonieme controles. Die vergen extra middelen en we weten dat de FSMA door de sector wordt gefinancierd. Ten tweede moeten dus binnen de sector middelen worden gezocht om de zelfcontrole door de bank- en verzekeringsinstellingen te waarborgen.

We moeten in elk geval nagaan hoe de FSMA de wet zal toepassen.

Mondelinge vraag van de heer Ahmed Laaouej aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken over «de huidige fiscale regularisatieprocedure» (nr. 5-1076)

De heer Ahmed Laaouej (PS). - Midden juli moet een nieuwe fiscale regularisatieprocedure van start gaan, die niet langer dan zes maanden mag duren. De nieuwe regeling zal voor de aanvragers van een regularisatie veel duurder uitvallen. Bij het contactpunt regularisaties stromen veel dossiers binnen, waarschijnlijk met als doel van de huidige regeling te genieten.

Gespecialiseerde advocatenbureaus worden met vragen overstelpt. De vraag rijst of ze al die dossiers tijdig zullen kunnen indienen en of die dossiers volledig zullen zijn.

Onder welke voorwaarden kan een dossier als volledig worden beschouwd? Is het mogelijk om een dossier na de indiening nog aan te vullen met andere elementen of documenten?

De heer Koen Geens, minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken. - Het komt het contactpunt regularisaties toe voor elk dossier na te gaan of een aanvraag als volledig kan worden beschouwd.

Voor inkomsten op duidelijk identificeerbare bankrekeningen is het mogelijk materiële of juridische vergissingen recht te zetten. Die correcties leiden meestal tot een aanpassing van de regularisatieaangifte, die dan als een verbeterde, en niet als een nieuwe aangifte wordt aanzien.

Als na 15 juli iemand aan zijn regularisatieaangifte inkomsten van een of meerdere bankrekeningen toevoegt die hij vergeten was aan te geven, op te nemen of te melden in zijn oorspronkelijke aangifte, dan zal het contactpunt regularisaties de betrokkene uitnodigen om een regularisatieaangifte in te dienen met toepassing van de nieuwe wet, en dat tot uiterlijk 31 december 2013.

De heer Ahmed Laaouej (PS). - Materiële en inhoudelijke vergissingen kunnen dus worden rechtgezet en aan de aangifte kunnen inkomsten worden toegevoegd.

Ik dacht in mijn vraag aan het aanvullen van de aangifte met bijkomende rechtvaardigingsstukken, eerder dan aan een onvolledigheid in de vorm.

Ik heb de indruk dat in dit verband toch nog wat ongerustheid bestaat. Het contactpunt regularisaties kan via zijn website misschien informatie geven over de voorwaarden die moeten zijn vervuld opdat een dossier als volledig kan worden beschouwd en over de mogelijkheid om het na de vooropgestelde datum te vervolledigen.

Ik verberg niet dat mijn vraag ook is ingegeven door de budgettaire toestand.

Regeling van de werkzaamheden

De voorzitster. - Op het Bureau van vanmiddag werd overeengekomen dat de commissies niet zouden samenkomen tijdens de plenaire vergadering.

Ik stel dus voor dat we de vergadering schorsen nadat mevrouw Van dermeersch haar mondelinge vraag heeft gesteld.

(Instemming)

Mondelinge vragen

Mondelinge vraag van mevrouw Anke Van dermeersch aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over «het gebrek aan coherentie in het regeringsbeleid ten aanzien van het conflict in Syrië» (nr. 5-1073)

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Deze week maakte de minister bekend dat zij een brochure gaat verspreiden onder islamitische jongeren om hen te ontmoedigen om als strijder naar Syrië te trekken. Die brochure is, volgens het persbericht dat erover werd verspreid, in essentie bedoeld als preventiemaatregel, en wel "in de eerste plaats voor jongeren die zich aan andere avonturen zouden willen wagen".

Die folder etaleert niet alleen een schrijnend gebrek aan inzicht in wat er gaande is bij een aantal islamitische jongeren in dit land en in hun motieven om naar ginder te trekken, hij is ook symptomatisch voor een totaal gebrek aan coherentie in het regeringsbeleid ten aanzien van het conflict in Syrië.

Enerzijds stellen wij vast dat deze regering er geen graten in ziet om het Europese fiat inzake wapenleveringen aan het Syrische verzet te gedogen en om zo openlijk de rebellen te steunen. Anderzijds beweegt de regering hemel en aarde om te verhinderen dat islamieten die in dit land wonen, naar Syrië zouden trekken om daar datzelfde rebellenleger een handje te gaan helpen.

Kan de minister mij meedelen welke logica er zit achter de gedoogsteun voor wapenleveringen, enerzijds, en de pogingen om te beletten dat jihadi's naar Syrië trekken, anderzijds? Als de minister potentiële Syriëstrijders écht wil ontraden om de daad bij het woord te voegen, is het dan niet efficiënter terugkerende Syriëstrijders systematisch te vervolgen op grond van de geldende terrorisme- en huurlingenwetgeving en hun, als ze veroordeeld worden, de Belgische nationaliteit te ontnemen?

Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - Deze vraag verbaast mij. Voorkomen dat Belgen naar Syrië afreizen is niet in tegenspraak met steun geven aan de Syrische oppositie. Integendeel. Trouwens, België heeft de opheffing van het Europese wapenembargo aanvaard, maar levert geen wapens aan Syrië.

Door te voorkomen dat Belgen naar Syrië afreizen, willen we niet alleen vermijden dat de jihadistische groepen worden versterkt. We willen de jongeren die in de verleiding komen om naar ginder te gaan, ook uitleggen hoe gevaarlijk dat wel is. Er zijn immers veel doeltreffender manieren om het Syrische volk te steunen. De strafrechtelijke vervolging van strafbare feiten en het ontnemen van de Belgische nationaliteit vallen onder de bevoegdheid van de minister van Justitie.

Het probleem van de Belgische Syriëstrijders is vrij complex. Er zijn dan ook geen simplistische antwoorden. De betrokkenen hebben verschillende profielen en moeten op een verschillende manier worden begeleid. Daarom zijn er uiteenlopende maatregelen vereist. De politie- en inlichtingendiensten en de gerechtelijke overheden leggen in dit dossier de vereiste daadkracht aan de dag. Een groot deel van de teruggekeerde jongeren zit in de gevangenis, andere jongeren worden nauwlettend in het oog gehouden of zijn het voorwerp van een gerechtelijke procedure.

Dossier per dossier worden beslissingen genomen in het kader van de procedure die specifiek voor dit dossier is uitgewerkt. Voor sommige minderjarigen volstaat een sociale begeleiding, zonder dat de gerechtelijke overheden worden betrokken. Met betrekking tot andere personen moeten wel degelijk gerechtelijke maatregelen worden genomen. Een globale benadering is hoe dan ook vereist. De brochure waarop mevrouw Van dermeersch kritiek heeft, is maar één aspect van de preventieactie, die op haar beurt maar één onderdeel is van de globale benadering. Het project wordt door verschillende Vlaamse burgemeesters gesteund; het is een efficiënte manier om preventief op te treden.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Jihadi's die naar Syrië afreizen, vormen een complex probleem, dat dus een complexe oplossing vereist. Een folder als deze is dan ook te simplistisch en zal potentiële geweldenaars niet tegenhouden. Ik geef een ludiek voorbeeld: toen ik de folder ronddeelde op de fractievergadering, was de eerste reactie de vraag waar de pizza's konden worden besteld.

Die jongeren zijn geen doetjes. Er moet dan ook veel krachtdadiger worden opgetreden. Wil men jongeren afschrikken en preventief optreden, dan moet men duidelijk aangeven dat jongeren die afreizen naar Syrië, hier niet meer welkom zijn en de Belgische nationaliteit zullen verliezen.

De minister spreekt over het steunen van de Syrische oppositie. Overigens strookt het leveren van wapens niet met de weigering om jongeren naar Syrië te laten afreizen om er te vechten. Welke positie neemt ons land werkelijk in? Afreizen moet strenger worden tegengegaan, maar het opheffen van het embargo draagt onze goedkeuring niet weg.

(De vergadering wordt geschorst om 15.45 uur. Ze wordt hervat om 17.10 uur.)

Wetsontwerp houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding (Stuk 5-2127) (Evocatieprocedure)

Algemene bespreking

De heer Yoeri Vastersavendts (Open Vld), corapporteur namens de commissie voor de Justitie. - Mevrouw Defraigne en ik verwijzen naar ons schriftelijk verslag.

