5-147

5-147

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 3 APRIL 2014 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 1649quater, §4, van het Burgerlijk Wetboek, betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen wat het gebrek aan overeenstemming betreft (van mevrouw Fatiha Saïdi c.s.; Stuk 5-1665)

Algemene bespreking

M. Ahmed Laaouej (PS), rapporteur. - Je me réfère à mon rapport écrit.

Mme Fatiha Saïdi (PS). - Si la majorité des consommateurs savent qu'ils disposent d'une garantie lorsqu'ils achètent un bien de consommation, peu d'entre eux cependant en connaissent la durée et les modalités pratiques. Les personnes les mieux informées évoquaient une période d'un à deux ans. Malheureusement, la garantie pleine et entière n'a jamais été que de six mois.

En effet, l'article 1649quater, §4, du Code civil prévoit qu'une panne ou un problème survenant dans les six mois de l'achat d'un bien de consommation sont considérés comme existant au moment de l'achat par le consommateur. Au-delà de ce délai et jusqu'au terme des deux ans de garantie légale, l'acheteur doit apporter la preuve de la non-conformité du produit au moment de l'achat pour prétendre à une réparation.

Le principe de l'inversion de la charge de la preuve réduit la protection pleine et entière des consommateurs à une durée maximale de six mois. Pour le consommateur, apporter la preuve de la non-conformité d'un produit l'oblige à une ou à plusieurs expertises longues et onéreuses. Porter le différend devant les tribunaux représente également un coût sans commune mesure avec le montant du litige. Peu de consommateurs pouvaient donc faire valoir leurs droits.

Cette protection au rabais du consommateur et la confusion née de l'inversion de la charge de la preuve étaient régulièrement dénoncées par les associations de consommateurs et de médias spécialisés dans ce domaine.

Pour lever toute ambiguïté, nous avons déposé cette proposition de loi qui modifie l'article 1649quater, §4, du Code civil et porte la présomption de défaut de conformité à deux ans. La proposition assure enfin une garantie pleine et entière de deux ans pour tout achat de biens de consommation. Elle permettra également de lutter contre les pratiques des industriels connues sous le vocable « obsolescence programmée » sur lesquelles le Sénat s'est déjà prononcé. Elle permettra ainsi d'assainir le secteur des garanties commerciales.

De heer Etienne Schouppe (CD&V). - We betreuren dat het voorstel van mevrouw Saïdi in de Senaatscommissie op een drafje werd behandeld. Het gaat om een aangelegenheid die belangrijk is zowel voor de consumenten als voor de handelaars en in zekere zin ook voor de concurrentiepositie van Europese producenten. Dit is voor België geen gelukkige evolutie.

Onze partij staat uiteraard achter elke verbetering van de bescherming van de consument. Vaak houdt de garantieregeling een subtiel evenwicht in tussen producenten en consumenten, maar zit de verkoper als het ware tussen hamer en aambeeld. Veelal moet hij immers, als tussenpersoon, de negatieve gevolgen van veranderingen ondergaan.

We betwisten niet dat de garantieperiode twee jaar moet zijn. We vinden wel dat de commissie de betrokken beroepsverenigingen had moet horen. Volgens ons gaat het te ver om de verantwoordelijkheid bij de handelaar te leggen na een periode van zes maanden. Dat door de wettelijke bescherming de bewijslast tijdens de eerste zes maanden na de verkoop bij de handelaar ligt, geldt in zowat alle OESO-landen, op één uitzondering na waar de regeling nog strenger is. België heeft dus al een wetgeving die een hoge bescherming biedt aan de consument.

Het wetsvoorstel van mevrouw Saïdi maakt het te gemakkelijk om de verantwoordelijkheid bij de handelaar te leggen. Het is altijd moeilijk om een onderscheid te maken tussen constructiefouten en slijtage. Indien het om constructiefouten gaan, moet de herstelling gewaarborgd zijn. De handelaar zit in zulk een situatie geprangd tussen de dienstverlening aan zijn klant en de producent.

