5-279COM

5-279COM

Commission des Finances et des Affaires économiques

Annales

MARDI 4 FÉVRIER 2014 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, et secrétaire d'État à la Politique scientifique sur «l'avenir de la collection d'art moderne des Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique» (no 5-4081)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het debat over de toekomst van de collectie Moderne Kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) wordt volop gevoerd in de opiniepagina's van de kranten. Volgens de ene moet men de succesvolle formule die men in Bilbao en Metz toepaste, kopiëren en een nieuw modernistisch gebouw optrekken aan het kanaal. De andere ziet meer graten in een reconversie van een oud prestigieus pand, zoals men bijvoorbeeld heeft gedaan met het Tate Modern in Londen en eveneens erg succesvol in Bordeaux.

Intussen werd beslist dat de collectie zal worden ondergebracht in een voorlopige locatie, meer in het bijzonder het Vanderborghtgebouw. De publiek-private financiering ervan is echter verre van rond en aangezien het museum zelfbedruipend moet zijn, zou het op zijn minst 380 000 bezoekers per jaar moeten halen: dat is iets minder dan het Magritte Museum.

Daarenboven stelde de Vlaamse bouwmeester in een recent opiniestuk dat het Vanderborghtgebouw helemaal niet geschikt voor is voor deze functie en vermoedt hij dat de staatssecretaris de collectie Moderne Kunst er zelfs op permanente basis in wil onderbrengen. Kortom, weerom heel wat onduidelijkheden in een dossier waarin al danig veel bochten zijn gemaakt.

Ik stelde hierover al heel wat parlementaire vragen, maar ik krijg nauwelijks inzage in de motivering en de beslissingsprocessen hieromtrent. Nochtans kondigde de toenmalig bevoegde minister meer dan een jaar geleden aan dat hij hieromtrent meerdere rondetafelgesprekken zou organiseren, 120 experts zou consulteren en een studie ging laten uitvoeren door McKinsey om de locatie van het nieuw museum te bepalen.

Volgt de staatssecretaris de polemiek die in de opiniepagina's van de kranten over de toekomst van de collectie Moderne Kunst van de KMSKB wordt uitgevochten? Hoe beoordeelt hij deze controverse en wat is zijn visie hieromtrent? Welke locatie ziet hij als een reële mogelijkheid voor een permanente en toekomstige vestiging van de collectie Moderne Kunst? Ontkent hij de stelling van de Vlaamse bouwmeester dat hij de collectie permanent wil onderbrengen in het Vanderborghtgebouw? Werkt de staatssecretaris intussen voort aan een plan en een visie voor een definitieve hervestiging?

Wat is er gebeurd met de intentie om hieromtrent twee rondetafels te organiseren? Heeft men de 120 experts geconsulteerd, zoals gepland? Zo ja, met wie en met welk resultaat en waarom is hierover niet meer gecommuniceerd?

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de studie die door McKinsey zou worden uitgevoerd? Beaamt de staatssecretaris mijn opvatting dat er hieromtrent een breed debat nodig is en dat het raadplegen van een brede laag van experts, onder wie kunstenaars, professoren en conservatoren, geen overbodige luxe is? Is hij het eens dat men deze beslissingen best niet laat nemen in de beslotenheid van een achterkamertje? Wie heeft finaal beslissingsrecht?

Begrijpt de staatssecretaris mijn opvatting dat dit tot nu toe op een totaal niet transparante manier verloopt? Werd hierover al advies gevraagd aan de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie? Is hij zich ervan bewust dat een klacht hieromtrent bij de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie met grote zekerheid zal worden aanvaard en dat de beslissingen hieromtrent kans lopen te worden vernietigd zolang de door de wet opgelegde inspraakverplichtingen niet worden ingevuld?

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het herlokaliseren van de collectie Moderne Kunst naar het Vanderborghtgebouw? Hoever staat het met de financiering en de publiek-private samenwerking? Welke minimale en maximale verdeelsleutel tussen de overheden en de privésector hanteert de staatssecretaris? Klopt het dat het museum zelfbedruipend zal moeten zijn, wat gelijk staat aan op zijn minst 380 000 bezoekers per jaar? Acht de staatssecretaris dit een realistisch doel, rekening houdend met de bezoekersaantallen van soortgelijke musea?

Heeft de staatssecretaris zicht op de mogelijke duur van de renovatiewerken en de relocatie? Wanneer zou de collectie Moderne Kunst ten vroegste kunnen worden ondergebracht in het Vanderborghtgebouw? Kan de staatssecretaris verzekeren dat in tegenstelling tot wat heel wat experts beweren het Vanderborghtgebouw aan de noodzakelijke museale voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld inzake vochtigheidsgraad? Is dat reeds voldoende nagegaan of moet dat nog worden onderzocht?

Tot slot zou ik willen vernemen hoe het zover heeft kunnen komen dat men op zoek moet gaan naar oplossingen voor een probleem dat aanvankelijk helemaal niet bestond? Hoe verklaart de staatssecretaris dat de algemeen directeur zonder veel overleg de hele vleugel Moderne Kunst in de KMSKB heeft kunnen opdoeken bij ontstentenis van een doordacht en haalbaar alternatief? Hoe is het mogelijk dat hij geen enkele verantwoording voor dit debacle hoeft af te leggen?

Ik besef dat ik heel wat vragen stel, maar tot nog toe heb ik nooit een antwoord gekregen van de vorige regeringsleden die ter zake bevoegd waren.

De heer Philippe Courard, staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en voor Wetenschapsbeleid. - Uiteraard volg ik de discussie in de pers over het lot en de bestemming van de collectie Moderne en Hedendaagse Kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België met de nodige aandacht.

De optie van het Vanderborghtgebouw geniet de voorkeur. Hierover worden momenteel besprekingen gevoerd tussen mijn kabinet en dat van de minister bevoegd voor de Regie der gebouwen. Een oplossing op korte termijn sluit een andere oplossing op lange termijn echter niet uit. Ik heb nog geen zicht op een definitieve locatie, aangezien bij het project meerdere partners betrokken zijn, waaronder de stad Brussel.

De uit te voeren werken aan het Vanderborghtgebouw zijn niet specifiek en kunnen eender welke museale bestemming dienen. Daarom ben ik van mening dat ik me vooral op die oplossing moet focussen. Die blijkt immers de enige mogelijkheid te zijn om op relatief korte termijn de kunstwerken uit de depots, waar ze al te lang werden ondergebracht, te kunnen tentoonstellen.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het antwoord is duidelijk: de staatssecretaris opteert voor Vanderborght en niets dan Vanderborght. Hij is er dus van overtuigd dat dit gebouw geschikt is om een museum in onder te brengen.

De vraag naar de oorzaken in het verleden heeft de staatssecretaris beantwoord met de vaststelling dat de schilderijen al veel te lang in de depots bewaard blijven. Dat noem ik een vingerwijzing die kan tellen.

Ik heb echter geen antwoord gekregen op talrijke andere vragen, maar die kunnen ter sprake komen naar aanleiding van mijn vraag om uitleg over de vele flaters in de Koninklijk Musea voor Schone Kunsten in Brussel.