Mevrouw Caroline Désir (PS), rapporteur namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden. - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a), rapporteur namens de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden. - Het gaat om een belangrijk wetsontwerp dat de Kamer van volksvertegenwoordigers met een grote meerderheid heeft goedgekeurd. Het ontwerp past volledig in het regeerakkoord en wil de strijd tegen de fiscale fraude met een aantal nieuwe maatregelen uitbreiden.

Ten eerste definieert het ontwerp de ernstige fiscale fraude.

Ten tweede wordt er gehandeld over de edelmetalen. De beperking voor betaling in contanten tot 5000 euro wordt op een ruimere schaal opgelegd.

Ten derde regelt het wetsontwerp de kennisgevingen vanwege de Cel voor Financiële Informatieverwerking aan de procureur des Konings. Voortaan zal een kopie worden gestuurd naar het arbeidsauditoraat, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en de fiscus.

Ten vierde mikt het wetsontwerp op de ondernemingen die gedurende drie opeenvolgende jaren geen jaarrekening hebben ingediend. Die raken voortaan hun ondernemingsnummer kwijt. Zo'n schrapping vormt inderdaad een zeer goede maatregel om fiscale fraude te bestrijden.

Tijdens de commissiebespreking zijn vooral mijn collega's Faes en Maes van de N-VA aan het woord geweest in verband met de mogelijke definities van ernstige fiscale fraude. Beide dames hebben verwezen naar heel wat juridische instrumenten, internationale aanbevelingen en Europese regelgeving. Ze hebben ook duidelijk gemaakt dat heel wat academici pleiten voor een veel preciezere definitie van zulke begrippen dan in het wetsontwerp is gebeurd.

De heer Vastersavendts heeft dezelfde opmerking geuit. Onze gerechtelijke instanties blijken inderdaad nogal wat moeilijkheden te ervaren om het misdrijf te herkennen en als zodanig te bestraffen. In dezelfde context is ook het legaliteitsbeginsel aan bod gekomen.

De andere commissieleden konden zich wel terugvinden in het wetsontwerp. Zij zien er een belangrijk instrument in om fiscale inbreuken te lijf te gaan en om ze strenger te bestraffen.

Ten slotte heeft de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden het ontwerp aangenomen met tien tegen twee stemmen.

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Andermaal krijgen we een wet voor onze kiezen die de fraude moet bestrijden. Tot zover geen probleem, want voor de N-VA is de strijd tegen fiscale en sociale fraude essentieel, zowel om te komen tot een eerlijke belasting, als voor het behoud van onze sociale zekerheid.

Maar net als bij de vorige wetsontwerpen van de regering-Di Rupo zien we ons verplicht ook tegen deze wet te stemmen. De voorstellen van de regering zijn niet deugdelijk. De vorige ontwerpen druisten op bepaalde punten in tegen de Grondwet en de mensenrechten, anders hadden we ze graag gesteund. Ook nu heb ik in de commissie een hele technische argumentatie moeten opbouwen om de problemen duidelijk te maken.

Mijn eerste argument betrof de herziene aanbevelingen van de Financial Action Task Force of Groupe d'action financière (GAFI), van februari 2012. Na een grondige lezing daarvan ben ik tot het besluit gekomen dat België zelf het ernstig karakter van fiscale misdrijven moet bepalen. De memorie van toelichting geeft bijgevolg niet geheel correct weer wat de GAFI van België verwacht. We moeten zelf bepalen welke strafrechtelijke fiscale misdrijven als ernstig gelden en als basisdelict voor het witwassen van geld kunnen worden aangemerkt. Momenteel maakt de wet een onderscheid tussen fraude, fraude met valsheid in geschrifte en ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procedés van internationale omvang worden aangewend. In het Belgisch recht geldt dat laatste als ernstige fiscale fraude. In die zin is de Belgische wetgeving al in overeenstemming met de derde aanbeveling van de GAFI. Meer nog, sinds april 1995 loopt België vooruit op de herziening van de aanbevelingen van februari 2012.

Mijn tweede besluit is dat België in feite al een goede begripsomschrijving voor een ernstig strafrechtelijk fiscaal misdrijf heeft. Er is echter wel degelijk een probleem op een geheel ander vlak.

Dat is meteen mijn derde besluit. Het preventieve deel van de witwaswetgeving blijkt meer dan behoorlijk te functioneren. De vraag rijst alleen of niet eerst maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de parketten minder zaken seponeren in plaats van ze nog meer te bedelven onder meldingen als gevolg van een ruimer begrip van ernstige strafrechtelijke fiscale misdrijven.

Daarnaast rijst ook de vraag of deze wetgeving wel op een correcte wijze vooruitloopt op het voorstel van de vierde witwasrichtlijn. De Europese Commissie keurde op 5 februari een voorstel goed voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, de zogenaamde vierde witwasrichtlijn. Het voorstel van richtlijn moet invulling geven aan de nieuwe aanbevelingen van de GAFI. In dat voorstel geeft de Europese Commissie een omschrijving van het begrip ernstige fiscale misdrijven. In de commissie heb ik opnieuw met heel wat technische argumenten het volgende uiteengezet. België heeft geen correcte omzetting van ernstige fiscale fraude volgens de derde witwasrichtlijn en het voorstel van de vierde witwasrichtlijn. Door de internationalisering van het strafrecht is het Belgisch strafrecht aan een grondige aanpassing toe, maar in de plaats van dat aan te pakken, kiest de regering voor een containerbegrip "ernstige fiscale fraude".

Zoals aangekondigd in het begin, verhindert dit alles ons andermaal om te kunnen instemmen met dit wetsontwerp.

De heer Yoeri Vastersavendts (Open Vld). - Onze fractie is uiteraard voorstander van een andere en strengere aanpak van grote fraudezaken. Trouwens, ook de sector van de goudhandel was zelf vragende partij om maatregelen te nemen. Wij ondersteunen die aanpak volledig.

Wanneer we echter een strafrechtelijk begrip als "ernstige fiscale fraude" invoeren, moeten we zorgen voor een duidelijke legaliteit van de straf en een duidelijke strafbaarstelling. Het Grondwettelijk Hof wees er in zijn arrest van 22 juli 2004 al op dat het adjectief `ernstig' onvoldoende normatieve inhoud in zich draagt om een misdrijf te kunnen definiëren.

De staatssecretaris verwees in de commissie naar de toelichting bij het ontwerp, waarin wordt verduidelijkt dat de aanmaak en het gebruik van valse stukken, de omvang en het abnormaal karakter van het bedrag, gelet op de activiteiten en het eigen vermogen van de cliënt, kunnen wijzen op ernstige fiscale fraude. Wij vrezen dat er een probleem kan rijzen door een verschillende interpretatie en toepassing in de verschillende rechtsgebieden en door de verschillende magistraten.

De complexiteit van de fiscale fraude noopt inderdaad tot een zekere mate van flexibiliteit in de wetgeving, maar die flexibiliteit mag nooit ten koste van de legaliteit gaan. Onze fractie zal het ontwerp goedkeuren, maar wij zullen de toepassing van de wet in het oog houden en evalueren.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Onze fractie ondersteunt het wetsontwerp met volle overtuiging. Niet alleen zal de gewone en de georganiseerde en niet-georganiseerde fiscale fraude worden bestraft, maar ook zal het ondernemingsnummer worden afgenomen van de slapende vennootschappen, die vaak in fraudecarrousels betrokken zijn. Daarnaast juichen wij ook toe dat contante betaling voor het aankopen of verkopen van edele metalen tot 5000 euro zal worden beperkt.

Mevrouw Inge Faes (N-VA). - Onze fractie is gekant tegen het voorliggende wetsontwerp. In de commissie heb ik al gewezen op het ontbreken van een strafrechtelijke definitie voor het begrip "ernstige fiscale fraude". Op onze juridische argumenten antwoordde de staatssecretaris met een lange uitleg, maar een degelijke definitie van het misdrijf ontbreekt nog steeds. Een rechter kan echter maar iemand veroordelen op basis van een kwalificatie die in het strafrecht is vastgelegd.

-De algemene bespreking is gesloten.

Artikelsgewijze bespreking

(De tekst aangenomen door de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp. Zie stuk Kamer 53-2763/12)

-De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats.

Mondelinge vragen

Mondelinge vraag van mevrouw Zakia Khattabi aan de minister van Justitie over «de hervorming van de rechtsbijstand» (nr. 5-1078)

Mevrouw Zakia Khattabi (Ecolo). - Het advies van de Raad van State van 10 juni jongstleden over het voorontwerp van wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot juridische bijstand is vrij kritisch.

