5-144

5-144

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 13 MARS 2014 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «la politique en matière de drogue» (no 5-1358)

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, WIV, waarschuwde gisteren dat de huidige generatie xtc-pillen dubbel zo sterk is al die van enkele jaren geleden. De pillen bevatten een veel hogere dosis van de werkzame stof MDMA.

Uit analyses van in beslag genomen tabletten blijkt dat het actieve bestanddeel de voorbije drie jaar maar liefst is verdubbeld. De maximumwaarde in tabletten ligt maar liefst rond 200 milligram MDMA per tablet. De gevolgen van een overdosis kunnen uiteraard dodelijk zijn. Producenten zouden inspelen op gebruikers die hogere dosissen nodig hebben als gevolg van regelmatig gebruik.

Net zoals cannabis viermaal sterker is geworden tegenover enkele jaren geleden en met moeite nog als een softdrug kan worden bestempeld, is ook de partydrug xtc geëvolueerd naar een veel sterkere en meer gevaarlijke variant. Vroeger werd xtc immers als een minder gevaarlijke drug beschouwd, omdat ze fysiek minder verslavend zou zijn en de verspreiding ervan vooral plaatsvindt in het uitgangsmilieu. Zwaardere xtc-pillen kunnen, net zoals cannabis, echter ook veel zwaardere gevolgen hebben en moeten daarom met de nodige ernst en intensiteit worden bestreden. De pillen zijn gevaarlijker dan ooit en wie een tablet met een zeer hoge dosis neemt, kan op de spoedafdeling belanden.

Vandaag werden resultaten bekend gemaakt van de Global Drug Survey, waaraan onder meer de Universiteit Gent deelnam. Hieruit blijkt dat het gebruik van xtc in 2012 en 2013 een sterke stijging kende en dat de drug opnieuw vaak wordt gebruikt. Algemeen heeft maar liefst twee op drie Belgen die vaak uitgaan het voorbije jaar een illegale drug gebruikt. Tevens gebruikt 18% zware codeïnehoudende pijnstillers.

Niet voor het eerst ondervraag ik de minister over het drugsbeleid. Zal ze eindelijk haar drugsbeleid aanpassen teneinde de trend van alsmaar zwaardere drugs om te buigen?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - De bevindingen van het WIV en de recente Global Drug Survey zijn belangrijk. Volgens mij zijn ze echter niet van aard om de basis van ons drugsbeleid te wijzigen. Die basis is in 2010 door de Interministeriële Conferentie Drugs vastgelegd. De belangrijkste pijlers van dat beleid zijn: preventie, vroeginterventie en vroegdetectie, schadebeperking, behandeling en re-integratie van de drugsgebruiker.

België ziet drugsgebruik dus eerst en vooral als een gezondheidsfenomeen. Repressie van de drugsgebruiker is een ultieme remedie. Repressie van de drugshandel is echter essentieel.

Die aanpak is volledig in overeenstemming met de wetenschappelijke feiten en met het Europese drugsbeleid.

Uiteraard kan het beleid worden verbeterd. We doen dat ook voortdurend via wetenschappelijk onderzoek, via het stimuleren van innovatie en vooral via overleg met de andere partners, waaronder de gemeenschappen en de gewesten.

Ik geef daarvan enkele voorbeelden. Er is het onderzoek door het Federaal Wetenschapsbeleid en door de FOD Volksgezondheid, waar een studie loopt om kwaliteitsstandaarden te ontwikkelen voor preventie, schadebeperking en behandeling. Bij het Fonds ter bestrijding van de verslavingen lopen op dit ogenblik 30 projecten. Er is het overleg binnen de Algemene Cel Drugsbeleid, die op dit ogenblik trouwens werkt aan een evaluatie van het cannabisbeleid in ons land, op basis van wetenschappelijke vaststellingen en ervaringen op het terrein.

Wat specifiek de synthetische drugs betreft verwijs ik naar de nieuwe wetgeving die de strijd tegen de nieuwe psychoactieve stoffen efficiënter zal maken. Door de generieke classificatie van nieuwe psychoactieve stoffen en door een betere communicatie tussen de wetenschappelijke labo's en het WIV wordt het hele controlemechanisme aangaande die stoffen substantieel verbeterd.

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Preventie en schadebeperking zijn inderdaad zeer belangrijk. Daarnaast is de wetenschappelijke opvolging van groot belang, zodat nieuwe stoffen die op het terrein worden verhandeld, ook snel in de lijst met de actieve stoffen worden opgenomen. Als er nieuwe drugs op de markt komen, moet er immers zeer kort op de bal worden gespeeld.