5-144

5-144

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 13 MAART 2014 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «de Afghaanse vrouwelijke vluchtelingen» (nr. 5-1362)

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag zaterdag jongstleden vroegen enkele vrouwenorganisaties aandacht voor de specifieke situatie van de Afghaanse vrouwelijke vluchtelingen. Ik sluit me volledig bij die vraag aan. Het is immers nodig om stil te staan bij de specifieke situatie van vrouwen in veel landen ter wereld en in Afghanistan in het bijzonder.

De situatie van vrouwen die Afghanistan zijn ontvlucht, is vaak nog schrijnender dan die van mannen. De Belgische regering geeft dat overigens zelf toe, want de uitwijzingsprocedure voor Afghaanse vrouwen en kinderen werd opgeschort. Tegelijk krijgen die vrouwen geen vluchtelingenstatuut, zodat ze als het ware in een niemandsland verblijven. Ze zouden om humanitaire redenen een verblijfsrecht moeten krijgen.

Tussen 70 en 80% van de vrouwen en meisjes in Afghanistan wordt tot een huwelijk gedwongen; Afghanistan heeft het hoogste moedersterftecijfer ter wereld; de gemiddelde levensverwachting voor vrouwen in Afghanistan is amper 48 jaar; discriminerende wetten en praktijken voorkomen dat meisjes en vrouwen het huis verlaten zonder toestemming van een man. Zo zijn er nog talrijke voorbeelden. We moeten erkennen dat vrouwen in Afghanistan het extreem moeilijk hebben.

De dossiers van Afghaanse vrouwen zouden het best afzonderlijk worden behandeld. Die dossiers worden echter altijd bekeken op basis van het verhaal van de man. Vrouwen kunnen geen afzonderlijk dossier indienen. Het is trouwens erg verbazend dat de rapporten over Afghanistan van Cedoca, de documentatie- en researchdienst van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, CGVS, zelfs geen melding maken van vrouwen en meisjes. Het CGVS beschikt nochtans over een genderafdeling, maar blijkbaar werkt die dan toch niet zo goed.

De Raad van Europa vraagt in een resolutie uitdrukkelijk aan zijn lidstaten om in asielvragen aandacht te besteden aan het genderaspect. Vrouwelijke asielzoekers zouden individueel moeten worden gehoord. Hun lot, en dat van hun dochters, moet worden bepaald op basis van de risico's die ze als vrouw en als meisje lopen. Voor hen bestaat er geen enkele zogenaamde "veilige zone" in Afghanistan.

Ik wil de staatssecretaris daarom vragen dat de afgewezen asielaanvragen waarbij geen rekening werd gehouden met de genderdimensie opnieuw worden onderzocht volgens de criteria die onder andere door de Raad van Europa worden aanbevolen en dat, in afwachting van het heronderzoek van hun dossier, de Afghaanse vrouwelijke vluchtelingen in België subsidiaire bescherming genieten en worden geregulariseerd. Verder vraag ik dat discriminerende en schadelijke praktijken zoals het ontbreken van het recht op onderwijs en de voor de hand liggende risico's van vroege of gedwongen huwelijken worden beschouwd als onmenselijke en vernederende praktijken, en dat de situatie van meisjes - ongeacht de positie van hun ouders - bij asielaanvragen automatisch afzonderlijk wordt onderzocht.

Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Het CGVS beoordeelt de asielaanvragen individueel en het voert zijn opdracht in volledige onafhankelijkheid uit. Als uitvoerende en wetgevende macht kunnen wij daarin niet tussenkomen. De controle op de wijze waarop het CGVS asielaanvragen beoordeelt en of die in overeenstemming is met de wet, het recht en Europese en internationale standaarden, gebeurt door een onafhankelijk rechtscollege, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

De wetgever heeft de beoordeling van asielaanvragen toevertrouwd net aan een onafhankelijke instantie en een onafhankelijk rechtscollege om elke politieke beoordeling of beïnvloeding uit te sluiten.

Mevrouw Piryns geeft het beleid niet correct weer. Het concrete beleid is vaak veel genuanceerder dan wordt voorgesteld omdat elk dossier zijn eigen verhaal bevat. Zowel voor het Commissariaat-generaal voor Vreemdelingen als voor de Raad voor Vreemdelingebetwistingen geldt de stelregel dat bescherming wordt geboden aan wie ze echt nodig heeft.

Dat het Commissariaat geen rekening houdt met de genderdimensie in asielaanvragen en uitsluitend beslissingen neemt op basis van de situatie van de man, is niet correct. Voor elke vrouw, of ze nu alleenstaand is of tot een gezin behoort, houdt het Commissariaat voor de individuele beoordeling wel degelijk rekening met haar eventuele precaire situatie. Het Commissariaat-generaal heeft aandacht voor alle indicaties voor een gegronde vrees voor vervolging. Het interviewt elke vrouw en elke vrouw krijgt dus de gelegenheid om tijdens het verhoor specifieke elementen ter ondersteuning van haar asielaanvraag aan te voeren.

Mevrouw Piryns beweert dat het Commissariaat-generaal rapporten gebruikt die geen melding maken van de situatie van vrouwen en meisjes. Ze verwijst daarbij naar de rapporten op grond waarvan het Commissariaat een algemene risicobeoordeling maakt, die geldt voor alle burgers ongeacht hun profiel met betrekking tot de subsidiaire bescherming in geval van een gewapend conflict. Het Commissariaat gebruikt echter nog tal van andere bronnen om individuele situaties te beoordelen en het houdt daarbij uiteraard rekening met het specifieke profiel van de vrouwelijke asielzoeker.

Ik nodig mevrouw Piryns uit, en met haar al wie het Afghanistanbeleid van het Commissariaat-generaal al te gemakkelijk veroordelen, de moeite te doen een echt inzicht in dat beleid te verwerven en het op al zijn aspecten te beoordelen. De desinformatie begint van langsom meer een eigen leven te leiden en komt vandaag nu ook in de Senaat aan bod. Het is tijd om daarmee komaf te maken. Die boude beweringen horen thuis in het rijk der fabelen.

Ten slotte breekt mevrouw Piryns een lans voor de automatische toekenning van een verblijfsrecht om humanitaire redenen aan alle Afghaanse meisjes en vrouwen. Zelfs de VN-vluchtelingenorganisatie vaardigt geen enkele richtlijn uit om per definitie aan alle vrouwen of meisjes uit Afghanistan asiel te verlenen.

De beoordeling van de asielaanvragen komt toe aan het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen. Dat neemt in elk dossier volkomen onafhankelijk en met kennis van zaken een beslissing. Het zou onbehoorlijk en onwettig zijn om daarin politiek tussenbeide te komen.

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - De staatssecretaris heeft heel veel woorden gebruikt om te zeggen dat zij zich eigenlijk niet over de zaak wil uitspreken. Ze zegt dat het Commissariaat-generaal het allemaal perfect doet en dat, mochten er zich precaire situaties voordoen, het daarmee rekening zal houden. Tevens zegt ze dat we de situatie zoals ze echt is in Afghanistan maar eens moeten bekijken.

Ik heb cijfers geciteerd en de staatssecretaris heeft ze niet ontkend; 70 tot 80% van de vrouwen en de meisjes wordt er tot een huwelijk gedwongen. Dat is toch een bijzonder precaire, schokkende situatie! We moeten daaruit conclusies trekken. Voor vrouwen is Afghanistan een land waarheen niemand mag worden teruggestuurd.

Toch blijkt de staatssecretaris niet bereid voor dat land rekening te houden met de genderdimensie.