Hoewel de Raad van State het principe van het remgeld vooral in strafzaken bekritiseert, preciseert hij toch dat in andere dan in strafzaken een partij zich niet in een substantieel slechtere positie mag bevinden dan haar tegenpartij. In dat opzicht wijst hij erop dat acht dient te worden geslagen op bijzondere doelgroepen van de juridische bijstand, zoals minderjarigen of personen met een mentale handicap. Onze fractie had overigens uw aandacht gevestigd op dit aspect.

Nog steeds in verband met het remgeld bekritiseert de Raad van State het ontbreken van een duidelijke afbakening van de voorgestelde regeling en de te ruime delegatie van bevoegdheden aan de Koning ter zake.

De Raad van State concludeert over dit punt dat het opleggen van bijdragen in ieder geval niet als gevolg mag hebben dat aan personen die in het geheel niet bij machte zijn enige bijdrage te betalen, de toegang tot de rechter zou worden ontzegd.

Naast deze principiële kritiek, waarmee wij het eens zijn en die wij destijds ook hebben geformuleerd, wijst de Raad van State ook op een aantal onnauwkeurigheden en overmatige delegaties.

Mevrouw de minister, u hebt u er in de pers toe verbonden rekening te houden met de opmerkingen van de Raad van State, maar ik heb vernomen dat u de dialoog met de betrokken actoren niet hebt hervat, waardoor u bij de opening van het nieuwe parlementaire jaar dreigt geconfronteerd te worden met een totale staking van de rechtsbijstand, met inbegrip van een staking van de rechtsbijstand voor minderjarigen en geestelijk zieken, wat nooit eerder vertoond is. De rechters mogen geen beslissing nemen wanneer deze personen niet vergezeld zijn van een advocaat.

Hoe hebt u de vraag om dit debat te hervatten onthaald, waardoor u volgens mij de situatie zou kunnen herstellen?

Kunt u ons al meer duidelijkheid geven over de wijzigingen die u wil doorvoeren en over de wijze waarop u rekening wil houden met de waarschuwing van de Raad van State over de zwakste gebruikers?

Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat de personen die de gevraagde bijdrage niet kunnen betalen, de toegang tot het gerecht niet wordt ontzegd? Ik had deze vraag al vroeger gesteld. Ik hoop dat ik ditmaal een duidelijk antwoord krijg.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Het advies van de Raad van State over het wetsontwerp betreffende de rechtsbijstand geeft aanleiding tot uiteenlopende interpretaties. De Raad van State heeft evenwel alle voorstellen aangenomen die de essentie van het wetsontwerp uitmaken, namelijk het invoeren van remgeld, het pro-bonolabel voor de advocaten, de dossiers per baliestage, de gemoduleerde sancties, het weerlegbaar vermoeden van onvermogendheid en de terugvordering van de erelonen van de advocaat op de bedragen die die in rechte zijn toegekend aan de begunstigde van de rechtsbijstand.

Voor de bevolking is het remgeld geenszins abnormaal. In de gezondheidszorg bestaat er ook een remgeld. In het gratis onderwijs moeten ook kleine kosten worden betaald. Er bestaat een vrijstelling in verzekeringspolissen.

Ook al heeft de Raad van State het principe van het remgeld niet verworpen, toch moeten we bepaalde uitzonderingen in acht nemen, vooral voor de beschuldigden in strafzaken of voor personen die geen enkele bijdrage kunnen betalen.

De andere voorstellen tot hervorming, zoals de praktische opleiding voor advocaten-stagiairs, de gemoduleerde sancties in het geval van misbruik van advocaten, enz. werden eveneens aanvaard.

We zullen uiteraard rekening houden met de opmerkingen van de Raad van State. Ofwel zal de tekst van het voorontwerp worden aangepast, ofwel zullen we antwoorden op de vragen die de Raad van State heeft opgeworpen in de uiteenzetting. We waren van plan uitzonderingen op de betaling van het remgeld op te nemen in een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit. Om ons te richten naar het advies van de Raad van State zullen de uitzonderingen en de minimum- en maximumbedragen worden opgenomen in de wet.

Mevrouw Zakia Khattabi (Ecolo). - Als ik het goed begrijp, neemt u akte van het advies van de Raad van State. U neemt de uitzonderingen op in de wet, maar voor het overige is uw standpunt niet zeer duidelijk.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Ik bevestig dat de uitzonderingen wel degelijk zullen worden opgenomen in de wet.

Mevrouw Zakia Khattabi (Ecolo). - Wat de staking betreft, zou ik graag hebben dat u een boodschap richt tot de initiatiefnemers, die zelfs geen ontvangstbevestiging zouden hebben gekregen van hun schrijven.

De dialoog moet worden hersteld. Het aantal vragen dat u in de Kamer hebt gekregen en het advies van de Raad van State verplichten u daartoe. Anders dreigt u in september geconfronteerd te worden met ernstiger moeilijkheden.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - De besprekingen met de advocaten werden nooit onderbroken. Wij staan permanent in dialoog. De advocaten zijn vragende partij voor andere wijzigingen betreffende het pro-deostatuut. Daarom zullen wij een vergadering organiseren waarbij ook de vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor de verzekeringen en de verzekeringsmaatschappijen betrokken zal worden. Een comité van experts reflecteert over de gratis advocaat. Als ik mij niet vergis, zal de eerste vergadering plaatsvinden in juli.

Mevrouw Zakia Khattabi (Ecolo). - De advocaten hebben mij toevertrouwd dat de ontmoetingen met u op geregelde basis en sympathiek verlopen zijn, maar dat u uiteindelijk geen rekening gehouden hebt met hun advies, vooral wat het remgeld betreft. Ik zal hier meer in detail op terugkomen in het kader van een vraag om uitleg.

Mondelinge vraag van mevrouw Helga Stevens aan de minister van Justitie over «de btw op het vertaalwerk verricht door gerechtstolken» (nr. 5-1079)

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Op 30 mei 2013 besliste de btw-administratie dat vanaf 1 juli het simultaan vertalen door gerechtstolken in uitvoering van een gerechtelijke of politiële opdracht niet langer van btw vrijgesteld is en dat vanaf die datum 21% btw moet worden aangerekend. Het gaat om de beslissing E.T. 124 252 van 30 mei 2013.

Uit de tabel die bij deze beslissing gevoegd werd, blijkt dat in de volgende gevallen btw verschuldigd is:

Dit betekent concreet dat de dienst gerechtskosten van de FOD Justitie de facto vanaf 1 juli 2013 geconfronteerd wordt met een verhoging van de kosten met minstens een vijfde, meer precies met 21%, voor de diensten van de gerechtstolken, aangezien deze tolken de btw uiteraard aan Justitie zullen doorrekenen.

Is de minister op de hoogte van deze beslissing van de btw-administratie? Heeft ze bij de opmaak van de begroting 2013 en bij de budgetcontrole rekening gehouden met deze extra uitgaven? Welke impact zal dit hebben, budgettair en organisatorisch, op de werking van Justitie en het inzetten van gerechtstolken? De gerechtstolken klagen nu al steen en been over het al te lang uitblijven van de betaling van facturen voor diensten aan justitie. Nu al hebben politie en Justitie het moeilijk om voldoende gekwalificeerde gerechtstolken bereid te vinden tolkopdrachten uit te voeren voor justitie.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Ingevolge de omzetting van de Europese richtlijn 2006/112/EG van de raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zullen in de toekomst ook de gerechtstolken btw aanrekenen. In samenspraak met mijn collega, de minister van Financiën, die voor de omzetting van deze richtlijn bevoegd is, en conform de geldende regelgeving, werd overeengekomen dat vanaf 1 juli 2013 de gerechtstolken btw dienen aan te rekenen op hun prestaties.

Vanaf 1 juli 2013 zullen de gerechtstolken dan ook btw aanrekenen op hun prestaties behoudens wanneer ze een vrijstelling kunnen verkrijgen, zoals opgenomen in de beslissing.

Tijdens de opmaak van de begroting 2013 en bij de budgetcontrole werd rekening gehouden met een verhoging ten belope van 21% voor de kostenstaten van de gerechtstolken. De budgettaire gevolgen zijn afhankelijk van verscheidene factoren, waaronder het aantal gerechtstolken dat een btw-vrijstelling zal aanvragen.

Overigens dien ik eerstdaags bij de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit in, dat de responsabilisering invoert inzake de gerechtskosten in spoedeisende gevallen en bij buitengewone uitgaven in uitzonderlijke omstandigheden. Specifiek voor de vertalers en tolken wordt het aantal categorieën van talen verminderd.

Op organisatorisch vlak is het de verantwoordelijkheid van de gerechtstolk zich te conformeren inzake de fiscale verplichtingen. De invloed op de werking van justitie en het inzetten van gerechtstolken zal beperkt zijn.