Deze wijziging, die op korte termijn wordt doorgevoerd, zonder overleg met de verenigingen van handelaars, consumenten en producenten, kan volgens ons op dit moment niet zomaar worden goedgekeurd. Er moet eerst geluisterd worden naar wat de specialisten daarover te vertellen hebben. Het subtiele evenwicht dat in België van kracht is en dat een goede bescherming biedt, dreigt verstoord te worden, uitsluitend ten nadele van de Belgische handelaars en producenten, terwijl de positie van buitenlandse handelaars en producenten wordt versterkt. Indien de wijziging op deze manier wordt doorgevoerd, zal ze onvermijdelijk leiden tot prijsverhogingen.

Mme Fatiha Saïdi (PS). - Je voudrais répondre à M. Schouppe, d'abord sur la forme.

Je rappelle que cette proposition de loi a été déposée en juin 2012, que la commission a eu tout le loisir de la mettre à l'agenda et que nous avons dû insister pour qu'elle soit mise à l'ordre du jour de nos travaux.

Je rappelle également que nous examiné cette proposition de loi pendant quatre semaines en commission et que personne n'a demandé que l'on organise des auditions. Il est très facile de faire cette demande aujourd'hui en séance plénière. Voilà pour ce qui est de la forme.

Quant au fond, monsieur Schouppe, la directive européenne que vous évoquez, et que j'ai lue attentivement, indique en son considérant 17) « qu'il convient de limiter dans le temps le délai pendant lequel la responsabilité du vendeur est engagée pour tout défaut de conformité existant lors de la délivrance du bien ; que les États membres peuvent également prévoir une limitation du délai pendant lequel les consommateurs sont autorisés à exercer leurs droits, à condition que ce délai n'expire pas au cours des deux ans qui suivent la délivrance du bien »

J'entends bien que, selon vous, on va rompre un subtil équilibre, même si je ne sais pas très bien de quel équilibre il s'agit. Pour notre part, nous demandons que soit levée une ambiguïté et que l'on fournisse au consommateur des informations entièrement transparentes. On peut passer à six mois, si vous le souhaitez, mais que l'on ne dise pas au consommateur, lorsqu'il achète un produit, que celui-ci est garanti deux ans, pour ensuite lui demander, lorsqu'un problème survient dans les six mois suivant l'achat, de fournir la preuve qu'il l'a utilisé en bon père de famille.

Nous souhaitons inscrire ce principe de transparence dans la loi afin de permettre au consommateur de pouvoir s'appuyer sur une base légale claire en cas de litige.

De heer Etienne Schouppe (CD&V). - In tegenstelling tot mevrouw Saïdi meen ik dat de wetgeving op het ogenblik wel voldoende duidelijk is. De eerste zes maanden bestaat er een vermoeden dat de fout bij de handelaar ligt en speelt automatisch de waarborg voor de consument. Na zes maanden gaat men ervan uit dat de handelaar niet meer kan uitmaken hoe het product werd gebruikt en moet de consument bewijzen dat het om een constructie- of een conceptiefout gaat.

Ik vrees dat de handelaars volkomen ten onrechte de dupe van de voorgestelde wijziging zullen zijn. Wij betwisten de periode van twee jaar niet; wij vinden alleen dat na zes maanden ook rekening moet worden gehouden met het gebruik. Als er geen constructiefouten zijn, moet de verkoper met dit voorstel echter een verantwoordelijkheid opnemen die hij normaal gezien niet kan nemen.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Test-Aankoop heeft eergisteren nog bevestigd dat ze het eens is met de voorgestelde wijziging en dat de garantieperiode zelfs van twee tot vijf jaar zou moeten worden opgetrokken. Wij stellen alleen voor dat de verkoper of de producent minstens twee jaar waarborg moet geven. Nu worden doelbewust te veel producten, vooral gsm's en andere elektronische toestellen, geproduceerd met het oog op een snelle slijtage en dus een betere verkoop. Dan heeft het parlement toch het recht om de consument te beschermen tegen zulke wanpraktijken!