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Ik ben blij te vernemen dat in de begroting van Justitie al rekening is gehouden met de kostenverhoging van 21%.

Ik begrijp niet goed wat de minister bedoelt met de vrijstelling van btw voor gerechtstolken. Alle opdrachten in verband met Justitie zijn immers onderworpen aan btw. Kan de minister dat nader toelichten?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Ik bedoelde dat indien er gerechtstolken zouden zijn die om een of andere reden een btw-vrijstelling krijgen, dat uiteraard een weerslag zal hebben op het budget.

Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (Stuk 5-2091) (Evocatieprocedure)

Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 796 en 797 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op het vereenvoudigen van de procedure betreffende de verbetering van de vonnissen (van de dames Christine Defraigne en Zakia Khattabi, de heren Francis Delpérée en Hassan Bousetta, de dames Martine Taelman en Sabine de Bethune en de heer Guy Swennen; Stuk 5-1126)

Wetsontwerp tot wijziging van artikel 19 van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (Stuk 5-2097)

Algemene bespreking

De voorzitster. - Ik stel voor deze wetsontwerpen samen te bespreken. (Instemming)

De heer Ahmed Laaouej (PS), corapporteur. - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

Mevrouw Els Van Hoof (CD&V), corapporteur. - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

-De algemene bespreking is gesloten.

Artikelsgewijze bespreking van het wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (Stuk 5-2091) (Evocatieprocedure)

(Voor de tekst geamendeerd door de commissie voor de Justitie, zie stuk 5-2091/4.)

De voorzitster. - Ik herinner eraan dat de commissie een nieuw opschrift voorstelt: Wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de verbetering van materiële verschrijvingen of het herstel van omissies in rechterlijke beslissingen alsook de uitlegging van rechterlijke beslissingen.

-De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats.

Artikelsgewijze bespreking van het wetsontwerp tot wijziging van artikel 19 van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (Stuk 5-2097)

(De tekst aangenomen door de commissie voor de Justitie is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp. Zie stuk Kamer 53-2815/1.)

-De artikelen 1 tot 3 worden zonder opmerking aangenomen.

-De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats.

Wetsontwerp houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten (Stuk 5-2160) (Evocatieprocedure)

Algemene bespreking

De voorzitster. - Het woord is aan mevrouw Arena voor een mondeling verslag.

Mevrouw Marie Arena (PS), corapporteur. - Ik zal een kort verslag geven van de besprekingen in de commissie.

De staatssecretaris zette uiteen dat het voorliggende wetsontwerp ertoe strekt de wet van 22 juli 2009 houdende verplichting tot bijmenging van biobrandstof in de tot verbruik uitgeslagen fossiele brandstoffen te vervangen. Die is op 30 juni 2013 niet langer van kracht.

Hij gaf ook toelichting bij de denkoefening die op Europees niveau wordt gedaan met betrekking tot de biobrandstoffen van de tweede generatie.

In het ontwerp worden de percentages aangepast van 4 tot 6% in diesel en van 4 tot 9% in E10-benzine, die momenteel nog niet wordt verkocht. Voor de huidige benzine wordt 4% behouden. Ook is het mogelijk de klassieke biobrandstoffen door niet-klassieke te vervangen, tot 1,5%.

De staatssecretaris onderstreepte hoe belangrijk het is om een duidelijk wettelijk kader te geven aan diegenen die in België hebben geïnvesteerd in biobrandstoffen van de eerste generatie. Hij gaf ook uiting aan zijn bezorgdheid over de globale analyse en impact van de biobrandstoffen van de eerste generatie. Hij sloot zich aan bij de denkoefening die momenteel in Europa wordt gedaan.

De staatssecretaris gaf ook uitleg bij het nuanceverschil tussen 5% op Europees niveau en 6% op Belgisch niveau. De referenties zijn niet identiek. De Belgische 6% zijn lager dan de Europese 5% omdat de berekening niet op dezelfde manier gebeurt.

De heren Bellot, Schouppe en Mampaka, en ikzelf hebben het belang van de wetswijziging en van de evaluatie van de tweede generatie biobrandstoffen onderstreept. We hebben er ook op aangedrongen dat aandacht moet worden besteed aan de globale impact van de biobrandstoffen van de eerste generatie op mondiaal vlak en aan de concurrentie tussen de voedselproductie en de productie van biobrandstoffen.

Mevrouw Maes betreurde dat de verlenging van de wet beperkt is in de tijd.

Het wetsontwerp werd eenparig aangenomen door de negen aanwezige leden.

-De algemene bespreking is gesloten.

Artikelsgewijze bespreking

(De tekst aangenomen door de commissie voor de Financiën is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp. Zie stuk Kamer 53-2866/5.)

-De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats.

Gemengde parlementaire commissie belast met de fiscale hervorming

De voorzitster. - Op 18 april 2013 heeft de Senaat een gemengde parlementaire commissie belast met de fiscale hervorming opgericht.

Bij brief van 17 juni 2013 vraagt de gemengde commissie aan de plenaire vergadering van de Senaat om plaatsvervangers te benoemen op grond van de evenredige verdeling.

De voorzitters van de politieke fracties hebben mij de kandidaturen doen toekomen van de plaatsvervangende leden van hun fractie die zitting voor de Senaat zullen hebben in deze commissie.

Aangezien het aantal kandidaten gelijk is aan het aantal mandaten worden deze senatoren benoemd tot plaatsvervangende leden van deze commissie.

Inoverwegingneming van voorstellen

De voorzitster. - De lijst van de in overweging te nemen voorstellen werd rondgedeeld.

Zijn er opmerkingen?

De heer Bart Laeremans (VB). - Op de lijst van de inoverwegingnemingen van vandaag staan vier wetsvoorstellen met betrekking tot euthanasie. De teksten zitten echter niet in de omslag, ze zijn niet opgestuurd en ze zijn ook gisteren niet rondgedeeld in de commissie voor de Justitie en voor de Sociale Aangelegenheden. Het is heel eigenaardig dat we plots moeten beslissen over wetsvoorstellen waarvan we niet weten of ze al dan niet strijdig zijn met de rechten van de mens.

De voorzitster. - Ik dacht dat ze al rondgedeeld waren, maar ze worden nu rondgedeeld.

Aangezien er geen verdere opmerkingen zijn, beschouw ik die voorstellen als in overweging genomen en verzonden naar de commissie die door het Bureau zijn aangewezen.

(De lijst van de in overweging genomen voorstellen wordt in de bijlage opgenomen.)

Ontwerp van programmawet (Stuk 5-2169) (Evocatieprocedure)

Algemene bespreking

Mevrouw Leona Detiège (sp.a), rapporteur namens de commissie voor de Sociale Aangelegenheden. - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

De heer Louis Ide (N-VA). - Ik kan bevestigen dat mevrouw Detiège zeer goed haar best gedaan heeft in de commissie voor de Sociale Aangelegenheden. Ze heeft ons alles woordelijk meegedeeld.

De heer Gérard Deprez (MR), corapporteur namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden. - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

De heer Louis Ide (N-VA). - In de commissie voor de Sociale Aangelegenheden heb ik er tweemaal op gewezen dat de snelheid waarmee de regering ons zaken door de strot jaagt, tot slechte wetgeving leidt. Ook in de Kamer ging het te snel De wetgeving van staatssecretaris Crombez met betrekking tot de strijd tegen de sociale fraude in de sector van de kinderbijslagen is daarvan een bewijs. In de Kamer heeft mijn partij inhoudelijke opmerkingen over die wetgeving gemaakt. Ze vertrok daarbij vanuit drie grote basislijnen.

Een eerste punt is de verjaringstermijn. Krachtens de voorgestelde wetgeving begint die verjaringstermijn pas te lopen op het moment dat de instelling kennis heeft van de fraude. Met andere woorden, ambtenaren kunnen lang wachten alvorens ze actie ondernemen. Dat is absoluut geen goed beleid, want normaal moet een sanctie worden genomen wanneer het probleem wordt gedetecteerd.

Ten tweede is het bijzonder verwonderlijk dat alleen de kinderbijslagen in het vizier worden genomen. Collega Sleurs heeft er in de commissie terecht op gewezen dat er ook problemen zijn bij de uitkeringen door de ziekenfondsen en bij de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen door de vakbonden. Er wordt binnenkort weliswaar een werkgroep opgericht, maar het is bijzonder vreemd dat net de kinderbijslag er wordt uitgepikt. Nochtans wordt die uitgekeerd ten gunste van het kind, dat er niets kan aan doen dat een of beide ouders frauderen. Ik stel voor dat de senatoren daar eens goed over nadenken.

Het derde en meest pijnlijke punt is dat wordt uitgegaan van een vermoeden van fraude. Dat is een subjectief gegeven. Wie de teksten goed heeft gelezen, weet dat de voorgestelde wetgeving een bijzonder ruime draagwijdte heeft. Staatssecretaris Crombez heeft dat in de Kamer tegengesproken en hij heeft benadrukt dat de voorgestelde regelgeving zeer specifieke fraudegevallen beoogt, zoals kinderbijslag voor een niet bestaand kind. Wat zijn we echter met een dergelijke verduidelijking? De wet is nu eenmaal de wet.

Staatssecretaris Crombez heeft zelf ingezien dat hij te snel te werk is gegaan. Hij heeft naar de fracties in de Kamer een e-mail gestuurd. Daarin meldt hij dat hij de Kamerleden zoals beloofd nog vóór de stemming een nota zal bezorgen waarin de procedure met betrekking tot fraude met kinderbijslagen wordt toegelicht. Daaruit zal blijken dat het toepassingsgebied van de wet toch niet zo ruim is.

Het ontwerp van programmawet is inmiddels in de Kamer goedgekeurd. In de Senaat hebben we die nota zelfs niet ontvangen. Dat is een probleem. De heer Crombez is een goede staatssecretaris. Hij ziet in dat in de voorgestelde wetgeving een fout is geslopen en hij schrijft bijgevolg een nota.

Ik zal die nota nu voorlezen en ik dien hem in als amendement. Het komt de leden van de Senaat toe om dat amendement goed te keuren, want in de nota wordt de draagwijdte van de in de programmawet voorgestelde bepalingen inderdaad verduidelijkt. Als de senatoren van de meerderheid het amendement aannemen, dan geven ze toe dat er onduidelijke wetgeving wordt voorgesteld, die via dit amendement wordt verduidelijkt. Nemen ze het amendement niet aan, dan geven ze een motie van wantrouwen ten aanzien van hun eigen staatssecretaris.

Ik lees de nota, met als titel: Strijd tegen de sociale fraude in de sector van de kinderbijslag.

"A. Criteria.

1. De R.K.W. zal als regulator via een omzendbrief algemene richtlijnen aan alle kinderbijslaginstellingen geven omtrent de toepassing van de voorziene maatregelen inzake schorsing van de uitbetaling van de kinderbijslag.

2. De richtlijnen zullen de bedoelde fraudegevallen bepalen. Er zullen 4 grote categorieën onderscheiden worden, namelijk:

i) Fictieve of frauduleuze tewerkstelling

ii) Vervalste documenten

iii) Niettegenstaande de vermelding in het Rijksregister verblijven sommige actoren (rechthebbende, bijslagtrekkende of kinderen) niet in België

Het feit dat het kind niet in België verblijft kan op drie manieren vastgesteld worden:

iv) Foutieve gezinssamenstelling

Dit kan aan het licht komen doordat:

B) Procedure

De algemene procedureregels zijn:

C) Omzendbrief criteria en procedure

De omzendbrief die de criteria en de procedure vastlegt zal in juli door het Beheerscomité worden goedgekeurd. Eens goedgekeurd, zal hij overgemaakt worden aan de bevoegde parlementaire commissie.

Zowel de criteria als de procedure zullen permanent geëvalueerd worden. De eerste evaluatie zal plaatsvinden in het laatste kwartaal van dit jaar."

Met deze nota erkent staatssecretaris Crombez dat die wetgeving alvast in één domein veel te ruim is opgevat. Daarom dienen we deze nota in als amendement.

Ik verlang niets minder dan de unanieme goedkeuring van dit amendement. De niet-goedkeuring ervan is een teken van wantrouwen ten aanzien van de staatssecretaris.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik denk dat de staatssecretaris het best zelf kan antwoorden. Het is in elk geval een lepe truc van collega Ide, die met de indiening van deze nota als amendement eigenlijk het tegenovergestelde wil bereiken, namelijk de nota onderuithalen.

Ik denk dat iedereen die enigszins van goede wil is, zich achter de nota van de staatssecretaris kan scharen. Dat wil echter niet zeggen dat die nota via een amendement in de wet moet worden opgenomen. Het is voldoende dat bij de bespreking zowel de parlementsleden als de staatssecretaris duidelijk maken wat de initiële bedoeling is van de wet. De interpretatie van de wet die wordt goedgekeurd, gebeurt immers op basis van de wettekst en van de parlementaire stukken samen.

De heer Dirk Claes (CD&V). - Ik heb geprobeerd om het betoog van collega Ide te volgen; ik stel vast dat een groot aantal van de punten die hij heeft voorgelezen, ook letterlijk in het verslag zijn opgenomen. Eigenlijk verschilt de tekst van de staatssecretaris waarnaar collega Ide verwijst, niet heel erg van wat in het verslag staat.

In het verslag staat ook duidelijk vermeld dat het beheerscomité van de RKW begin juli de criteria in kwestie zal vastleggen en de procedure tot schorsing zal uitwerken. Het is niet logisch te bepalen dat de RKW de criteria zal bepalen, maar tegelijkertijd te vragen dat de criteria nu al worden vastgelegd.

De heer Louis Ide (N-VA). - Ik dien deze tekst in als amendement. Een amendement staat boven een verslag. Als een amendement wordt weggestemd, dan heeft dat gevolgen.

Aan collega Anciaux wil ik zeggen dat het gaat over inhoud en niet over een lepe truc. Ik herhaal dat ik de manier waarop een en ander door het parlement wordt gejaagd, niet kan goedkeuren. Dat leidt tot slechte wetgeving. De staatssecretaris gaf dat impliciet toe door naar alle Kamerfracties een nota te sturen om zijn bedoelingen te verduidelijken. Als de staatssecretaris echt achter zijn nota staat, dan moet hij nu het advies geven om mijn amendement unaniem goed te keuren. Op die manier wordt immers de onduidelijkheid over de tekst weggenomen. De Senaat kan zo zijn nut nog eens bewijzen door een grondige tweede lezing van de voorgelegde tekst.

De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - Mijn excuses voor mijn vertraagde aankomst. Ik was immers in discussie met de N-VA-fractie in de Kamer.

De heer Claes heeft daarstraks heel duidelijk aangegeven waarom het niet goed zou zijn dit amendement goed te keuren. Ten eerste is het belangrijk dat ook de Senaat van de juiste volgorde op de hoogte is in verband met die nota. De voorgestelde wet gaat over fraudebestrijding en niet over de uitbetaling van de kinderbijslagen.

Er is gevraagd naar de procedure die de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) zal volgen. Die vraag stond immers centraal in het debat dat soms met een gouden pluim op blogs is gevoerd. Hoe zal de RKW voorkomen dat aan een Belgisch kind het recht op kinderbijslag wordt ontnomen?

Dat debat wordt terecht gevoerd, maar maakt niet het voorwerp uit van het voorliggende ontwerp inzake fraudebestrijding. Tegen begin juli zal de RKW zijn volledige procedure hebben uitgewerkt. In afwachting daarvan wil ik nu reeds de kadernota van het RKW aan het parlement bezorgen; die nota maakt immers de krijtlijnen op procedureel vlak al duidelijk. De vraag van het parlement naar het kader was zeker terecht.

Dat probleem willen oplossen met een amendement, is heel gevaarlijk. Een amendement mag immers niet dienen om een uitvoerende procedure te formaliseren. Ik ben gekant tegen zo'n werkwijze. Laat er dus geen twijfel over bestaan dat de parlementsleden die het amendement niet goedkeuren, mij een plezier doen.

Maar het spreekt ook vanzelf dat ik inga op de vraag van het parlement naar verduidelijking en achtergrond. Het parlement wil immers zeer nauw volgen wat er gebeurt met fraudebestrijding en kinderbijslag.

De concrete afspraak is bijgevolg dat het kader wordt vrijgegeven zodra de RKW klaar is met de volledige procedure. Op dat ogenblik zal ook het parlement volledig op de hoogte zijn. Hetzelfde zal gebeuren met de evaluatie die na de zomer zal starten.

De collega van de heer Ide in de Kamer had erg veel moeite om een onderscheid te maken tussen het bestrijden van fraude bij degene die in onze sociale zekerheid het recht opent op kinderbijslag, bijvoorbeeld de vader van het kind, enerzijds, en het recht van het kind op kinderbijslag, anderzijds.

De procedure waarover ik het had, gaat duidelijk over het behoud van het recht van het kind tot en met de gewaarborgde kinderbijslag. De afspraken daarover met het parlement zijn volgens mij helder en coherent.