De sp.a-fractie steunt dus het wetsvoorstel van mevrouw Saïdi.

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Aangezien wij behoudsgezind zijn, delen we eerder de mening van de heer Schouppe. De problematiek moet inderdaad worden onderzocht. Het wetsvoorstel is echter zeer snel door de commissie gejaagd. Ook heeft de minister zich opvallend op de vlakte gehouden. Ik kan me dan ook niet van de indruk ontdoen dat hij niet echt achter het voorstel staat.

De heer Etienne Schouppe (CD&V). - Het is zeer gemakkelijk om naar een consumentenvereniging te verwijzen. Ik kan evengoed verwijzen naar handelaarsverenigingen die net het tegenovergestelde beweren.

Het betoog van mevrouw Talhaoui heeft wel consequenties. Producten uit China en andere landen kunnen de vergelijking met Europese producten niet doorstaan, omdat de Europese producenten zich aan de Europese richtlijnen moeten houden. Het gevolg van het voorstel zal zijn dat de Europese producenten in een verzwakte positie staan tegenover de nepartikelen die in andere continenten worden geproduceerd. Voor de Europese kwaliteitsproducten zal dan ook een hogere prijs worden gevraagd en de handelaars zullen in de problemen komen.

Ik vind dat we niet alleen oor moeten hebben voor de consumenten, maar ook voor de handelaars en de Europese producenten. Voor tal van consumentenproducten speelt de internationale concurrentie. We mogen de positie van de Belgische en Europese producenten en van de handelaars niet lichtzinnig verzwakken.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - De minister heeft in de commissie duidelijk aangegeven dat hij in principe geen bezwaar heeft tegen het voorstel, maar dat het een zaak van het parlement is.

De heer Schouppe heeft de commissie niet voorgesteld om hoorzittingen te houden. Omdat niet al te veel commissieleden bezwaren hadden tegen de tekst, is de commissie tot de stemming overgegaan.

De heer Schouppe verwijst ook naar de Chinese producenten. Er zal net alerter worden opgetreden, zodat die kwalitatief slechte producten minder snel op onze markt komen. Het voorstel leidt dus tot een betere kwaliteitscontrole en tot de bescherming van de Europese producenten tegen nepproducten uit Azië en elders.

De heer Etienne Schouppe (CD&V). - Niet de producenten, maar de handelaars worden getroffen!

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Mevrouw Talhaoui zegt dat de minister achter het voorstel staat.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Hij is er niet tegen.

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Hoe dan ook, in het verslag staat dat de minister het volgende zegt: "Of het voorstel van mevrouw Saïdi een oplossing zal bieden voor de problematiek, is niet helemaal duidelijk". Die woorden zijn uiteraard voor interpretatie vatbaar, maar men kan bezwaarlijk zeggen dat de minister achter het voorstel staat.

De heer Yoeri Vastersavendts (Open Vld). - Ik sluit me uitdrukkelijk aan bij de heer Schouppe. Het voorstel is er in commissie doorgejaagd. Ik heb zelfs actie moeten ondernemen om te kunnen stemmen. Mijn aanwezigheid was immers tegelijkertijd ook vereist in een andere commissievergadering.

De indieners beweren de consument te willen beschermen, maar ze belasten de handelaars. Trouwens, uiteindelijk zullen de consumenten de dupe zijn, want ze zullen meer moeten betalen. België wil de beste leerling zijn, maar is dat absoluut niet, precies omdat deze reglementering de consumenten benadeelt. De Open Vld-fractie zal dan ook tegenstemmen, wat we overigens ook in de commissie deden.

-De algemene bespreking is gesloten.