De heer Louis Ide (N-VA). - Ten eerste heeft de Senaat de bewuste nota niet gekregen.

Ten tweede heeft de Senaat enorm snel moeten werken, waardoor het parlementaire debat onmogelijk is geworden. De Senaat moet straks in allerijl stemmen en dan is de zaak afgelopen.

Niet het amendement, maar de wettekst is gevaarlijk. Het wetsontwerp is namelijk bijzonder breed. De heer Crombez beseft dat zelf ook, want hij vond het nodig een en ander te duiden in een nota. Aangezien hijzelf de gevaren van het ontwerp inziet, bezorgt hij die nota aan de Kamer om iedereen gerust te stellen. Als de staatssecretaris op zo'n manier handelt, dan kunnen mijn collega's niet anders dan het amendement, dat in wezen hetzelfde behelst als zijn nota, goedkeuren. Door voor te houden dat het amendement gevaarlijk is, zet hij de zaken op zijn kop. Het is immers het ontwerp dat gevaarlijk is.

Het amendement wil enkel waarborgen dat de kinderbijslag ten goede blijft komen van het kind voor wie hij is bedoeld.

De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - Ik wil nog kort ingaan op het parlementaire debat. Ik heb mijn nota bezorgd en ga ervan uit dat de N-VA zich niet in haar werking heeft gesplitst. De heer Ide heeft de nota, dus dat is in orde.

Het parlementair debat over dit onderwerp is met de N-VA gevoerd in persberichten en blogs door degene die afwezig bleef en niet mee debatteerde in het parlement zelf. Zoals ik al zei, hebben we de hele procedure uitvoerig besproken in de commissie en in de plenaire vergadering en de N-VA-leden die het debat via blogs voeren, bleven afwezig. Daar kan ik ook niets aan doen.

De heer Louis Ide (N-VA). - Ik vind het bijzonder laag dat u spreekt over een persoon die niet aanwezig is en zich niet kan verdedigen. Bovendien bestaat een parlementair debat tegenwoordig uit veel meer dan de discussies in de plenaire vergadering. Als u vindt dat dit niet zo is, hoeft u nooit meer een opiniestuk te schrijven, of te bloggen of een persmededeling te verspreiden.

De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - Maar als de persoon in kwestie niet naar het parlementair debat komt, kan ik hem niet van antwoord dienen.

Nogmaals, wat nu vooral belangrijk is, is dat uw redenering inhoudelijk fout is, mijnheer Ide. De wet is zeer helder inzake fraudebestrijding en inzake de bestrijding van misbruik van sociale zekerheid door rechten die worden gecreëerd vanuit het buitenland. Om het aanschouwelijk te maken, hebben we voorbeelden uit Gent gegeven. Ze zijn de pure realiteit. Voor wat we willen doen, namelijk het misbruik van de sociale zekerheid bestrijden, is de wet glashelder. En verder bestaat er een procedure. U doet alsof er buiten de wet niets bestaat, maar de rechten van de kinderen blijven behouden en gewaarborgd. Dat is in orde. Eigenlijk zit u hier al de hele tijd te pleiten dat ik vooral niet te veel uitleg moet geven aan het parlement.

De heer Louis Ide (N-VA). - Voor het verslag wens ik duidelijk te maken dat de heer Bracke permanent aanwezig was in de commissies van de Kamer. Onze medewerkers bevestigen dat. De man kan zich hier niet verdedigen. Het hoort niet om mensen persoonlijk aan te pakken als ze zich niet kunnen verdedigen.

Ten gronde blijf ik erbij dat de wettekst inderdaad bijzonder duidelijk is, glashelder, maar ook bijzonder breed. Het doel is heel nauw en toch wordt een bijzonder brede wetgeving gebruikt. Daarom maakt u een nota om te verklaren dat de wet niet zo breed bedoeld is. Dat is nobel en het is een goede nota, daarom dien ik ze ook in als amendement. Dat verduidelijkt gigantisch veel, laten we het dan ook goedkeuren.

De heer Philippe Mahoux (PS). - We hebben alle argumenten nu wel gehoord en de verschillende meningen kunnen niet duidelijker worden verwoord. Bijkomende interventies zullen niets meer bijbrengen. Ik stel voor de werkzaamheden voort te zetten.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik wil het samenvatten. Wie voor de nota van staatssecretaris Crombez is, moet tegen het amendement stemmen.

De voorzitster. - We openen de bespreking van het derde deel van de programmawet.

De heer Ahmed Laaouej (PS), rapporteur namens de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden. - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Ik schets in het kort onze bezwaren tegen dit deel van de programmawet. Bij de stopzetting van een vennootschap wordt de gereserveerde winst die vrijkomt, de liquidatiebonus, aan een bevrijdende roerende voorheffing onderworpen. Sinds 2002 bedraagt die voorheffing 10%. Met de voorliggende programmawet zal de voorheffing vanaf 1 oktober 2014 tot 25% worden verhoogd. Rekening houdend met een nominaal tarief in de vennootschapsbelasting van bijna 34% en een roerende voorheffing van 25% op het restant dat als dividend of als liquidatiebonus wordt uitgekeerd, heeft de regering de effectieve belastingdruk op de uitgekeerde vennootschapswinsten geüniformeerd op ruim 50%, wat hoger is dan het hoogste marginale tarief in de personenbelasting.

Vooral de kleine vennootschappen zien de belastingdruk daardoor verdubbelen. Zij kiezen ervoor om de gereserveerde winsten niet alleen als buffer voor financieel moeilijke tijden te gebruiken, maar ook om hun karig pensioen aan te vullen. De staatssecretaris suggereerde om geld aan de vennootschap te onttrekken, maar op die manier worden de uitbreidingsmogelijkheden beperkt. Soms zijn dan zelfs leningen nodig om het bedrijf uit te breiden, wat in deze dagen allesbehalve evident is.

Het klopt dat de wet een aantal verzachtende maatregelen invoert. Een tarief van 15% in plaats van 25% is mogelijk, als aan talrijke voorwaarden wordt voldaan. De budgettaire impact ervan zal ten vroegste voor de volgende regering zijn.

Kortom, dit zijn volgens onze geen goede maatregelen, die we niet zullen goedkeuren.

In verband met het gedeelte mobiliteit hadden we een aantal opmerkingen geformuleerd over de maatregelen voor het goederenverkeer, die worden verlengd voor de periode van 1 maart tot 30 juni. Die periode loopt aanstaande zondag af. Onze amendementen om de maatregelen minstens tot december 2013 te verlengen, werden in de commissie tot onze spijt weggestemd. Vooral de bedrijven in de havens zullen daar het slachtoffer van zijn.

Om die verschillende aspecten vinden wij dit geen goede wet.

De heer Servais Verherstraeten, staatssecretaris voor Staatshervorming, en voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling. - In verband met de mobiliteitsaspecten verwijs ik naar de uiteenzetting van de vertegenwoordiger van de staatssecretaris voor Mobiliteit in de commissie.

Wat het hoofdstuk Financiën betreft, heeft collega Maes terecht opgemerkt dat het een uniformering betreft. Ze tilt echter iets te licht aan wat zij "verzachtende maatregelen" noemt. Het betreft duidelijk maatregelen om aan een financieringsproblematiek van KMO's tegemoet te komen, namelijk in de overgangsperiode blijft de bevrijdende roerende voorheffing op de uitkering van de reserves op de huidige tien procent. Daarnaast geldt een gunsttarief van 15%. Die maatregelen zijn volgens mij billijk.

-De algemene bespreking is gesloten.

Artikelsgewijze bespreking

(De tekst aangenomen door de commissies is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp. Zie stuk Kamer 53-2853/20.)

De voorzitster. - Op artikel 41 hebben de heer Ide en mevrouw Sleurs amendement 6 ingediend (zie stuk 5-2169/6).

-De stemming over het amendement wordt aangehouden.

-De aangehouden stemming en de stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats.

Stemmingen

(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.)

Wetsontwerp houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding (Stuk 5-2127) (Evocatieprocedure)

Stemming 1

Aanwezig: 51
Voor: 38
Tegen: 10
Onthoudingen: 3

-De Senaat heeft het wetsontwerp ongewijzigd aangenomen. Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden met het oog op de bekrachtiging door de Koning.

Wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de verbetering van materiële verschrijvingen of het herstel van omissies in rechterlijke beslissingen alsook de uitlegging van rechterlijke beslissingen (Stuk 5-2091) (Evocatieprocedure)

Stemming 2

Aanwezig: 53
Voor: 53
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

-Het wetsontwerp is eenparig aangenomen.

-Het werd geamendeerd en zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden.

-Ten gevolge van deze stemming vervalt het wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 796 en 797 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op het vereenvoudigen van de procedure betreffende de verbetering van de vonnissen (van de dames Christine Defraigne en Zakia Khattabi, de heren Francis Delpérée en Hassan Bousetta, de dames Martine Taelman en Sabine de Bethune en de heer Guy Swennen; Stuk 5-1126).

Wetsontwerp tot wijziging van artikel 19 van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (Stuk 5-2097)

Stemming 3

Aanwezig: 55
Voor: 55
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

-Het wetsontwerp is eenparig aangenomen.

-Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

Wetsontwerp houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten (Stuk 5-2160) (Evocatieprocedure)

Stemming 4

Aanwezig: 55
Voor: 37
Tegen: 4
Onthoudingen: 14

-De Senaat heeft het wetsontwerp ongewijzigd aangenomen. Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden met het oog op de bekrachtiging door de Koning.

Ontwerp van programmawet (Stuk 5-2169) (Evocatieprocedure)

De voorzitster. - We stemmen over amendement 6 van de heer Ide en mevrouw Sleurs.

Stemming 5

Aanwezig: 56
Voor: 14
Tegen: 38
Onthoudingen: 4

-Het amendement is niet aangenomen.

De voorzitster. - We stemmen nu over het wetsontwerp in zijn geheel.

Stemming 6

Aanwezig: 56
Voor: 38
Tegen: 18
Onthoudingen: 0

-De Senaat heeft het wetsontwerp ongewijzigd aangenomen. Het zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden overgezonden met het oog op de bekrachtiging door de Koning.

Regeling van de werkzaamheden

De voorzitster. - Het Bureau stelt voor volgende week deze agenda voor:

Donderdag 4 juli 2013 om 15 uur

Actualiteitendebat en mondelinge vragen.

Evocatieprocedure

Wetsontwerp tot wijziging van het systeem van fiscale regularisatie en tot invoering van een sociale regularisatie; Stuk 53-2874/1 tot 3. [Pro memorie]

Wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht; Stuk 5-1067/12 en 13.

Evocatieprocedure - Art. 81, derde lid, en art. 79, eerste lid, van de Grondwet
Wetsontwerp tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden; Stuk 5-1924/6 en 7. [Pro memorie]

Voorstel van resolutie betreffende de voorbereiding van de verkiezingen van 2015 in Burundi (van mevrouw Marie Arena); Stuk 5-1911/1 tot 4.

Inoverwegingneming van voorstellen.

Vanaf 17 uur: Naamstemmingen over de afgehandelde agendapunten in hun geheel.

-De Senaat is het eens met deze regeling van de werkzaamheden.

De voorzitster. - De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

De volgende vergadering vindt plaats op donderdag 4 juli om 15 uur.

(De vergadering wordt gesloten om 18.25 uur.)

Berichten van verhindering

Afwezig met bericht van verhindering: mevrouw Piryns en de heer Morael, om gezondheidsredenen, mevrouw Vermeulen, de heren De Nijn, Dewinter en Pieters, wegens andere plichten.

-Voor kennisgeving aangenomen.

Bijlage

Naamstemmingen

Stemming 1

Aanwezig: 51
Voor: 38
Tegen: 10
Onthoudingen: 3

Voor

Bert Anciaux, Marie Arena, François Bellot, Hassan Bousetta, Jacques Brotchi, Marcel Cheron, Dirk Claes, Alain Courtois, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Francis Delpérée, Guido De Padt, Gérard Deprez, Caroline Désir, Leona Detiège, Dalila Douifi, André du Bus de Warnaffe, Cindy Franssen, Benoit Hellings, Zakia Khattabi, Ahmed Laaouej, Paul Magnette, Philippe Mahoux, Bertin Mampaka Mankamba, Vanessa Matz, Richard Miller, Philippe Moureaux, Fatma Pehlivan, Etienne Schouppe, Louis Siquet, Guy Swennen, Fauzaya Talhaoui, Cécile Thibaut, Els Van Hoof, Johan Verstreken, Fabienne Winckel, Olga Zrihen.

Tegen

Frank Boogaerts, Huub Broers, Jurgen Ceder, Patrick De Groote, Inge Faes, Louis Ide, Lies Jans, Lieve Maes, Elke Sleurs, Helga Stevens.

Onthoudingen

Yves Buysse, Bart Laeremans, Anke Van dermeersch.

Stemming 2

Aanwezig: 53
Voor: 53
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

Voor

Bert Anciaux, Marie Arena, François Bellot, Frank Boogaerts, Hassan Bousetta, Huub Broers, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Alain Courtois, Rik Daems, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Patrick De Groote, Francis Delpérée, Guido De Padt, Gérard Deprez, Caroline Désir, Leona Detiège, Dalila Douifi, André du Bus de Warnaffe, Inge Faes, Cindy Franssen, Benoit Hellings, Louis Ide, Lies Jans, Zakia Khattabi, Ahmed Laaouej, Bart Laeremans, Lieve Maes, Paul Magnette, Philippe Mahoux, Bertin Mampaka Mankamba, Vanessa Matz, Richard Miller, Philippe Moureaux, Fatma Pehlivan, Etienne Schouppe, Louis Siquet, Elke Sleurs, Guy Swennen, Martine Taelman, Fauzaya Talhaoui, Cécile Thibaut, Anke Van dermeersch, Els Van Hoof, Yoeri Vastersavendts, Johan Verstreken, Fabienne Winckel, Olga Zrihen.

Stemming 3

Aanwezig: 55
Voor: 55
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

Voor

Bert Anciaux, Marie Arena, François Bellot, Frank Boogaerts, Hassan Bousetta, Huub Broers, Jacques Brotchi, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Dirk Claes, Alain Courtois, Rik Daems, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Patrick De Groote, Francis Delpérée, Guido De Padt, Gérard Deprez, Caroline Désir, Leona Detiège, Dalila Douifi, André du Bus de Warnaffe, Inge Faes, Cindy Franssen, Benoit Hellings, Louis Ide, Lies Jans, Zakia Khattabi, Ahmed Laaouej, Bart Laeremans, Lieve Maes, Paul Magnette, Philippe Mahoux, Bertin Mampaka Mankamba, Vanessa Matz, Richard Miller, Philippe Moureaux, Fatma Pehlivan, Etienne Schouppe, Louis Siquet, Elke Sleurs, Helga Stevens, Guy Swennen, Martine Taelman, Fauzaya Talhaoui, Cécile Thibaut, Anke Van dermeersch, Els Van Hoof, Karl Vanlouwe, Yoeri Vastersavendts, Johan Verstreken, Fabienne Winckel, Olga Zrihen.

Stemming 4

Aanwezig: 55
Voor: 37
Tegen: 4
Onthoudingen: 14

Voor

Bert Anciaux, Marie Arena, François Bellot, Hassan Bousetta, Jacques Brotchi, Dirk Claes, Alain Courtois, Rik Daems, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Francis Delpérée, Guido De Padt, Gérard Deprez, Caroline Désir, Leona Detiège, Dalila Douifi, André du Bus de Warnaffe, Cindy Franssen, Ahmed Laaouej, Paul Magnette, Philippe Mahoux, Bertin Mampaka Mankamba, Vanessa Matz, Richard Miller, Philippe Moureaux, Fatma Pehlivan, Etienne Schouppe, Louis Siquet, Guy Swennen, Martine Taelman, Fauzaya Talhaoui, Els Van Hoof, Yoeri Vastersavendts, Johan Verstreken, Fabienne Winckel, Olga Zrihen.

Tegen

Marcel Cheron, Benoit Hellings, Zakia Khattabi, Cécile Thibaut.

Onthoudingen

Frank Boogaerts, Huub Broers, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Patrick De Groote, Inge Faes, Louis Ide, Lies Jans, Bart Laeremans, Lieve Maes, Elke Sleurs, Helga Stevens, Anke Van dermeersch, Karl Vanlouwe.

Stemming 5

Aanwezig: 56
Voor: 14
Tegen: 38
Onthoudingen: 4

Voor

Frank Boogaerts, Huub Broers, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Patrick De Groote, Inge Faes, Louis Ide, Lies Jans, Bart Laeremans, Lieve Maes, Elke Sleurs, Helga Stevens, Anke Van dermeersch, Karl Vanlouwe.

Tegen

Bert Anciaux, Marie Arena, François Bellot, Hassan Bousetta, Jacques Brotchi, Dirk Claes, Alain Courtois, Rik Daems, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Francis Delpérée, Guido De Padt, Gérard Deprez, Caroline Désir, Leona Detiège, Dalila Douifi, André du Bus de Warnaffe, Cindy Franssen, Ahmed Laaouej, Nele Lijnen, Paul Magnette, Philippe Mahoux, Bertin Mampaka Mankamba, Vanessa Matz, Richard Miller, Philippe Moureaux, Fatma Pehlivan, Etienne Schouppe, Louis Siquet, Guy Swennen, Martine Taelman, Fauzaya Talhaoui, Els Van Hoof, Yoeri Vastersavendts, Johan Verstreken, Fabienne Winckel, Olga Zrihen.

Onthoudingen

Marcel Cheron, Benoit Hellings, Zakia Khattabi, Cécile Thibaut.

Stemming 6

Aanwezig: 56
Voor: 38
Tegen: 18
Onthoudingen: 0

Voor

Bert Anciaux, Marie Arena, François Bellot, Hassan Bousetta, Jacques Brotchi, Dirk Claes, Alain Courtois, Rik Daems, Sabine de Bethune, Armand De Decker, Christine Defraigne, Francis Delpérée, Guido De Padt, Gérard Deprez, Caroline Désir, Leona Detiège, Dalila Douifi, André du Bus de Warnaffe, Cindy Franssen, Ahmed Laaouej, Nele Lijnen, Paul Magnette, Philippe Mahoux, Bertin Mampaka Mankamba, Vanessa Matz, Richard Miller, Philippe Moureaux, Fatma Pehlivan, Etienne Schouppe, Louis Siquet, Guy Swennen, Martine Taelman, Fauzaya Talhaoui, Els Van Hoof, Yoeri Vastersavendts, Johan Verstreken, Fabienne Winckel, Olga Zrihen.

Tegen

Frank Boogaerts, Huub Broers, Yves Buysse, Jurgen Ceder, Marcel Cheron, Patrick De Groote, Inge Faes, Benoit Hellings, Louis Ide, Lies Jans, Zakia Khattabi, Bart Laeremans, Lieve Maes, Elke Sleurs, Helga Stevens, Cécile Thibaut, Anke Van dermeersch, Karl Vanlouwe.

In overweging genomen voorstellen

Wetsvoorstellen

Artikel 81 van de Grondwet

Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, met betrekking tot de samenstelling van de vaste commissie belast met de begeleiding van het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (van mevrouw Anke Van dermeersch c.s.; Stuk 5-2157/1).

-Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden

Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (van de heren Guido De Padt en Yoeri Vastersavendts; Stuk 5-2159/1).

-Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden

Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie teneinde euthanasie voor minderjarigen mogelijk te maken (van de heer Philippe Mahoux c.s.; Stuk 5-2170/1).

-Verenigde commissies voor de Justitie en voor de Sociale Aangelegenheden

Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie om de tot vijf jaar beperkte geldigheid van de wilsverklaring te schrappen en deze door de patiënt zelf te laten bepalen (van mevrouw Christine Defraigne c.s.; Stuk 5-2171/1).

-Verenigde commissies voor de Justitie en voor de Sociale Aangelegenheden

Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie teneinde een termijn vast te leggen voor de arts, enerzijds om gevolg te geven aan het verzoek om euthanasie van de patiënt en anderzijds om diens medisch dossier over te dragen aan een commissie indien hij weigert om dit verzoek in te willigen (van de heer Jean-Jacques De Gucht c.s.; Stuk 5-2172/1).

-Verenigde commissies voor de Justitie en voor de Sociale Aangelegenheden

Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen teneinde de gewetensclausule te garanderen (van de heer Guy Swennen c.s.; Stuk 5-2173/1).

-Verenigde commissies voor de Justitie en voor de Sociale Aangelegenheden

Voorstellen van resolutie

Voorstel van resolutie met betrekking tot de activiteiten en transparantie van de Belgische vakbonden (van mevrouw Nele Lijnen; Stuk 5-2158/1).

-Commissie voor de Sociale Aangelegenheden

Voorstel van resolutie betreffende de aanhoudende protesten in Turkije (van de heer Yoeri Vastersavendts c.s.; Stuk 5-2163/1).

-Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Voorstel van resolutie voor de invoering van bestuursovereenkomsten in de federale overheidsdiensten (van de heer Ahmed Laaouej; Stuk 5-2165/1).

-Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden

Voorstel van resolutie betreffende het gebrek aan vrede en veiligheid in Congo en de ondersteuning van de democratische ontwikkeling in het land (van de heer Jean-Jacques De Gucht c.s.; Stuk 5-2166/1).

-Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Voorstel van resolutie betreffende de implementatie van het poliklinisch bevallen (i.e. bevallen met verkort ziekenhuisverblijf) (van mevrouw Elke Sleurs c.s.; Stuk 5-2167/1).

-Commissie voor de Sociale Aangelegenheden

Vragen om uitleg

Het Bureau heeft volgende vragen om uitleg ontvangen:

Evocaties

De Senaat heeft bij boodschappen van 21 en 27 juni 2013 aan de Kamer van volksvertegenwoordigers ter kennis gebracht dat tot evocatie is overgegaan, op die datum, van de volgende wetsontwerpen:

Wetsontwerp houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten (Stuk 5-2160/1).

-Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.

Ontwerp van programmawet (Stuk 5-2169/1).

-Het wetsontwerp werd verzonden naar de volgende commissies:

-Commissie voor de Sociale Aangelegenheden;

-Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden;

-Commissie voor de Binnenlandse en voor de Administratieve Aangelegenheden.

Niet-evocatie

Bij boodschap van 25 juni 2013 heeft de Senaat aan de Kamer van volksvertegenwoordigers terugbezorgd, met het oog op de bekrachtiging door de Koning, het volgende niet-geëvoceerde wetsontwerp:

Wetsontwerp tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen (Stuk 5-2143/1).

-Voor kennisgeving aangenomen.

Boodschappen van de Kamer

Bij boodschappen van 20 en 27 juni 2013 heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers aan de Senaat overgezonden, zoals ze ter vergadering van dezelfde dag werden aangenomen:

Artikel 78 van de Grondwet

Wetsontwerp houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten (Stuk 5-2160/1).

-Het ontwerp werd ontvangen op 21 juni 2013; de uiterste datum voor evocatie is maandag 8 juli 2013.

-De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 20 juni 2013.

-Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.

Wetsontwerp tot interpretatie van artikel 97 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (Stuk 5-2161/1).

-Het ontwerp werd ontvangen op 21 juni 2013; de uiterste datum voor evocatie is maandag 8 juli 2013.

-De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 20 juni 2013.

Artikel 80 van de Grondwet

Ontwerp van programmawet (Stuk 5-2169/1).

-Het wetsontwerp werd ontvangen op 27 juni 2013; de uiterste datum voor evocatie is dinsdag 2 juli 2013.

-Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Sociale Aangelegenheden.

Kennisgeving

Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, en met de Notulen van het verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie, gedaan te Brussel op 2 maart 2012 (Stuk 5-1939/1).

-De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 20 juni 2013 zoals het haar door de Senaat werd overgezonden.

Indiening van een wetsontwerp

De Regering heeft volgend wetsontwerp ingediend:

Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden, gedaan te Parijs op 27 mei 2010 (Stuk 5-2162/1).

-Het wetsontwerp werd verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.

Grondwettelijk Hof - Arresten

Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof kennis aan de voorzitter van de Senaat van:

-Voor kennisgeving aangenomen.

Grondwettelijk Hof - Prejudiciële vragen

Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geeft de griffier van het Grondwettelijk Hof aan de voorzitter van de Senaat kennis van:

-Voor kennisgeving aangenomen.

Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen

Bij brief van 24 juni 2013, heeft de directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, overeenkomstig artikel 12 van de wet van 16 december 2002 houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, aan de Senaat overgezonden, het verslag "Vrouwen aan de Top 2012".

-Verzonden naar de commissie voor de Sociale Aangelegenheden.

Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA)

Bij brief van 25 juni 2013 heeft de Voorzitter van de Autoriteit voor financiële diensten en markten, overeenkomstig artikel 65, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag voor 2012.

-Verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en Nationale Arbeidsraad

Bij brief van 20 juni 2013 hebben de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad, overeenkomstig artikel 1 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en artikel 1 van de organieke wet van 29 mei 1952 tot inrichting van de Nationale Arbeidsraad aan de Senaat overgezonden:

-Verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden en naar de commissie voor de Sociale Aangelegenheden.

Economische Overheidsbedrijven - Telecommunicatie

Bij brief van 27 juni 2013 hebben de ombudsmannen voor Telecommunicatie, overeenkomstig artikel 46 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, aan de Senaat overgezonden, het jaarverslag 2012 van de Ombudsdienst voor Telecommunicatie.

-Verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.